Nieuws


balk2.jpg (42734 bytes)


Verzadigde en onverzadige vetzuren

Volgens de huidige voedingsrichtlijnen vervangen we verzadigde vetzuren door meervoudig onverzadigde vetzuren om cardiovasculaire ziekten te voorkomen.

Wat is het verschil tussen verzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren kun je je afvragen. Het grootste deel van een vetzuur bestaat uit een kern van koolstofatomen die aan waterstofatomen zijn gebonden. Wanneer het aantal waterstofatomen optimaal is zoals bij verzadigde vetzuren, vormen hun elektronen stabiele paren met die van de koolstofatomen. Verzadigde vetzuren zijn verzadigd met waterstofatomen.

Bij onverzadigde vetzuren ontbreken waterstofatomen. Bij enkelvoudig onverzadigde vetzuren ontbreken twee atomen; bij meervoudig onverzadigde vetzuren (ook wel PUFA's genaamd) ontbreken vier of meer atomen. In plaats van één elektronenpaar met elkaar te delen, delen een aantal koolstofatomen twee paar electronen met hun koolstofbuur waardoor zij een zogenoemde dubbelbinding hebben. Gebrek aan waterstofatomen maakt de vetzuren onstabiel, ze worden snel ranzig. Hoe meer dubbele bindingen ze hebben hoe onstabieler ze zijn.

Twee van de PUFAs, linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn essentieel wat betekent dat ons lichaam ze niet zelf kan produceren en wij ze in kleine hoeveelheden langs ons voedsel dienen aan te voeren.

Voeding uit de zee is rijk aan omega-3 vetzuren en oliën uit maïs-, zonnebloem-en sojabonen zijn rijk aan omega-6 PUFA. Heel kort (de PUFA biochemie is ingewikkeld) omega-6 PUFA stimuleert ontstekingen en omega-3 verlaagt ze. Ontsteking is een nuttig proces bijvoorbeeld als we besmet raken, maar het mag niet te ver gaan. Dit verklaart waarom het eten van veel omega-6 wordt geassocieerd met verschillende ziekten zoals astma, artritis, vaatziekten, trombose, immuun-inflammatoireprocessen en tumorproliferatie.

Dertig jaar geleden werd een dieet experiment uitgevoerd in Sydney Australië. Ongeveer de helft van 458 mannelijke patiënten met hart-en vaatziekten werden onderworpen aan een dieet met weinig verzadigd vet en cholesterol en met een hoog gehalte aan linolzuur. De anderen aten wat ze gewoon waren.

Vijf jaar later was 17,2 procent uit de dieet groep overleden aan een cardiovasculaire ziekte tegenover slechts 11 procent uit de controlegroep. Daar alleen de totale mortaliteit werd gemeld in het oorspronkelijke rapport (17,6 versus 11,6 procent), werden de resultaten onlangs opnieuw gepubliceerd in het British Medical Journal

http://www.bmj.com/highwire/filestream/629053/field_highwire_article_pdf/0/bmj.e8707.full.pdf

omdat de auteurs wilden waarschuwen tegen het eten van te veel omega-6 meervoudig onverzadigd vet.

Zij hebben nu een analyse gepubliceerd van het gecombineerde resultaat van vier soortgelijke studies waar verzadigd vet werd vervangen door omega-6 PUFA en uit alle studies blijkt dat de mortaliteit het hoogst was in de controlegroep. Zij analyseerden ook vier studies waarbij de voeding bestond uit zowel omega-3 als omega-6 PUFA en in deze onderzoeken was de mortaliteit een beetje lager in de controlegroepen.

