Uitkeringsbedragen per 1 januari 2023

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2023

Per 1 januari 2023 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene Nabestaandenwet (Anw), Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), Werkloosheidswet (WW), Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Ziektewet (ZW) en Toeslagenwet (TW) aangepast. Dit komt doordat deze uitkeringen gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon.

Het minimumloon stijgt van € 1.756,20 naar € 1.934,40 bruto per maand. Tevens worden de minimumjeugdlonen per 1 januari 2023 herzien.

Brutominimumlonen (exclusief vakantietoeslag) naar leeftijd:

Per maand Per week Per dag
Vanaf 21 jaar € 1.684,80 1.934,40 446,40 89,28
20 jaar € 1.347,85 1.547,50 357,10 71,42
19 jaar € 1.010,90 1.160,65 267,85 53,57
18 jaar € 842,40 967,20 223,20 44,64
17 jaar € 665,50 764,10 176,35 35,27
16 jaar € 581,25 667,35 154,00 30,80
15 jaar € 505,45 580,30 133,90 26,78

De aangepaste uitkeringsbedragen volgen hieronder.

Participatiewet

Per 1 januari 2023 stijgen de bijstandsuitkeringen. De (netto) uitkeringen voor mensen vanaf 21 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd zijn (afhankelijk van leeftijd en situatie):

 

Gehuwden/samenwonenden
Per maand 1.622,68
Vakantie-uitkering 85,40
Totaal 1.708,08
Alleenstaanden en alleenstaande ouders                               
Per maand 1.135,88
Vakantie-uitkering 59,78
Totaal 1.195,66

De (netto) uitkeringen, voor mensen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd zijn (afhankelijk van leeftijd en situatie):

Gehuwden/samenwonenden
Per maand 1.716,84
Vakantie-uitkering 90,36
Totaal 1.807,20
Alleenstaanden en alleenstaande ouders                               
Per maand 1.264,14
Vakantie-uitkering 66,53
Totaal 1.330,67

De (netto) uitkeringen voor mensen die in een inrichting verblijven zijn (afhankelijk van leeftijd en situatie):

Gehuwden/samenwonenden
Per maand 559,48
Vakantie-uitkering 29,45
Totaal 588,93
Alleenstaanden en alleenstaande ouders
Per maand 359,69
Vakantie-uitkering 18,93
Totaal 378,62

 

Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of meer personen van 21 jaar of ouder waarmee kosten kunnen worden gedeeld, geldt op grond van de kostendelersnorm een lager bedrag. Per 1 januari 2023 is de kostendelersnorm gewijzigd zodat alleen medebewoners van 27 jaar of ouder meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten.

Om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering is ook relevant of er sprake is van eigen vermogen. Onderstaand een overzicht van het vermogen dat de verschillende groepen mogen hebben om nog in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering:

 

Gehuwden/samenwonenden en alleenstaande ouders 15.210,-
Alleenstaanden 7.605,-

 

Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en in een eigen huis wonen, geldt aanvullend dat € 64.100,- van het vermogen gebonden aan de woning is vrijgesteld.

 

IOAW en IOAZ

De IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) is bedoeld voor oudere langdurig werklozen, die geboren zijn vóór 1 januari 1965 en die 50 jaar of ouder waren, en nog niet de AOW-leeftijd hadden bereikt, toen zij werkloos werden. De IOAW is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen.

De IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd, of ex-zelfstandigen die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. De IOAZ is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen.

De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. Op onderstaande bedragen worden de bruto-inkomsten in mindering gebracht.

Gehuwden/samenwonenden (beide partners 21 jaar of ouder)
Per maand 1.752,64
Vakantie-uitkering 140,22
Totaal 1892,86

 

Alleenstaanden en alleenstaande ouders zonder meerderjarige medebewoners
Per maand 1.378,76
Vakantie-uitkering 110,30
Totaal 1.489,06
Alleenstaanden en alleenstaande ouders met een of meer medebewoners van 21 jaar of ouder waarbij alleen medebewoners van 27 jaar of ouder meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten  (kostendelersnorm)
Per maand 876,32
Vakantie-uitkering 70,11
Totaal 946,43

In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Bij de IOAW wordt wel rekening gehouden met andere inkomsten. Bij de IOAZ wordt rekening gehouden met andere inkomsten en het eigen vermogen. Van het vermogen dat iemand meer heeft dan € 167.116,- wordt jaarlijks drie procent verrekend met de uitkering.

Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, geldt dat zij  tot maximaal € 149.002,- voor aanvullende pensioenvoorzieningen mogen hebben zonder dat dit met hun uitkering wordt verrekend.

WW, WIA, WAO en ZW, en maximumdagloon

Per 1 januari 2023 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW verhoogd met 10,15%, in lijn met de stijging van het brutominimumloon per dag. Per 1 januari 2023 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto € 232,90 naar bruto             € 256,54.

Wajong

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De basis waarop de uitkering wordt berekend (het brutominimumloon), gaat per 1 januari 2023 omhoog. Ook de basisbedragen voor Wajongers beneden de 21 jaar, die worden afgeleid van de bruto minimumjeugdlonen, worden verhoogd.

 

Bruto bedragen (exclusief vakantietoeslag) per dag vanaf 1 januari 2023:

 

Vanaf 21 jaar 88,94
20 jaar 71,15
19 jaar 53,36
18 jaar 44,47

 

Voor Wajong- gerechtigden onder de 21 jaar worden de hoogtes van de tegemoetkoming per 1 januari 2023 als volgt aangepast:

Bruto tegemoetkomingen per maand:

 

20 jaar 11,80
19 jaar 19,67
18 jaar 20,48

 

Toeslagenwet

De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat hierbij onder meer om de WW-, WIA-, WAO-, Wajong- en ZW- uitkering.

 

Het bedrag voor gehuwden is gebaseerd op 100% van het brutominimumloon. Het bedrag voor alleenstaanden vanaf 21 jaar is gebaseerd op 70% van het nettominimumloon. De bedragen voor 18 t/m 20-jarigen zijn gebaseerd op 75% van het corresponderende netto minimumjeugdloon.

Sinds 1 juli 2016 geldt de kostendelersnorm in de Toeslagenwet. Per 1 januari 2023 zijn de brutobedragen per dag (exclusief vakantietoeslag en afhankelijk van leeftijd en situatie) waarbij alleen medebewoners van 27 jaar of ouder meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten:

 

Gehuwden/samenwonenden 88,94
Alleenstaanden vanaf 21 jaar 63,40
Kostendeler vanaf 21 jaar waarbij alleen medebewoners van 27 jaar of ouder meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten 40,30
Alleenstaanden van 20 jaar 48,99
Alleenstaanden van 19 jaar 35,70
Alleenstaanden van 18 jaar 29,22

AOW

De AOW-bedragen worden afgeleid van het nettominimumloon per maand. De hoogte van de te ontvangen AOW is afhankelijk van de opbouw en leefvorm. Voor elk jaar dat iemand is verzekerd wordt 2% AOW opgebouwd. Iemand krijgt een volledig AOW- pensioen als hij de 50 jaar voor de AOW-leeftijd altijd verzekerd is geweest.

Het bedrag voor alleenstaanden is gebaseerd op 70% van het nettominimumloon, dat van gehuwden en samenwonenden op 50% van het nettominimumloon.

Voor gehuwde of samenwonende AOW’ers van wie de partner jonger is dan de AOW- gerechtigde leeftijd gelden afwijkende regels. De AOW is gebaseerd op 50% van het nettominimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto € 968,86). Vanaf 1 januari 2015 is de partnertoeslag gesloten voor nieuwe instroom. Hierop geldt één uitzondering: mensen die als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd pas na 1 januari 2015 AOW-gerechtigd zijn geworden, hebben nog wel recht op toeslag. Het gaat hier om mensen die in november en december 2014 65 jaar zijn geworden.

 

Als het recht op AOW al is ingegaan voor 1 februari 1994, dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen gebaseerd op 70% van het nettominimumloon. De toeslag voor deze AOW’ers is maximaal 30 procent.

