Cardioloog Sanjai vertelt een aangrijpend en waargebeurd verhaal over een patiënt genaamd John, 54 jaar oud, die een hartaanval kreeg. Hij werd snel naar een gespecialiseerd centrum gebracht waar men probeerde het verstopte bloedvat te openen, maar zonder succes. Wel werd een ander vernauwd vat preventief behandeld. Terug op het lokale ziekenhuis kreeg John twee keer een hartstilstand, maar werd succesvol gereanimeerd.
Sanjai maakte zich ernstige zorgen dat John thuis weer een hartstilstand zou krijgen, en pleitte bij het Multidisciplinair Team (MDT) voor een implanteerbare defibrillator (ICD) als veiligheidsmaatregel. Maar volgens de richtlijnen kwam John daar formeel nog niet voor in aanmerking, omdat zijn hartfunctie relatief goed was en de hartstilstanden binnen 48 uur na de hartaanval plaatsvonden — wat volgens de protocollen “verwacht” kan zijn.
De aanvraag werd afgewezen, ondanks Sanjai’s overtuiging dat John een hoog risico liep. Enkele dagen na ontslag overleed John plotseling thuis aan een hartstilstand. De coroner besloot na onderzoek dat het MDT correct had gehandeld, omdat zij de richtlijnen hadden gevolgd. Sanjai worstelt met die conclusie: hoe kan hij fout zijn als de patiënt dood is?
Boodschap:
Sanjai bekritiseert het medische systeem waarin protocollen en richtlijnen belangrijker lijken dan het individu. Hij stelt dat het volgen van regels niet altijd leidt tot de juiste uitkomst, en dat empathie, ervaring en klinische intuïtie onvoldoende gewicht krijgen binnen bureaucratische besluitvorming. Hij benadrukt dat John geen statistiek was, maar een mens die vertrouwen stelde in zijn artsen – en dat het systeem hem ondanks “correct” handelen in de steek liet.