Cholesterol en vetprofiel bij geboorte gelinkt aan latere psychische gezondheid

Metingen in het navelstrengbloed kunnen kinderen hun sociaal-emotionele ontwikkeling voorspellen.

Baby’s die geboren worden met hoge niveaus slecht cholesterol en een bepaald type vet, zouden een verhoogd risico kunnen hebben op sociale en psychische problemen in hun jeugd, volgens nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen.

In een studie, die 1369 kinderen omvatte, gevolgd vanaf hun geboorte tot vijf jaar, ontdekten wetenschappers psychologie dat resultaten van een standaard bloedtest, bij de geboorte gedaan, kon voorspellen hoe leraren de kinderen scoorden qua emotieregulatie, zelfbewustzijn en interpersoonlijk gedrag vijf jaar later.

De resultaten werden gepubliceerd in Psychological Science, een blad van de Association of Psychological Science.

Onderzoekers Erika M. Manczak van de University of Denver and Ian Gotlib van de Stanford University waren met name geïnteresseerd in het kijken naar de lange termijn gevolgen van lipidenprofielen van kinderen—een meting van de hoeveelheid cholesterol en triglyceriden in het bloed. Triglyceriden zijn vetten die, bij hoge niveaus, het risico op beroertes en hartaandoeningen kunnen verhogen.

Manczak en Gotlib gebruikten gegevens van een doorlopende studie met kinderen, geboren tussen maart 2007 en december 2010  in de stad Bradford in de UK. Ze keken naar de gegevens van 1369 kinderen vanaf de geboorte tot vijf jaar. De baby’s hadden moeders van verschillende etnische achtergronden.

Wanneer de kinderen de leeftijd van drie jaar bereikten, werd aan de moeders gevraagd om de gezondheid van hun kinderen te scoren. En wanneer de kinderen vier tot vijf jaar oud waren, scoorden hun leraren hen qua psychologische ontwikkeling, inclusief zelfvertrouwen, controle met betrekking tot emoties, en interpersoonlijke relaties. De leraren werd gevraagd om elk kind met betrekking tot ontwikkeling, onder, gelijk of hoger qua verwachting te scoren.

Manczak en Gotlib ontdekten dat pasgeborenen wiens navelstrengbloed hoge niveaus van HDL- cholesterol– bekend als het “goede cholesterol“  omdat het vet van vaatwanden verwijdert– liet zien, significant meer kans hadden om later hoger gescoord te worden door hun leraren qua psychologische ontwikkeling. In contrast hiermee, hadden pasgeborenen wiens navelstrengbloed hoog scoorde qua triglyceriden en VLDL (very low density lipoprotein)-cholesterol, –bekend als het slechte cholesterol–, meer kans om door hun leraren lager gescoord te worden qua sociale en emotionele ontwikkeling. De resultaten waren qua etnische achtergrond en geslacht hetzelfde.

Manczak en Gotlib erkennen dat hun bevindingen correlationeel zijn en niet onomstotelijk aantonen dat vetten in navelstrengbloed leiden tot psychologische problemen in de toekomst. Maar de resultaten introduceren wel de mogelijkheid dat vetten een nieuw mechanisme kunnen zijn om rekening mee te houden wanneer men de oorzaken van mentale problemen wil begrijpen, zeggen ze.

“Als dit gereproduceerd wordt in andere studies, zou het suggereren dat vetprofielen bij geboorte een rol zouden kunnen spelen in het identificeren van kinderen die een verhoogd risico zouden kunnen hebben op latere psychologische problemen, en zo zorgverleners in staat kunnen stellen om vroeg te interveniëren”, aldus Manczak. “Het introduceert de mogelijkheid dat vetten een nieuw mechanisme kunnen zijn om rekening mee te houden wanneer men probeert om de oorzaken van mentale gezondheidsproblemen te begrijpen”.

Vertaling: Arnoud