Een internationaal onderzoeksteam van de Universiteit van Göttingen en de Universiteit van Edinburgh heeft onderzocht in hoeverre 186 landen zelfvoorzienend zijn in voedselproductie. De resultaten, gepubliceerd in Nature Food, tonen aan dat slechts één op de zeven landen voldoende produceert in vijf of meer essentiële voedselgroepen volgens het Livewell-dieet van het Wereld Natuur Fonds. Slechts Guyana is volledig zelfvoorzienend in alle zeven groepen; China en Vietnam scoren zes van de zeven.
Vooral in het Caribisch gebied, West-Afrika en de Golfstaten is de voedselzelfvoorziening laag. Sommige landen produceren zelfs niet genoeg van één enkele voedselgroep. Vlees, zuivel, peulvruchten, noten, zaden en groenten worden wereldwijd onvoldoende lokaal geproduceerd. Zo produceert de Democratische Republiek Congo slechts 15% van zijn vleesbehoefte.
Bovendien zijn veel landen sterk afhankelijk van één handelspartner voor hun voedselimport, wat hen extra kwetsbaar maakt – vooral kleinere eilandstaten en landen in Midden-Amerika en het Caribisch gebied.
De onderzoekers benadrukken het belang van internationale handel en samenwerking voor gezonde en duurzame diëten. Tegelijkertijd waarschuwen ze dat eenzijdige afhankelijkheid van import risico’s met zich meebrengt. Daarom is het opbouwen van veerkrachtige voedselketens cruciaal voor de volksgezondheid.
