Onderzoek van de Universiteit van Genève (UNIGE), het Universitair Psychiatrisch Centrum Bern (UPD) en het Universitair Ziekenhuis Genève (HUG) toont aan dat de slaap-waakregulatie bij mensen met een insomniastoornis vaak intact is. In het onderzoek, gepubliceerd in Scientific Reports, werden 30 gezonde deelnemers en 30 mensen met insomnia tijdens hun slaap herhaaldelijk gewekt om hun slaapperceptie te beoordelen.
Bij ongeveer de helft van de wekkingen rapporteerden deelnemers — ongeacht of ze wel of geen insomnia hadden — dat ze wakker waren geweest, hoewel objectieve slaapmetingen aangaven dat ze sliepen. Dit wijst op het bestaan van een sleep–wake continuum, waarbij hersenactiviteit tijdens de slaap overeenkomsten vertoont met waken.
Hoewel mensen met insomnia vaak subjectieve klachten hebben over slechte slaap, toonden de metingen aan dat hun objectieve slaap en perceptie van waken tijdens slaap vergelijkbaar zijn met die van gezonde mensen. De klachten lijken eerder te ontstaan door langdurige cognitieve, emotionele en gedragsfactoren dan door een biologische verstoring van het slaapsysteem.
Deze bevindingen onderstrepen het belang van cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-I) als eerstelijnsbehandeling, in plaats van medicatie, die risico’s zoals gewenning en bijwerkingen met zich meebrengt. Vervolgonderzoek richt zich op subgroepen van patiënten en bredere toepassing van CGT-I.