Ziekte van Parkinson begint mogelijk al voor de geboorte

Stamcelstudies ontdekken haperende hersencellen bij patiënten die voor hun vijftigste gediagnosticeerd werden; onderzoekers testen potentiele nieuwe behandeling.

Mensen die de ziekte van Parkinson ontwikkelen voor hun vijftigste, zijn mogelijk geboren met verstoorde hersencellen die decennia lang onopgemerkt zijn gebleven, volgens nieuw Cedars-Sinai onderzoek. Het onderzoek wijst naar een medicijn dat mogelijk kan helpen om deze ziekteprocessen te corrigeren.

Parkinson komt voor wanneer hersenneuronen die dopamine maken, een stof die helpt om bewegingen van spieren te coördineren, verzwakt raken of afsterven. Symptomen, die gedurende de tijd verergeren, omvatten traagheid qua beweging, stijve spieren, trillingen en verlies van balans. In de meeste gevallen is de exacte oorzaak van het falen van de neuronen onduidelijk, en is er geen genezing mogelijk.

Minstens 500.000 mensen in de U.S. worden elk jaar gediagnosticeerd met de ziekte van Parkinson en dit getal is stijgende. Hoewel de meeste patiënten 60 jaar of ouder zijn wanneer ze worden gediagnosticeerd, is ongeveer 10 procent tussen de 21 en 50 jaar oud. De nieuwe studie, gepubliceerd in het blad Nature Medicine, focust op deze patiënten die al jong de diagnose krijgen.

“Parkinson, gediagnosticeerd op jonge leeftijd is met name hartverscheurend omdat het mensen raakt in de bloei van hun leven”, aldus Michele Tagliati, MD, hoofd van het Movement Disorders Program, vice chair, en professor in het Department of Neurology aan het Cedars-Sinai. “Dit fascinerende nieuwe onderzoek geeft hoop dat we op een dag in staat zijn om deze ziekte vroeg op te kunnen sporen en ernaar te handelen om de ziekte te kunnen voorkomen bij individuen die risico lopen” Tagliati was co-auteur van de studie.

Om de studie te kunnen doen genereerde het team speciale stamcellen, bekend als geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPS-cellen), van cellen van patiënten die op jonge leeftijd de ziekte van Parkinson hadden gekregen. Dit proces omvat het “terug in de tijd” zetten van volwassen bloedcellen, naar een primitieve embryonale staat. Deze iPS-cellen kunnen dan elk type cel van het menselijk lichaam produceren, allen genetisch gelijk aan de patiënt zijn of haar eigen cellen. Het team gebruikte de iPS-cellen om dopamine neuronen te produceren van elke patiënt en deze vervolgens te kweken in een schaaltje en de functies van de neuronen te analyseren.

“Onze techniek gaf ons een ‘beeld terug in de tijd’ om te zien hoe goed de dopamine neuronen zouden hebben gefunctioneerd vanaf het allereerste begin van het leven van de patiënt”, zegt Clive Svendsen, PhD, director van het Cedars-Sinai Board of Governors Regenerative Medicine Institute en professor of Biomedical Sciences and Medicine bij Cedars-Sinai. Hij was de seniorauteur van de studie. De onderzoekers ontdekten twee belangrijke abnormaliteiten bij de dopamine neuronen in het schaaltje:

-Accumulatie van een eiwit, genaamd alfa-synucleïne, welke voorkomt bij de meeste vormen van de ziekte van Parkinson.

– Haperende lysosomen, celstructuren die zich gedragen als “afvalbakken” voor de cel om eiwitten af te breken en op te ruimen. Dit haperen zou ervoor kunnen zorgen dat alfa-synucleïne opbouwt. “

“Wat we zien, gebruik makend van dit nieuwe model, zijn de allereerste tekenen van Parkinson beginnend op jonge leeftijd”, zegt Svendsen. “Het lijkt erop dat dopamine neuronen bij deze mensen zouden kunnen doorgaan met het verkeerd omgaan met alfa-synucleïne gedurende een periode van 20 of 30 jaar, waardoor de ziekte van Parkinson zich kan manifesteren”.

Vertaling: Arnoud