Je hersengezondheid kan afhangen van je woonomgeving

Mensen van middelbare leeftijd en ouderen in achterstandswijken (gebieden met hogere armoedegrens en minder kans op opleiding en werkgelegenheid) vertoonden meer hersenafname op hersenscans dan mensen die in een minder nadelige omgeving woonden, volgens een studie gepubliceerd op 14 april 2021 in de online uitgave van Neurology®, het medische vakblad van de American Academy of Neurology. Onderzoekers menen dat een dergelijke hersenveroudering een teken kan zijn van het eerste stadium van dementie.

“Wereldwijd is dementie een belangrijke oorzaak van ziekte en een desastreuze diagnose,” zegt studie auteur Amy J.H. Kind, MD, PhD, van de University of Wisconsin School of Medicine and Public Health in Madison. “Op dit moment zijn er geen behandelingen om de ziekte te genezen, dus het vaststellen van mogelijke risicofactoren is belangrijk. Er is overtuigend bewijs dat de sociale, economische, culturele en lichamelijke omstandigheden van invloed kunnen zijn op iemands gezondheid. We wilden vaststellen of deze omgevingsfactoren het risico op neurodegeneratie en cognitieve achteruitgang verhogen die in verband staan met de eerste stadia van de ziekte van Alzheimer en dementie.”

Voor de studie kozen de wetenschappers 601 mensen uit twee grotere onderzoeken onder inwoners van Wisconsin. De deelnemers hadden een gemiddelde leeftijd van 59 en geen denk-of geheugenproblemen aan het begin van het onderzoek, alhoewel bij 69% dementie in de familie voorkwam. Zij werden 10 jaar lang gevolgd.

De deelnemers kregen een eerste MRI hersenscan en daarna aanvullende scans elke drie tot vijf jaar. Bij elke scan werd het hersenvolume gemeten in die hersengebieden gelinkt aan de ontwikkeling van Alzheimer en dementie. De deelnemers kregen ook elke twee jaar denk- en geheugentests, waaronder tests voor het verwerken van snelheid, mentale flexibiliteit en uitvoerende functies.

De onderzoekers gebruikten het woonadres van iedere deelnemer en een meting genaamd de Area Deprivation Index om vast te stellen of de deelnemer in een bevoordeelde of achterstandswijk woonde. De wijken in de index worden bepaald door volkstellingsgebieden van 1.500 inwoners. In de index wordt informatie bijgehouden over de socio-economische omstandigheden van elke wijk en zijn inwoners, waarbij de wijken ingedeeld worden op basis van 17 indicatoren als inkomen, werk, educatie en woonkwaliteit.

Van alle deelnemers woonde 19% in de 20% meest slechte achterstandswijken van hun provincie en 582 mensen woonden in de resterende 80% van alle andere wijken in hun provincie. Mensen uit de eerste groep werden daarna een tot vier keer vergeleken met mensen uit de tweede groep op ras, geslacht, leeftijd en opleiding.

Aan het begin van de studie was er geen verschil in hersenvolume tussen mensen die woonden in de slechtste achterstandswijken en andere wijken. Maar aan het eind ontdekten de onderzoekers hersenafname in hersengebieden geassocieerd met dementie bij mensen in de slechtste achterstandswijken, terwijl er geen afname was in de andere groep. De onderzoekers zagen ook meer afname in de tests die het risico op Alzheimer meten.

“Onze uitkomsten suggereren dat meer alertheid van de gezondheidszorg op de eerste tekenen van dementie vooral voor deze kwetsbare bevolkingsgroep extra belangrijk is,” zegt Kind. “Een paar mogelijke oorzaken van deze hersenveranderingen kunnen zijn: luchtvervuiling, gebrek aan gezonde voeding en gezondheidszorg, en stressvolle levensomstandigheden. Meer onderzoek naar mogelijke sociale en biologische trajecten kunnen behulpzaam zijn voor artsen, onderzoekers en beleidsmakers om effectieve routes te bepalen voor preventie en interventie bij Alzheimer en gerelateerde dementie.

Beperkingen van het onderzoek waren o.a. het kleine aantal deelnemers uit zeer slechte achterstandswijken en een gelimiteerde geografische opzet. Toekomstige onderzoeken zouden gedaan moeten worden met grotere en meer diverse groepen mensen over langere periodes.

De studie werd ondersteund door het National Institute on Aging, het National Institute on Minority Health and Health Disparities en de University of Wisconsin Institute for Clinical and Translational Research.

Vertaling: Ellen Lam