De bruto uitkeringsbedragen per 1 januari 2023, voor AOW’ers van wie het recht op pensioen is ingegaan na 1 februari 1994, zijn:

 

Gehuwden/samenwonenden
Per maand 968,86
Vakantie-uitkering 51,25
Totaal 1020,11
Gehuwden/samenwonenden met maximale toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd)
Per maand 1937,72
Vakantie-uitkering 102,50
Totaal 2040,22

 

Maximale toeslag
Per maand 968,86
Vakantie-uitkering 51,25
Totaal 1020,11
Alleenstaanden
Per maand 1425,80
Vakantie-uitkering 71,77
Totaal 1497,57

 

De bruto uitkeringsbedragen per 1 januari 2023 voor AOW’ers van wie het recht op pensioen is ingegaan vóór 1 februari 1994 zijn:

Gehuwden/samenwonenden
Per maand 968,86
Vakantie-uitkering 51,25
Totaal 1020,11
Gehuwden/samenwonenden met partner jonger dan de AOW- leeftijd (zonder partnertoeslag)
Per maand 1425,80
Vakantie-uitkering 71,77
Totaal 1497,57
Alleenstaanden
Per maand 1425,80
Vakantie-uitkering 71,77
Totaal 1497,57

In bovenstaande overzichten gaat het om bedragen zonder de inkomensondersteuning AOW. Deze bedraagt vanaf januari 2023 € 5,- bruto per maand vanwege een beleidsmatige verlaging waartoe is besloten bij Miljoenennota 2023.

Anw

De Algemene nabestaandenwet (Anw) is bedoeld voor volwassenen van wie de partner is overleden en die voor een kind zorgen dat jonger is dan 18 jaar of volwassenen van wie de partner is overleden en die meer dan 45 procent arbeidsongeschikt zijn. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie ongehuwd werd samengewoond. De nabestaandenuitkering is gebaseerd op 70 procent van het netto referentieminimumloon.

Weeskinderen kunnen een wezenuitkering krijgen die afhankelijk is van de leeftijd.

De hoogte van de Anw-uitkering is afhankelijk van het inkomen dat de nabestaande uit werk heeft. Andere uitkeringen worden afgetrokken van het bedrag dat iemand ontvangt. Van het inkomen uit arbeid wordt 50 procent van het brutominimumloon plus een derde deel van wat iemand bovenop deze 50 procent van het brutominimumloon verdient niet afgetrokken van het bedrag. De Anw-uitkering vervalt als het inkomen uit arbeid meer bedraagt dan een bepaald maximum.

Sinds 1 juli 2015 geldt de kostendelersnorm in de Anw. De norm is per 1 januari 2019 vastgesteld op 50 procent van het nettominimumloon. Alleen medebewoners van 27 jaar of ouder tellen mee als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten.

Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de Anw) ontvingen, krijgen in ieder geval een uitkering van 30 procent van het brutominimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.

In onderstaand overzicht zijn de bruto Anw-bedragen per 1 januari 2023 opgenomen. De bedragen zijn zonder de tegemoetkoming Anw. Deze is € 19,03 bruto per maand.

Alleenstaanden
Per maand 1398,11
Vakantie-uitkering 90,20
Totaal 1488,31
Verzorgingsuitkering
Per maand 881,58
Vakantie-uitkering 64,42
Totaal 946,00
Kostendelersnorm
Per maand 881,58
Vakantie-uitkering 64,42
Totaal 946,00
Wezenuitkering tot 10 jaar
Per maand 447,40
Vakantie-uitkering 28,86
Totaal 476,26
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
Per maand 671,09
Vakantie-uitkering 43,30
Totaal 714,39
Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar
Per maand 894,79
Vakantie-uitkering 57,73
Totaal 952,52

Kinderbijslag

Ouders en verzorgers van kinderen tot en met 17 jaar ontvangen kinderbijslag (AKW). Het kinderbijslagbedrag is per 1 januari 2023 aangepast in lijn met de ontwikkeling van de consumentenprijs.

De bedragen per 1 januari 2023 zijn:

Per kind 0 t/m 5 jaar (70%)

 

269,76
Per kind 6 t/m 11 jaar (85%)

 

327,56
Per kind 12 t/m 17 jaar (100%)


Het jaarlijkse extra kinderbijslagbedrag voor ouders met thuiswonende zorg intensieve kinderen wordt wel geïndexeerd in lijn met de ontwikkeling van de consumentenprijs en bedraagt per 1 januari 2020 € 2.200,64 per kalenderjaar. Deze tegemoetkoming geldt voor alleenverdienende en alleenstaande ouders met een thuiswonend kind dat intensieve zorg nodig heeft in de leeftijd van drie tot achttien jaar.

385,37