De RESTED-AD-studie (Remote Evaluation of Sleep To Enhance Understanding in Early Dementia) onderzocht de effecten van autobiografische herinnering op het geheugen. Een eenvoudige nachtelijke activiteit zou een hulpmiddel kunnen zijn om het geheugen te versterken, zo blijkt uit een nieuwe studie.
Door slechts vijf gebeurtenissen van de dag op te schrijven, verbeterde het geheugen van zowel mensen met de ziekte van Alzheimer (AD) als gezonde oudere volwassenen de volgende dag aanzienlijk. Deze interventie, die bestaat uit het terugroepen en documenteren van dagelijkse ervaringen, biedt een kosteloze en eenvoudig toepasbare manier om het geheugen te verbeteren.
De RESTED-AD-studie onderzocht de effecten van autobiografische herinnering op het geheugen, met 26 deelnemers verdeeld in twee groepen – met en zonder de ziekte van Alzheimer in een vroeg stadium of milde cognitieve stoornis.
De deelnemers deden op twee momenten een woordherkenningstaak. In één situatie werd hen gevraagd om voor het slapengaan vijf autobiografische gebeurtenissen op te schrijven. De volgende ochtend, toen hen werd gevraagd om eerder getoonde woorden te herkennen, bleek het geheugen beter te functioneren bij beide groepen wanneer de herinneringsoefening voor het slapengaan was uitgevoerd.
Co-hoofdonderzoeker Dr. Jonathan Blackman licht toe: “Op de avonden waarop deelnemers gebeurtenissen van de dag opschreven, presteerden zowel mensen met AD als gezonde oudere volwassenen beter op de geheugentaak, waarbij de groep met AD er zelfs nog meer baat bij had.
Wij denken niet dat dit eerder is aangetoond in studies met mensen, en het biedt perspectief als een niet-medicamenteuze interventie om het geheugen te verbeteren bij gezonde ouderen en mensen met milde cognitieve stoornissen of dementie als gevolg van de ziekte van Alzheimer.”
Hoewel het onderzoek geen direct verband vond tussen de herinneringsoefening en hersenactiviteit tijdens de slaap, zijn er andere mogelijke verklaringen. De oefening kan bijvoorbeeld net voor het slapengaan hersengebieden die betrokken zijn bij geheugen geactiveerd hebben, wat leidde tot betere prestaties bij andere geheugentaken.
Deze aanpak valt op door zijn eenvoud en toegankelijkheid. In tegenstelling tot veel bestaande geheugeninterventies, die kostbaar zijn of gespecialiseerde apparatuur vereisen, kan deze oefening gemakkelijk in het dagelijks leven worden geïntegreerd zonder extra middelen.
De auteurs van de studie benadrukken dat vervolgonderzoek nodig is om deze bevindingen te repliceren in grotere groepen en om de onderliggende mechanismen van het waargenomen effect beter te begrijpen. Desondanks bieden de huidige resultaten hoop voor een laagdrempelige interventie die zowel mensen met AD als gezonde oudere volwassenen ten goede kan komen.
Dr. Blackman besluit:
“Er zijn veel manieren om het geheugen bij ouderen te verbeteren, maar de meeste zijn moeilijk toegankelijk, duur, tijdrovend of onpraktisch.
Voor patiënten met vroege of matige Alzheimerdementie zijn er ook medicijnen, maar deze hebben een beperkt effect en kunnen bijwerkingen veroorzaken.
Als we kunnen aantonen dat deze resultaten herhaald en bevestigd worden, denken we dat dit een makkelijk toepasbare interventie zou kunnen zijn met een betekenisvolle impact op het geheugen.”