Emotioneel welzijn heeft een verband met gezonde darmen

Specifieke soorten bacteriën waren aanwezig met een hogere abundantie bij vrouwen die aangaven gelukkiger en hoopvoller te zijn en betere vaardigheden op het gebied van emotie beheersing te hebben.

Een nieuwe studie door onderzoekers van Brigham and Women’s Hospital, één van de oprichters van het gezondheidszorgsysteem Mass General Brigham, en de Harvard T.H. Chan School of Public Health heeft bacteriën in onze darmen in verband gevonden met positieve emoties zoals geluk en hoop en gezondere vaardigheden voor emotie beheer. Hun resultaten zijn onlangs gepubliceerd in Psychological Medicine.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat de hersenen communiceren met het maagdarmkanaal via de darm-hersenas. Een theorie is dat de  darmflora een hoofdrol speelt in de darm-hersenas, waarbij fysieke en emotionele gezondheid met elkaar worden verbonden.

“De darm bevat biljoenen micro-organismen die gezamenlijk bekend staan als de darmflora. Veel onderzoeken hebben aangetoond dat verstoringen ervan de darm-hersenas kunnen aantasten en kunnen leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, waaronder angst, depressie en zelfs neurologische aandoeningen”, zegt corresponderend auteur Yang-Yu Liu, PhD, associate scientist in de Brigham’s Channing Division of Network Medicine en universitair hoofddocent Geneeskunde aan de Harvard Medical School.

“Deze interactie vloeit waarschijnlijk in beide richtingen: de hersenen kunnen invloed hebben op de darmen en omgekeerd. De emoties die we hebben en hoe we ermee omgaan, kunnen de darmflora beïnvloeden, en de flora kan ook van invloed zijn op hoe we ons voelen”, zegt hoofdauteur Shanlin Ke, PhD, die aan het onderzoek werkte als postdoctoraal onderzoeker in het laboratorium van Liu.

De darm-hersenas kan ook de lichamelijke gezondheid beïnvloeden. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat positieve emoties en gezonde emotionele regulatie verband houden met een langere levensduur. Daarentegen zijn negatieve emoties gekoppeld aan hogere percentages hart- en vaatziekten en sterfte door alle oorzaken, volgens co-corresponderend auteur Laura Kubzansky, PhD, professor in sociale en gedragswetenschappen bij de afdeling Sociale en Gedragswetenschappen aan de Harvard T.H. Chan School voor Volksgezondheid.

De nieuwe studie omvatte meer dan 200 vrouwen uit de Mind-Body Study, een substudie van de Nurses’ Health Study II. Deze voornamelijk blanke vrouwen van middelbare leeftijd vulden een enquête in waarin werd gevraagd naar hun gevoelens in de afgelopen 30 dagen: positief (zich gelukkig of hoopvol voelen over de toekomst) of negatief (verdrietig, bang, bezorgd, rusteloos, hopeloos, depressief of eenzaam). In het onderzoek werd ook beoordeeld hoe ze met hun emoties omgingen. De twee opties waren de situatie anders formuleren om deze in een positiever daglicht te zien (cognitieve herwaardering) of zich ervan weerhouden hun negatieve emoties te uiten (onderdrukking). Het onderdrukken van iemands gevoelens is vaak een minder effectieve manier om ermee om te gaan en kan leiden tot slechtere mentale en fysieke gezondheidsresultaten, zei mede auteur Anne-Josee Guimond, PhD, die aan het onderzoek werkte als postdoctoraal onderzoeker in het laboratorium van Kubzansky.

Drie maanden na het beantwoorden van de enquête verstrekten de vrouwen ontlastingsmonsters. De ontlastingsmonsters werden geanalyseerd met behulp van metagenomische sequencing. Het team vergeleek de resultaten van de microbiële analyse met de antwoorden op de enquête over emoties en manieren om ze te beheersen om verbanden te zoeken.

“Sommige soorten die in de analyse opdoken, werden eerder in verband gebracht met slechte gezondheidsresultaten, waaronder schizofrenie en hart- en vaatziekten,” zei Guimond. “Deze verbanden tussen emotie regulatie en de darmflora kunnen de fysieke gezondheidsresultaten beïnvloeden en verklaren hoe emoties de gezondheid beïnvloeden.”

Uit de analyse bleek dat mensen die hun emoties onderdrukten een minder diverse darmflora hadden. Ze ontdekten ook dat mensen die gelukkiger waren, lagere niveaus van Firmicutes-bacterie CAG 94 en Ruminococcaceae-bacterie D16 hadden. Aan de andere kant hadden mensen met meer negatieve emoties meer van deze bacteriën.

“Ik was geïntrigeerd dat positieve en negatieve emoties vaak consequent vergelijkbare bevindingen in tegengestelde richtingen hadden”, zei Kubzansky. “Dit is wat je zou verwachten, maar ik vind het verbazingwekkend dat we het hebben gezien.”

De onderzoekers onderzochten ook wat de microben in de darm aan het doen waren op functioneel niveau, waarbij ze zochten naar verbanden tussen veranderingen in de capaciteit van deze activiteit en specifieke emotionele toestanden en emotie regulatiemethoden. Ze ontdekten dat negatieve emoties verband hielden met verminderde capaciteitsactiviteit bij meerdere metabolisme gerelateerde acties.

Deze studie was beperkt omdat de proefpersonen voornamelijk postmenopauzale blanke vrouwen waren. De emotie-enquête is ook op een bepaald moment gedaan, zodat de onderzoekers de richting van de link niet konden ontcijferen. De wetenschappers willen het onderzoek herhalen met meer diverse populaties, een uitgebreider emotioneel onderzoek en longitudinale data. Een meer specifieke analyse van de microbiële stammen kan ook helpen bij het ontwikkelen van op de flora gebaseerde therapieën zoals probiotica om emoties en welzijn te verbeteren.

Vertaling persbericht: Andre Teirlinck