Microvezels in het milieu

Uit nieuw onderzoek blijkt dat het dragen van kleding nog grotere hoeveelheden microvezels afgeeft in het milieu dan het wassen ervan.

In een eerste studie vergeleken wetenschappers van het Institute for Polymers, Composites and Biomaterials van de National Research Councilvan Italië (IPCB-CNR) en de Universiteit van Plymouth vier verschillende soorten polyester kleding op de hoeveelheid vezels die zij vrijgeven bij het dragen en wassen.

De resultaten toonden aan dat tot 4.000 vezels per gram stof kunnen worden vrijgegeven tijdens een conventionele wasbeurt, terwijl tot 400 vezels per gram stof kan worden afgeworpen door kledingstukken gedurende slechts 20 minuten te dragen.

Opgeschaald geven de resultaten aan dat één persoon bijna 300 miljoen polyester microvezels per jaar vrijlaat in het milieu bij het wassen en meer dan 900 miljoen door het eenvoudig dragen van deze kledingstukken.

Bovendien waren er significante verschillen, afhankelijk van hoe de kledingstukken werden gemaakt waaruit de onderzoekers concluderen dat het ontwerpen van kleding  en de fabrikatie een belangrijke rol spelen bij het vrijkomen van microvezels in het milieu.

Het onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Science and Technologie, werd uitgevoerd door wetenschappers van de National Research Council van Italië en de universiteit van Plymouth. Het bouwt voort op hun vorige studies waaruit bleek dat er aanzienlijke hoeveelheden vezels vrijkomen tijdens het wasproces.

Dr. Francesca De Falco, Research Fellow bij IPCB-CNR en hoofdauteur zei: “Onlangs is er meer bewijsmateriaal gevonden op de aanwezigheid van synthetische microvezels niet alleen in aquatische omgevingen maar ook in atmosferische. Dat is waarom wij besloten om deze reeks experimenten te ontwerpen om de afgifte van microvezels te bestuderen. Dit is een soort vervuiling dat vooral aan de bron zou moeten optreden maar we hebben de invloed van verschillende textielparameters onderzocht. Resultaten hebben aangetoond dat textiel met een zeer compacte structuur zoals geweven met sterk garen en samengesteld uit continue filamenten minder microvezels vrijgeeft in zowel lucht als water.”

De studie vergeleek vier verschillende kledingstukken die op 40 ° C werden gewassen waarbij alle vrijgegeven vezels werden verzameld.  Tussen de 700 en 4.000 afzonderlijke vezels werden vrijgegeven per gram stof tijdens één enkele wasbeurt.

De onderzoekers creëerden ook een speciaal proper laboratorium dat door meerdere vrijwilligers werd gebruikt die elk van de vier kledingstukken afzonderlijk droegen en een reeks bewegingen uitvoerden die een mix van activiteiten uit het echte leven simuleren.  Alle vezels uitgestoten door de kledingstukken werden vervolgens verzameld wat tot 400 per gram stof resulteerde in slechts 20 minuten.

Het polyester/katoen kledingstuk vertoonde de grootste afgifte tijdens wassen en dragen, met geweven polyester met minst loslatende microvezels.

Op basis van de algemene resultaten zeggen de onderzoekers dat eerdere schattingen van microplastische vervuiling onderschat zijn omdat er geen rekening werd gehouden met de hoeveelheden die rechtstreeks in de lucht worden vrijgegeven.

Professor Richard Thompson OBE, hoofd van de Universiteit van Plymouth International Marine Litter Research Unit, senior auteur gaf de resultaten aan zowel de UK’s Governement’s Sustainability als aan het recente OESO-forum dat zich bezig houdt met kleding en schoeisel.

Hij voegde eraan toe: “Het belangrijkste besluit is dat de uitstoot van vezels bij het dragen van kleding waarschijnlijk van een vergelijkbare orde van grootte is als die van het wassen. Dat vormt een substantiële en voorheen niet gekwalificeerde directe afgifte aan het milieu. De resultaten tonen ook aan dat textielontwerp de afgifte sterk kan beïnvloeden; dat is een cruciale boodschap die het belang onderstreept van duurzaam ontwerp in de mode industrie. Inderdaad veel van de huidige problemen in verband met de milieueffecten van plastic artikelen komen voort uit een gebrek aan holistisch denken in de ontwerpfase.”

Vertaling: Andre Teirlinck