SARS-CoV-2 infectie kan antilichaamreactie tegen meerdere eiwitten veroorzaken

Alle coronavirussen produceren vier primaire structurele eiwitten en meerdere niet-structurele eiwitten. Het merendeel van het op antilichamen gebaseerde SARS-CoV-2-onderzoek was echter gericht op de spike- en nucleocapside-eiwitten. Een studie gepubliceerd in PLOS Biology door Anna Heffron, Irene Ong en collega’s van de Universiteit van Wisconsin-Madison, VS, toont aan dat er immuunresponsen kunnen ontstaan ​​tegen andere eiwitten die door het SARS-CoV-2-virus worden geproduceerd.

De werkzaamheid van op spike-eiwit gebaseerde vaccins is variabel en niet iedereen die is geïnfecteerd met SARS-CoV-2 produceert detecteerbare antilichamen tegen de spike- of nucleocapside-eiwitten. Daarom kunnen uitgebreide op antilichamen gebaseerde opties een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van vaccins, diagnostica en therapieën, vooral gezien de opkomst van nieuwe varianten. Om te onderzoeken of SARS-CoV-2-infectie robuuste antilichaamreacties induceert tegen alle SARS-CoV-2-eiwitten, hebben onderzoekers 79 “epitopen” in kaart gebracht – specifieke regio’s van het virale proteoom die antilichamen herkennen en waaraan ze binden. Ze testten ook of antilichamen die zich ontwikkelen als reactie op SARS-CoV-2 of bestaande antilichamen van eerdere blootstellingen aan coronavirussen zich kunnen binden aan een van de eiwitten in de zes andere bekende menselijke coronavirussen om mogelijke kruisreactieve epitopen te identificeren.

Naast spike- en nucleocapside-eiwitten lokaliseerden de auteurs voorheen onbekende, zeer reactieve B-celepitopen in de volledige reeks eiwitten in SARS-CoV-2 en andere coronavirussen, waardoor het potentieel voor toekomstige vaccin- en therapeutische ontwikkeling werd vergroot. Toekomstig onderzoek is echter nodig om te bepalen hoe lang deze antilichamen aanwezig blijven en of de reacties van gevaccineerde personen verschillen van degenen die vóór vaccinatie COVID-19 hebben opgelopen. Dr. Ong en collega’s zullen deze aspecten bij volwassenen en kinderen blijven onderzoeken.

Hoewel de auteurs niet direct een profiel hebben gemaakt van zorgwekkende varianten die zijn ontstaan ​​sinds het begin van de COVID-19-pandemie, identificeerde een vergelijking van het oorspronkelijke SARS-CoV-2-genoom met enkele van de zorgwekkende varianten talloze variaties in regio’s die zich of binnen 3 aminozuren van geïdentificeerde antilichaambindende epitopen.

Volgens de auteurs: “Onze uitgebreide profilering van antilichaamreactiviteit op epitoopniveau bij herstellende patiënten van COVID-19, bevestigd door onafhankelijke tests, levert nieuwe epitopen op die kunnen dienen als belangrijke doelen bij de ontwikkeling van verbeterde diagnostiek, vaccins en therapieën tegen SARS -CoV-2, zorgwekkende varianten en gevaarlijke menselijke coronavirussen die in de toekomst kunnen ontstaan”.