Toenemende uitstoot van verschillende ozonafbrekende chemicaliën ontdekt

Nieuwe analyse heeft een toenemende uitstoot van verschillende ozonafbrekende chemicaliën gevonden, ondanks dat hun productie voor de meeste toepassingen is verboden door het Protocol van Montreal. Een maas in de regelmentering is waarschijnlijk verantwoordelijk.

Het onderzoek, gepubliceerd in Nature Geoscience en geleid door de Universiteit van Bristol en de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA), schrijft de stijging voor een deel toe aan de chemicaliën, bekend als chloorfluor koolwaterstoffen of CFK’s, die worden gebruikt om andere ozon vriendelijke alternatieven te maken. Dit is een uitzondering die is toegestaan onder het Protocol van Montreal, maar in strijd met de bredere doelstellingen.

Hoofdauteur Dr. Luke Western, Research Fellow aan de Universiteit van Bristol en onderzoeker bij het Global Monitoring Laboratory (GML) van de NOAA, zei: “We besteden nu aandacht aan deze emissies vanwege het succes van het Protocol van Montreal. CFK-emissies waardoor wijdverspreide toepassingen die nu verboden zijn, zijn gedaald tot zulke lage niveaus dat emissies van CFK’s uit voorheen kleine bronnen meer op onze radar staan en onder de loep worden genomen.

Volgens de onderzoekers vormen de emissies van deze CFK’s momenteel geen noemenswaardige bedreiging voor het herstel van ozon. Maar omdat het krachtige broeikasgassen zijn, beïnvloeden ze nog steeds het klimaat.

“Gecombineerd is hun uitstoot gelijk aan de CO2-uitstoot in 2020 voor een kleiner land als Zwitserland”, zegt Western. Dat komt overeen met ongeveer één procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in de Verenigde Staten”, voegde dr. Western eraan toe.

De internationale studie werd uitgevoerd door een team van wetenschappers uit het VK, de VS, Zwitserland, Australië en Duitsland.

CFK’s zijn chemicaliën waarvan bekend is dat ze de beschermende ozonlaag van de aarde vernietigen. Ooit op grote schaal gebruikt bij de vervaardiging van honderden producten, waaronder spuitbussen, zoals blaasmiddelen voor schuim en verpakkingsmateriaal, oplosmiddelen en in koeling, werd de productie van CFK’s voor dergelijke toepassingen in 2010 verboden door het Protocol van Montreal.

Het internationaal verdrag elimineerde echter niet de creatie van CFK’s tijdens de productie van andere chemicaliën, waaronder fluorkoolwaterstoffen of HFK’s, die werden ontwikkeld als vervangers van de tweede generatie voor CFK’s.

Deze studie concentreerde zich op vijf CFC’s met weinig of geen bekende huidige toepassingen – CFC-13, CFC-112a, CFC-113a, CFC-114a en CFC-115 – en die een atmosferische levensduur hebben variërend van 52 tot 640 jaar. In termen van hun impact op de ozonlaag, waren deze emissies gelijk aan ongeveer een kwart van een recent ontdekte stijging van de emissies van CFC-11, een stof die onder het Protocol van Montreal valt en vermoedelijk het gevolg is van niet gerapporteerde nieuwe productie.

In deze studie gebruikte het team metingen van het Advanced Global Atmospheric Gases Experiment (AGAGE), waarin de Universiteit van Bristol een centrale rol speelt, evenals andere metingen van Forschungszentrum Jülich in Duitsland, de Universiteit van East Anglia en NOAA in de VS. Deze werden gecombineerd met een atmosferisch transport model om aan te tonen dat de wereldwijde atmosferische hoeveelheden en emissies van deze CFK’s toenam nadat hun productie voor de meeste toepassingen in 2010 was afgebouwd.

De onderzoekers stelden vast dat voor drie CFK’s die ze bestudeerden – CFC-113a, CFC-114a en CFC-115 – de verhoogde emissies gedeeltelijk te wijten kunnen zijn aan hun gebruik bij de productie van twee veel voorkomende HFK’s die voornamelijk worden gebruikt in koeling en airconditioning. De drijfveren achter de toenemende uitstoot van de andere twee CFK’s, CFC-13 en CFC-112a, zijn minder zeker.

Hoewel het team stijgende wereldwijde emissies ontdekte, konden ze geen specifieke locaties identificeren.

“Gezien de voortdurende opkomst van deze chemicaliën in de atmosfeer, is het misschien tijd om na te denken over het aanscherpen van het Protocol van Montreal”, zei co-auteur dr. Johannes Laube van het Institute of Energy and Climate Research (IEK) in Forschungszentrum Julich.

Als de uitstoot van deze vijf CFK’s blijft stijgen, kan hun impact volgens de onderzoekers een deel van de voordelen van het Protocol van Montreal tenietdoen. De studie merkte op dat deze emissies kunnen worden verminderd of vermeden door lekkages die verband houden met de productie van HFK’s te verminderen en door gecoproduceerde CFK’s op de juiste manier te vernietigen.

