De Amerikaanse gezondheidsorganisatie NIH (National Institutes of Health) start een nieuw plan om minder dieren te gebruiken in wetenschappelijk onderzoek. In plaats daarvan willen ze meer gebruik maken van moderne technologieën die werken met menselijke cellen en gegevens. Dit past bij een soortgelijk plan van de FDA, een andere belangrijke gezondheidsinstantie in de VS.
Hoewel onderzoek met dieren veel heeft bijgedragen aan de wetenschap, blijkt dat de resultaten niet altijd goed toepasbaar zijn op mensen. Dit komt doordat mensen en dieren verschillen in bijvoorbeeld hoe hun organen werken of hoe lang ze leven. Daarom zoekt NIH nu naar betere manieren om ziektes te begrijpen en medicijnen te testen.
Voorbeelden van nieuwe technieken:
-
Mini-organen of “organoïden”: kleine, eenvoudige versies van menselijke organen gemaakt in het lab.
-
Tissue chips, zoals “long-op-een-chip”: apparaatjes die het gedrag van menselijke organen nabootsen.
-
Computermodellen: programma’s die processen in het menselijk lichaam nabootsen.
-
Echte gegevens van mensen: informatie over gezondheid uit het dagelijks leven.
Om dit alles goed te regelen, richt NIH een nieuw kantoor op: ORIVA. Dit kantoor gaat zorgen voor:
-
Meer geld en trainingen voor onderzoek zonder dieren.
-
Beoordeling van onderzoeken op hoe goed ze passen bij mensen.
-
Het verminderen van vooroordelen bij het kiezen van onderzoeken die dieren gebruiken.
-
Jaarlijkse rapporten om te laten zien hoeveel geld naar dierloos onderzoek gaat.
Waarom dit belangrijk is:
-
Onderzoek wordt betrouwbaarder voor mensen.
-
Het helpt bij het ontwikkelen van betere behandelingen.
-
Het zorgt voor meer vertrouwen van het publiek in wetenschap.