Op een gesloten consensus bijeenkomst in 2010 in Kopenhagen van uitgenodigde wetenschappers (nee, ik was niet uitgenodigd; onderzoekers met een controversiële visie zijn nooit uitgenodigd op consensusconferenties op dit gebied) was de conclusie dat "het bewijs uit epidemiologische, klinische en mechanistische studies consistent is dat het risico op hart-en vaatziekten wordt verlaagd wanneer de zeeproducten worden vervangen door meervoudig onverzadigde vetzuren. "Je kunt hier meer over lezen in een studie geschreven door zeventien internationale experts http://ajcn.nutrition.org/content/93/4/684.full.pdf

Zoals ik heb aangetoond in mijn boeken, in mijn verslagen en in mijn nieuwsbrieven, is er geen enkel bewijs. Lees ook wat is geschreven door auteurs van één van de secties http://www.karger.com/Article/Pdf/229002

in het recent WHO / FAO-rapport (blz. 191): "De beschikbare gegevens van cohort- en
gerandomiseerde gecontroleerde studies is onbevredigend en onbetrouwbaar om een oordeel te vellen over en onderbouwing te geven voor de effecten van vet in de voeding op het risico van CHD". Ondanks deze slechte beoordeling van hun studie zien de wetenschappers geen enkel reden om hun advies in te trekken.

De meeste PUFA's in onze daglijkse voeding zijn van de omega-6 types. Niets in de richtlijnen of in de analyse adviseert welk typevan meervoudig onverzadigde vetzuren wij best eten, wat betekent dat als je mensen vraagt ​om meer PUFA's te eten ze automatisch veel meer omega-6 dan omega-3 PUFA's naar binnen werken en degenen die zonnebloem-, maïs-en sojaolie produceren klappen natuurlijk in hun handen, net als onderzoekers die worden gesponsord door de industrie.

Reeds in 1991 waarschuwde Scott Grundy, één van de belangrijkste actoren in de cholesterolcampagne, waarschuwde tegen het eten van te veel omega-6 PUFA. Volgens
Grundy was er geen epidemiologische ondersteuning voor dit advies, het onderdrukt het immuunsysteem, het verlaagt de "goede" HDL, bevordert LDL oxidatie en verhoogt het risico op galstenen. Van bijzonder belang was dat linolzuur kanker kan bevorderen bij mensen zoals aangetoond bij laboratorium proefdieren. Sindsdien zijn er verschillende studies die dit hebben bevestigd. Verbanden zijn gevonden tussen omega-6 vetzuren en prostaat-, pancreas-, dikke darm- en in het bijzonder borstkanker. Eén van de
eerste en langste dieetproeven http://circ.ahajournals.org/content/40/1S2/II-1.short waarbij verzadigd vet werd vervangen door PUFA leidde ook tot kanker. Minder overleden aan een hartaanval, maar meer overleden aan kanker. (Dat er minder gestorven waren aan een hartaanval kan, althans maar ten dele worden verklaard, door het feit dat er veel meer rokers waren in de controlegroep).

Na de introductie van de Dietary Guidelines for Americans in 1977 is onze inname van verzadigd vet afgenomen en die van koolhydraten toegenomen. Een paar jaar later begon een obesitas en diabetes epidemie die in veel landen nog altijd voortduurt. Gaan we nu ook een vorm van kanker epidemie zien? De vraag is relevant omdat kanker ook een effect is van behandeling met statines:

http://qjmed.oxfordjournals.org/content/early/2011/12/08/qjmed.hcr243.full.pdf

Enkele weken geleden werd ik door The Norwegian Heart and Lung Patient Organization in Oslo uitgenodigd voor een conferentie . Ik raakte dit probleem aan op het einde
van mijn toespraak, die beschikbaar is op Youtube

Uffe Ravnskov, MD, PhD, onafhankelijke onderzoeker
Woordvoerder van THINCS www.thincs.org
The International Network of Cholesterol Sceptici.
Magle Stora Kyrkogata 9, 22350 Lund, Zweden
tel. +46 46145022 of +46-702580416
www.ravnskov.nu/uffe
Mijn boeken www.ravnskov.nu/my%20books.htm
Mijn nieuwsbrieven www.ravnskov.nu/newsletters

Vertaling: Andre Teirlinck


Heb je een goede nieuwstip, video of andere link voor ons ? Mail het ons


 

[ Terug naar het hoofdmenu ]

 


 

 

 


View My Stats