Astma en voedselallergieën tijdens de kindertijd geven risico op IBS

Volgens een nieuwe studie gepresenteerd op UEG Week Virtual 2020 wordt astma en voedselovergevoeligheid op 12-jarige leeftijd geassocieerd met een verhoogd risico op prikkelbare darmsyndroom op 16-jarige leeftijd.

Het onderzoek, uitgevoerd aan de Universiteit van Göteborg en het  Karolinska Institute in Stockholm, Zweden, analyseerde de gezondheid van 2.770 kinderen vanaf de geboorte tot hun 16 jaar. Deze met IBS op 16 hadden bijna twee keer zoveel kans op astma op de leeftijd van 12 jaar (11,2% versus 6,7%).  Bijna de helft van de kinderen met IBS op 16-jarige leeftijd (40,7%) meldde voedsel overgevoeligheid na 12 jaar (vergeleken met 29,2% van de kinderen zonder IBS op 16 jaar).

Het onderzoek toonde ook aan dat astma, voedselovergevoeligheid en eczeem allemaal geassocieerd zijn met een verhoogd risico op IBS na 16 jaar.

De op populatie gebaseerde cohortstudie werd geleid door dr. Jessica Sjölund van het Instituut voor Geneeskunde aan de Universiteit van Göteborg, Zweden. “De associaties die in dit groot onderzoek zijn gevonden, suggereren dat er een gedeelde pathofysiologie bestaat tussen veel voorkomende allergie gerelateerde ziekten en het prikkelbaar darmsyndroom bij adolescentie”, legde ze uit.  “We wisten dat allergie en immuun ontregeling een rol spelen in de ontwikkeling van prikkelbaar darm syndroom, maar eerdere studies over allergie gerelateerde ziekten en het prikkelbaar  darm syndroom zijn tegenstrijdig”.

“Deze kennis zou een opening kunnen zijn naar het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden voor adolescente IBS, gericht op processen van laaggradige ontstekingen die voorkomen in deze allergie gerelateerde ziekten. ”

Tijdens het onderzoek werd aan kinderen en ouders gevraagd om vragenlijsten in te vullen rond astma, allergische rhinitis, eczeem en voeding overgevoeligheid op de leeftijd van 1, 2, 4, 8, 12 en 16 jaar. Op hun 16de beantwoordden kinderen vragen op basis van de Rome III-vragenlijst Pediatric Gastrointestinal Symptoms, waardoor deelnemers kunnen worden ingedeeld in IBS, functionele buikpijn en functionele dyspepsie groepen.

IBS treft meer dan één op de tien mensen en is de meest voorkomende functionele gastroi ntestinale aandoening. Het kan extreem invaliderend zijn voor patiënten, met buikkrampen, opgeblazen gevoel, diarree of obstipatie.  Er zijn vaak problemen bij het diagnosticeren van functioneel gastro intestinale aandoeningen zoals IBS, en slechts één op de drie mensen met symptomen van IBS of constipatie raadpleegt een arts.

Hans Törnblom, die betrokken was bij het onderzoek en één van Europa’s toonaangevende IBS-experts is, merkt op: “Hoewel functioneel gastro intestinale aandoeningen vaak voorkomen worden veel patiënten helaas negatief gestigmatiseerd en gelabeld. Het feit dat veel IBS-patiënten geen medisch advies zoeken zou ons bezorgd moeten maken. Evenals toegewezen middelen om de fysieke elementen van het leven met aandoeningen zoals IBS te verbeteren,  zouden zorg en investeringen moeten gericht zijn op psychologische en emotionele steun voor deze patiënten, zodat ze comfortabel medisch advies kunnen zoeken.”

Links

www.ueg.eu

Vertaling: Andre Teirlinck