Sociale isolatie zorgt voor hoger risico op een hoge bloeddruk bij vrouwen

Het is geen geheim dat eenzaamheid en sociale isolatie een negatieve invloed hebben op de mentale en fysieke gezondheid bij oudere volwassenen. Nu, hebben onderzoekers aan de University of British Columbia ontdekt dat sociale isolatie de gezondheid verschillend beïnvloedt bij mannen en vrouwen, waarbij vrouwen een hoger risico op een hoge bloeddruk hebben.

In een studie, onlangs gepubliceerd in het Journal of Hypertension, ontdekten onderzoekers dat vrouwen van gemiddelde leeftijd en ouder, wie het ontbrak aan sociale connecties, veel meer risico liepen dan mannen op een hoge bloeddruk, een bekende risicofactor voor hartaandoeningen, hetgeen de meest voorkomende doodsoorzaak is onder vrouwen, en op beroertes.

“Onder oudere volwassenen is sociale isolatie de grootste bekende risicofactor qua doodsoorzaak, samen met roken”, zegt hoofdonderzoeker Annalijn Conklin , assistent professor aan de faculteit farmaceutische wetenschappen aan de UBC, en onderzoeker aan het Center of Health Evaluation and Outcome Sciences. “Minder bekend is hoe sociale isolatie mannen en vrouwen verschillend beïnvloedt, of hoe het biomarkers qua levensduur beïnvloedt. Ons onderzoek wijst erop dat vrouwen met name, meer kans lopen om een hoge bloeddruk te krijgen als ze eenzaamheid en isolatie ervaren op gemiddelde en oudere leeftijd.”

Gebruik makend van data van de Canadian Longitudinal Study on Aging, analyseerden de onderzoekers de sociale banden van 28,238 volwassenen tussen de 45 en 85, en ontdekten men, dat vrouwen die geen partner hadden, deelnamen aan minder dan drie sociale activiteiten per maand, of een klein netwerk hadden (minder dan 85 contacten), een hogere kans op een hoge bloeddruk hadden. De gemiddelde systolische bloeddruk was het hoogst onder weduwen die alleen leefden en sociaal niet actief waren, en het grootste verschil in bloeddruk was tussen weduwen en getrouwde vrouwen. Weduwen bleken de hoogste bloeddruk te hebben van alle categorieën.

Onder mannen zag er plaatje er anders uit. Degenen die vrijgezel waren, een huis deelden met anderen, en de grootste sociale netwerken hadden de hoogste bloeddruk, terwijl diegenen die een kleiner netwerk hadden en alleen leefden, een lagere bloeddruk hadden.

De onderzoekers ontdekten dat combinaties van verschillende sociale banden ook verschil maakten. Reguliere sociale deelname bleek een beschermend effect te hebben onder vrouwen die geen partner hadden, hetgeen de suggestie wekt dat het voor zorgmedewerkers interessant kan zijn om het aantal maandelijkse sociale activiteiten bij te houden van patiënten en dit meenemen in de behandeling van alleenstaande oudere vrouwen, naast een gezond voedingspatroon en beweging.

“Onder vrouwen was de toename qua bloeddruk die gelinkt werd met het gebrek aan sociale banden gelijk aan de toename die gezien wordt bij het gebruik van ontstekingsremmende geneesmiddelen, toegenomen zoutinname of gewichtstoename”, aldus Conklin. “Dit vertegenwoordigt een significante risicofactor, specifiek voor vrouwen, met betrekking tot hartaandoeningen of beroerte”.

Eerder onderzoek door Conklin dat dezelfde gegevens gebruikte, ontdekte dat vrouwen die alleenstaand waren, weduwe, gescheiden, of afgezonderd, grotere kansen hadden op obesitas, terwijl mannen hier minder kans op hadden als ze alleen leefden en een kleiner sociaal netwerk hadden.

“Samen met ons vorig onderzoek, onderstrepen onze nieuwe bevindingen hoe sociale isolatie de gezondheid verschillend beïnvloedt bij mannen en vrouwen, zegt Conklin”. In een tijd waarin Cocid-19 ons dwingt om onze sociale contacten te beperken, is het belangrijk voor diegenen die in de zorg werken, om, met name, oudere vrouwen aan te moedigen om nieuwe manieren te vinden om sociaal actief te zijn”.

Zeinab Hosseini, de hoofdauteur die bijdroeg aan het werk als former postdoctoral fellow aan de UBC, zegt dat er meer studies nodig zijn om te onderzoeken hoe sociale connecties precies invloed hebben op cardiovasculaire risicofactoren. “Prospectieve en interventie studies kunnen ons helpen dit te begrijpen, alsmede waarom deze verbanden verschillend zijn bij mannen en vrouwen”

Coauteurs van de studies zijn UBC sociology professor Gerry Veenstra en UBC medicine profesor Dr. Nadia Kahn, en de studie werd gefinancierd door the Canadian Institutes of Health Research.

 

Vertaling: Arnoud