Waarom eten we ook als we geen honger hebben?

Stel: je zit aan een overheerlijk kerstdiner waarbij je – na zeven overdadige gangen – toch nog een stuk tiramisu neemt terwijl je echt wel vol zit. Waarom eten we dan toch door? Omdat je tante Jeanette zo lang in de keuken heeft staan zwoegen? Omdat je geleerd hebt je bordje leeg te eten? Of omdat je het gewoon heel lekker vindt?

Je verzadigingsgevoel zit heel ingewikkeld in elkaar. Veel mensen denken dat je pas stopt met eten als je maag vol zit en er fysiek niets meer bij past. Maar niets is minder waar. Het signaal om te stoppen met eten treedt grotendeels onbewust op en wordt in belangrijke mate beïnvloed door onze hormonen.

Hypothalamus: de centrale regelaar van verzadigingsgevoel

Diep in je hersenen, ter hoogte van je neus, zit een klein gebiedje dat een cruciale rol speelt bij het tot stand komen van je verzadigingsgevoel. Dit hersengebiedje heet de ‘hypothalamus’ en krijgt informatie vanuit allerlei organen – zoals ons lichaamsvet en onze darmen – over onze voedingstoestand. Als we gegeten hebben, komen er voedingsstoffen in onze dunne darm terecht. De dunne darm geeft vervolgens verschillende darmhormonen af, die op de hypothalamus afgevuurd worden. Pas als de hormonen daar goed en wel zijn aangekomen en hun boodschap hebben doorgegeven, ontstaat het verzadigingsgevoel en stoppen we met eten. Bij de een treedt dit verzadigingsgevoel eerder op dan bij de ander. Deze verschillen worden deels door onze genen bepaald. Als je aanleg hebt om een wat later verzadigingsgevoel te hebben, dan is de kans groter dat je bij de maaltijd een tweede of zelfs derde keer opschept. Én misschien ook wel wat dikker bent.

Hedonisch eten

Maar nu komt het. Het blijkt mogelijk te zijn om door dit ingenieus tot stand gekomen verzadigingsgevoel heen te eten. Hierbij speelt het beloningscentrum in de hersenen een belangrijke rol. Wanneer eten simpelweg té lekker is, zorgt dit beloningsgevoel ervoor dat er toch nog een toetje bij past. We noemen dit ‘hedonisch eten’. Anderen noemen dit ook wel ‘de toetjesmaag’. Een verschijnsel dat bij uitstek tijdens het kerstdiner in menig huishouden optreedt.

Kun je je verzadigingsgevoel beïnvloeden?

Wanneer je de hoeveelheid eten die je tijdens de feestdagen (of daarbuiten) naar binnen werkt enigszins binnen de perken wil houden, kan je op een slimme manier gebruik maken van de kennis over honger- en verzadigingshormonen. Enkele tips om ervoor te zorgen dat je eerder of langer een verzadigingsgevoel hebt: aangezien het gemiddeld zo’n twintig minuten duurt voordat de verzadigingshormonen in werking treden, helpt het om langzaam te eten en lang te kauwen. Eet van een kleiner bord (geeft door optische illusie een meer verzadigd gevoel) en met kleiner bestek (helpt langzamer te eten door de kleinere hoeveelheid eten per hap). En: neem eens een kopje laagcalorische soep of glas water (liefst koud!) vóór je maaltijd. Eet smakelijk!

Mariëtte Boon is internist in opleiding en promoveerde aan de afdeling Endocrinologie op de rol van bruin vet bij metabole ziekten. Nu doet ze daar sinds 5 jaar postdoctoraal onderzoek. Samen met internist Liesbeth van Rossum schreef ze het boek ‘VET belangrijk’ (€ 20,99 Ambo Anthos) vol feiten en fabels over lichaamsvet.

Bron: Lumc