Relatie tussen sociale deprivatie en artrose

Sociale deprivatie kan de psychologische gezondheid aantasten en dagelijkse activiteiten uitdagender maken voor mensen met artrose

Sociale deprivatie, wat kan leiden tot stoornissen in geheugen en concentratie, kan dagelijkse activiteiten, zoals boodschappen doen of huishoudelijk werk verrichten, een uitdaging vormen voor mensen met pijnlijke artrose.

Volgens een nieuwe studie gepubliceerd in Scientific Reports kunnen een laag opleidingsniveau en verhoogde angst mensen met artrose ook kwetsbaarder maken voor moeilijkheden bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten.

De bevindingen van het onderzoek, geleid door experts van de Schools of Medicine and of Psychology aan de Universiteit van Nottingham, suggereren dat het vroeg aanpakken van deze sociaaleconomische en psychologische factoren (op het moment van diagnose), zou kunnen helpen om functionele beperkingen te verminderen en de kwaliteit van leven van mensen met artrose te verbeteren.

Artrose is wereldwijd de belangrijkste en snelst groeiende oorzaak van chronische pijn. Personen met pijnlijke artrose zoeken vaak medische hulp wanneer hun pijn niet langer onder controle is en hun vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren, zoals winkelen of huishoudelijk werk, begint te belemmeren. Moeilijkheden bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten dragen bij tot een slechte kwaliteit van leven bij mensen met artrose.

Het team van experts, geleid door Afroditi Kouraki van de School of Medicine, gebruikte gegevens van bijna 1.000 mensen met nieuw gediagnosticeerde artrose, die zeven jaar lang werden gevolgd via de Survey of Health, Aging and Retirement in Europe (SHARE) in 28 Europese landen.

Om de twee jaar vond een follow-up plaats met deelnemers, waarbij ze vragen beantwoordden over hoe ze zich voelden, hun pijn, hun vermogen om alledaagse taken uit te voeren, hun opleiding en hun deelname aan het dagelijks leven, sociale activiteiten en de kwaliteit van hun buurt. Ze namen ook deel aan tests om hun cognitieve vaardigheden te meten, waaronder tests van geheugen en concentratie.

Het team testte hoe sociaaleconomische factoren (sociale deprivatie en opleiding) vroeg in de ziekte, vóór de diagnose van pijnlijke artrose, bijdroegen aan moeilijkheden bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten na diagnose en de rol van psychologische factoren (angst en cognitief vermogen) die deze relatie kunnen beïnvloeden.

In onze studie vonden we dat sociale deprivatie en een lage opleidingsstatus geassocieerd zijn met een verhoogde functionele handicap bij patiënten met pijnlijke artrose, en dit kan worden versterkt door respectievelijk een slecht cognitief vermogen en verhoogde angst. “Dit suggereert dat het verbeteren van het cognitieve vermogen en het verminderen van angst vroeg in het ziekteverloop de impact van sociaaleconomische factoren op latere functionele beperkingen bij mensen met pijnlijke artrose zou kunnen verminderen. “

Vertaling: Andre Teirlinck