De verborgen kosten van waterkracht: biodiversiteit in gevaar

Twee recente studies, gepubliceerd in Biological Conservation en Nature Reviews Earth & Environment, onder leiding van onderzoekers van het Leibniz Instituut voor Zoetwaterecologie en Binnenvisserij (IGB) en het Northeast Institute of Geography and Agroecology van de Chinese Academie van Wetenschappen, benadrukken de ingrijpende gevolgen van waterkracht voor de biodiversiteit in rivierkanalen en op de overgang tussen land en water. De effecten worden veroorzaakt door de ophoping van water stroomopwaarts van dammen en verstoringen in de natuurlijke stroming, sediment- en temperatuurregimes stroomafwaarts. Dit verandert habitatcondities en verstoort belangrijke omgevingssignalen die veel soorten nodig hebben voor hun levenscyclus.

De auteurs geven een overzicht van maatregelen om deze nadelige effecten te beperken en onderstrepen het belang van systematische planning, langdurige monitoring, adaptief beheer en besluitvorming met meerdere belanghebbenden. Ze roepen op tot een kritische herbeoordeling van de status van waterkracht als zogenaamd milieuvriendelijke energiebron.

Wereldwijd zijn rivieren gefragmenteerd door meer dan 2800 grote reservoirs (groter dan 10 km²). Vaak zijn deze gekoppeld aan grote waterkrachtcentrales. Kleinere installaties, waarvan er naar schatting meer dan 80.000 operationeel of in aanbouw zijn, blijven grotendeels ongereguleerd. Veel van deze bevinden zich in gebieden met een hoge zoetwaterbiodiversiteit, zoals het Amazone-, Congo-, Ganges- en Mekongbekken.

Rivierconnectiviteit omvat vier dimensies: longitudinaal (stroomopwaarts/stroomafwaarts), lateraal (naar uiterwaarden), verticaal (grondwater en atmosfeer) en temporeel (stroming, sediment en temperatuur). Waterkracht beïnvloedt al deze dimensies negatief, onder andere door het belemmeren van migratie, verlies van habitats, en verhoogde sterfte door turbines.

Trekvissen zijn bijzonder kwetsbaar. Wereldwijd daalden populaties van migrerende zoetwatervissen gemiddeld met 81% tussen 1970 en 2020, mede door dammen. Veel vispassages blijken bovendien weinig effectief.

Hydropower verandert ook de stroom- en temperatuurregimes van rivieren. In reservoirs verdwijnen soorten die stromend water nodig hebben, terwijl algemene of invasieve soorten floreren. Plotselinge waterlozingen veroorzaken snelle waterpeilschommelingen, wat verwondingen en sterfte bij dieren veroorzaakt. Bijvoorbeeld in de Jangtse is de paaiperiode van karpers drastisch verkort door de Drieklovendam, wat leidde tot een daling van 90% in jonge vissen.

Half-aquatische soorten zoals otters, krokodillen en schildpadden krijgen minder aandacht in onderzoek, maar ondervinden wel degelijk schade. Bijvoorbeeld bij de Balbina-dam in Brazilië groeide het wateroppervlak 63 keer, maar verdubbelde de otterpopulatie slechts marginaal door verlies van voedsel en nestplaatsen. Ook worden nestgebieden overstroomd tijdens cruciale voortplantingsseizoenen.

Bij aanwezigheid van meerdere dammen in één rivier versterken de negatieve effecten zich. Wereldwijd zijn er al meer dan 3.000 waterkrachtprojecten gepland of in aanbouw, waarvan veel in beschermde gebieden. De auteurs benadrukken dat waterkracht altijd schade toebrengt aan rivieren en stellen dat waar dammen al bestaan, hun negatieve effecten beter gemitigeerd moeten worden.

Ze stellen het STREAM-raamwerk voor:

  • Systematische planning,

  • Tracking van effecten door monitoring,

  • Responsief adaptief beheer,

  • Eliminatie van infrastructuur waar nodig,

  • Afweging van sociaal-ecologische kosten,

  • Meervoudige besluitvorming.

Natuurlijke omega 3