Onvoldoende steroïde in placenta verhoogt het risico op autisme

Een studie op experimentele modellen suggereert dat allopregnanolone, één van de hormonen die tijdens de zwangerschap door de placenta worden geproduceerd, zo essentieel voor de normale ontwikkeling van de foetale hersenen dat die abrupt stopt wanneer de toevoer van dit hormoon vermindert, zoals gebeurt bij vroeggeboorte; deze nakomelingen ontwikkelen vaker autistisch gedrag. Een onderzoeksteam van het Kinder Nationaal Ziekenhuis rapporteerde de bevindingen op 20 oktober 2019, tijdensop de jaarlijkse bijeenkomst van Neuroscience 2019.

“Voor zover wij weten, heeft geen ander onderzoeksteam onderzocht hoe placenta allopregnanolone (ALLO) bijdraagt aan de ontwikkeling van de hersenen en gedrag op lange termijn” zegt Claire-Marie Vacher, Ph.D., hoofdauteur.” Onze studie komt tot de bevinding dat gericht verlies van ALLO in de baarmoeder leidt tot structurele veranderingen van het cerebellum – een hersengebied dat essentieel is voor motorische coördinatie, de balans en de sociale cognitie – en het risico verhoogt op het ontwikkelen van autisme,” zegt Vacher.

Volgens de Centers for Disease Control and Prevention, wordt ongeveer 1 op 10 zuigelingen te vroeg geboren; vóór 37 weken zwangerschap en 1 op 59 ontwikkelen autisme.

Naast het presenteren van de samenvatting op maandag 21 oktober, zal Anna Penn, M.D., Ph.D., de hoofdauteur van de samenvatting, het onderzoek bespreken met verslaggevers tijdens een nieuwsconferentie van Neuroscience 2019. Dit Children’s National abstract is één van 14.000 abstracts ingediend voor de meeting, ‘s werelds grootste bron van recent nieuws over hersenwetenschap en gezondheid.

De productie van ALLO door de placenta stijgt in het tweede trimester van de zwangerschap en de niveaus van de neurosteroïde pieken als de foetussen de volledige termijn naderen.

Om te onderzoeken wat er gebeurt als ALLO-voorraden worden verstoord, creëerde het onderzoeksteam onder leiding van Children’s National een nieuw transgeen preklinisch model waarin ze een gen verwijderden dat essentieel is voor ALLO-synthese. Wanneer de productie van ALLO in de placenta’s van deze experimentele modellen daalde, vertoonden de nakomelingen permanente neurologische veranderingen op een geslachts- en regiospecifieke manier.

“Vanuit een structureel perspectief, verschenen de meest uitgesproken cerebrale afwijkingen in de witte stof van het cerebellum,” voegt Vacher eraan toe. “We vonden een verhoogde dikte van de myeline, een lipiderijk isolerende laag die zenuwvezels beschermt. Vanuit gedragsperspectief standpunt vertoonden mannelijke nakomelingen waarvan het ALLO-aanbod plotseling was verminderd, meer repetitief gedrag en sociale tekortkomingen – twee kenmerken bij de mens die een autismespectrumstoornis hebben. ”

Positief is wel dat het verstrekken van één enkele ALLO-injectie tijdens de zwangerschap voldoende was om zowel de cerebrale afwijkingen als het afwijkende sociaal gedrag bij experimentele modellen af te wenden.

Het onderzoeksteam lanceert nu een nieuw gebied van onderzoeksfocus, dat zij “neuroplacentologie” noemen, om de rol van de placenta beter te begrijpen bij de ontwikkeling van de foetale en pasgeboren hersenen.

“De gegevens van ons team leveren opwindend nieuw bewijs dat het belang onderstreept van placentale hormonen bij het vormen en programmeren van de ontwikkeling van foetale hersenen,” merkt Vacher op.

Vertaling: Andre Teirlinck

November 2019