De evolutie vd placenta en vatbaarheid voor kwaadaardige kanker

Deze lezing onderzoekt een intrigerende biologische hypothese: de evolutie van de placenta (moederkoek) beïnvloedt mogelijk de vatbaarheid van soorten voor kwaadaardige kanker. De spreker, verbonden aan Yale en het bedrijf OncoBarrier, stelt dat er een verband is tussen de invasiviteit van de placenta en het risico op kwaadaardige tumoren (maligniteit).

Sommige dieren, zoals koeien en varkens (artiodactylen), hebben lage kankermortaliteit ondanks soms grote tumoren. Mensen en andere primaten, met invasieve placenta’s, hebben een hogere kankermortaliteit.  Een tumor is niet altijd dodelijk; maligniteit ontstaat pas wanneer kankercellen hun oorspronkelijke omgeving verlaten en uitzaaien (metastaseren).

Placenta-invasie en kanker lijken op elkaar: Zowel de placenta als kankercellen moeten invasieve barrières overwinnen. Bij koeien is de placenta niet-invasief: moederlijke en foetale weefsels blijven gescheiden. Bij mensen is de placenta sterk invasief, dringt diep in het moederlijk weefsel binnen.

Experimenten tonen aan: Koeienweefsel is resistenter tegen invasie door zowel placenta- als kankercellen dan menselijk weefsel. Menselijke fibroblasten (bindweefselcellen) kunnen weerbaarder gemaakt worden door genexpressie aan te passen richting die van koeien.

Selectieve genetische veranderingen in huidcellen van muizen leiden ook tot vergelijkbare veranderingen in hun baarmoederweefsel. Dit wijst op gecorreleerde evolutie tussen verschillende weefseltypes.

Er is een evolutionair verband tussen hoe invasief de placenta van een soort is en hoe vatbaar die soort is voor kwaadaardige kanker. Soorten met minder invasieve placentae zijn ook beter bestand tegen kankerinvasie. Dit inzicht kan leiden tot nieuwe behandelingen tegen kanker, zoals het manipuleren van menselijke fibroblasten om ze resistenter te maken tegen tumorinvasie.