Zonnestormen en het Carrington event

Het Carrington-event, ook bekend als de zonnevlam van 1859, was een krachtige zonnevlam die plaatsvond op 1 september 1859. De naam komt van de Britse astronoom Richard Carrington, die de gebeurtenis waarnam en documenteerde. De zonnevlam veroorzaakte een krachtige uitbarsting van zonnewind en geladen deeltjes die de aarde troffen. De impact van deze geomagnetische storm was opvallend: er werden poollichten (aurora’s) gezien op plaatsen waar ze normaal gesproken zelden of nooit voorkwamen, zoals bijvoorbeeld in delen van de Verenigde Staten, Mexico en de evenaar. De elektrische stroom in telegraaflijnen werd verstoord, wat leidde tot het uitvallen van communicatie in sommige gebieden.

Als een vergelijkbare gebeurtenis zich vandaag zou voordoen, zou de impact veel groter zijn vanwege onze afhankelijkheid van moderne technologie. Een krachtige zonnevlam kan elektriciteitsnetwerken beschadigen, satellieten uitschakelen en communicatiesystemen verstoren. Wetenschappers en beleidsmakers houden daarom rekening met de mogelijkheid van een “moderne Carrington-event” en werken aan manieren om onze technologische infrastructuur beter te beschermen tegen dergelijke zonnestormen.

Wat zijn de risico’s van zo’n gebeurtenis in deze tijd?

Zonnestormen, ook wel bekend als geomagnetische stormen, vormen een specifiek risico dat verband houdt met de activiteit van de zon. Deze stormen worden veroorzaakt door uitbarstingen op de zon, waarbij grote hoeveelheden geladen deeltjes de ruimte in worden geslingerd. De impact van zonnestormen op de aarde kan diverse risico’s met zich meebrengen:

  1. Satellietschade: Zonnestormen kunnen schadelijk zijn voor satellieten in de ruimte. De geladen deeltjes kunnen elektronica beschadigen en storingen veroorzaken in communicatiesatellieten, weersatellieten en navigatiesatellieten.
  2. Energienetwerkuitval: Sterke geomagnetische stormen kunnen verstoringen veroorzaken in elektriciteitsnetwerken. Dit kan leiden tot stroomuitval, vooral in gebieden met langere elektriciteitsleidingen. Transformatoren en andere onderdelen van het elektriciteitsnet kunnen beschadigd raken.
  3. Communicatiestoornissen: Radiocommunicatie, inclusief luchtverkeersleiding en maritieme communicatie, kan worden verstoord door zonnestormen. Dit kan gevolgen hebben voor veiligheidskritieke systemen die afhankelijk zijn van ononderbroken communicatie.
  4. Navigatiesystemen: Het Global Positioning System (GPS) kan verstoord worden door zonnestormen, wat invloed heeft op nauwkeurige locatiebepaling. Dit kan problemen veroorzaken voor transport, navigatie en geolocatieservices.
  5. Hoogspanningsleidingen: Langdurige geomagnetische stormen kunnen stroomtransformatoren beschadigen, vooral in gebieden met lange hoogspanningsleidingen. Dit kan leiden tot grootschalige stroomuitval en de noodzaak van dure reparaties.
  6. Luchtvaart: Stralingsniveaus in de hogere atmosfeer kunnen tijdens zonnestormen toenemen, wat kan leiden tot verhoogde blootstelling aan straling voor vliegtuigbemanning en passagiers op grote hoogten.

Om deze risico’s aan te pakken, wordt er onderzoek gedaan naar manieren om satellieten, elektriciteitsnetwerken en andere essentiële infrastructuur te beschermen tegen de effecten van zonnestormen. Het monitoren van zonneactiviteit en het ontwikkelen van waarschuwingssystemen zijn belangrijke stappen om de impact van deze natuurlijke gebeurtenissen te verminderen.