Dr. Western concludeerde: “De belangrijkste conclusie is dat het productieproces voor sommige van de CFK-vervangende chemicaliën misschien niet helemaal ozonvriendelijk is, zelfs als de vervangende chemicaliën zelf dat wel zijn.”

Hoofdauteur Dr. Luke Western, een Research Fellow aan de Universiteit van Bristol en onderzoeker bij het Global Monitoring Laboratory (GML) van de NOAA, zei: “We besteden nu aandacht aan deze emissies vanwege het succes van het Protocol van Montreal. CFK-emissies van meer wijdverspreide toepassingen die nu verboden zijn, zijn gedaald tot zulke lage niveaus dat emissies van CFK’s uit voorheen kleine bronnen meer op onze radar staan en onder de loep worden genomen.

Volgens de onderzoekers vormen de emissies van deze CFK’s momenteel geen noemenswaardige bedreiging voor het herstel van ozon. Maar omdat het krachtige broeikasgassen zijn, beïnvloeden ze nog steeds het klimaat.

“Gecombineerd is hun uitstoot gelijk aan de CO2-uitstoot in 2020 voor een kleiner land als Zwitserland”, zegt Western. Dat komt overeen met ongeveer één procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in de Verenigde Staten”, voegde dr. Western eraan toe.

De internationale studie werd uitgevoerd door een team van wetenschappers uit het VK, de VS, Zwitserland, Australië en Duitsland.

CFK’s zijn chemicaliën waarvan bekend is dat ze de beschermende ozonlaag van de aarde vernietigen. Ooit op grote schaal gebruikt bij de vervaardiging van honderden producten, waaronder spuitbussen, zoals blaasmiddelen voor schuim en verpakkingsmateriaal, oplosmiddelen en in koeling, werd de productie van CFK’s voor dergelijke toepassingen in 2010 verboden onder het Protocol van Montreal.

Het internationale verdrag elimineerde echter niet de creatie van CFK’s tijdens de productie van andere chemicaliën, waaronder fluorkoolwaterstoffen of HFK’s, die werden ontwikkeld als vervangers van de tweede generatie voor CFK’s.

Deze studie concentreerde zich op vijf CFC’s met weinig of geen bekende huidige toepassingen – CFC-13, CFC-112a, CFC-113a, CFC-114a en CFC-115 – en die een atmosferische levensduur hebben variërend van 52-640 jaar. In termen van hun impact op de ozonlaag, waren deze emissies gelijk aan ongeveer een kwart van een recent ontdekte stijging van de emissies van CFC-11, een stof die onder het Protocol van Montreal valt en vermoedelijk het gevolg is van niet-gerapporteerde nieuwe productie.

In deze studie gebruikte het team metingen van het Advanced Global Atmospheric Gases Experiment (AGAGE), waarin de Universiteit van Bristol een centrale rol speelt, evenals andere metingen van Forschungszentrum Jülich in Duitsland, de Universiteit van East Anglia en NOAA. in de VS. Deze werden gecombineerd met een atmosferisch transport model om aan te tonen dat de wereldwijde atmosferische hoeveelheden en emissies van deze CFK’s toenam nadat hun productie voor de meeste toepassingen in 2010 was afgebouwd.

De onderzoekers stelden vast dat voor drie CFK’s die ze bestudeerden – CFC-113a, CFC-114a en CFC-115 – de verhoogde emissies gedeeltelijk te wijten kunnen zijn aan hun gebruik bij de productie van twee veel voorkomende HFK’s die voornamelijk worden gebruikt in koeling en airconditioning. De drijfveren achter de toenemende uitstoot van de andere twee CFK’s, CFC-13 en CFC-112a, zijn minder zeker.

Hoewel het team stijgende wereldwijde emissies ontdekte, konden ze geen specifieke locaties identificeren.

“Gezien de voortdurende opkomst van deze chemicaliën in de atmosfeer, is het misschien tijd om na te denken over het aanscherpen van het Protocol van Montreal”, zei co-auteur dr. Johannes Laube van het Institute of Energy and Climate Research (IEK) in Forschungszentrum Julich.

Als de uitstoot van deze vijf CFK’s blijft stijgen, kan hun impact volgens de onderzoekers een deel van de voordelen van het Protocol van Montreal tenietdoen. De studie merkte op dat deze emissies kunnen worden verminderd of vermeden door lekkages die verband houden met de productie van HFK’s te verminderen en door gecoproduceerde CFK’s op de juiste manier te vernietigen.

Dr. Western concludeerde: “De belangrijkste conclusie is dat het productieproces voor sommige van de CFK-vervangende chemicaliën misschien niet helemaal ozonvriendelijk is, zelfs als de vervangende chemicaliën zelf dat wel zijn.”

Vertaling persbericht: Andre Teirlinck