Een Japanse studie van Fujita Health University toont aan dat chronisch lage natriumwaarden in het bloed (chronische hyponatriëmie, CHN) directe invloed hebben op de hersenen en kunnen leiden tot angstachtig gedrag. De onderzoekers stelden vast dat muizen met CHN duidelijke gedragsveranderingen vertoonden, die wijzen op angst, zoals bleek uit standaardtests in de neurowetenschap (de light/dark-test en de open field-test).
Op biochemisch niveau ontdekten ze dat CHN de niveaus van serotonine en dopamine – twee belangrijke neurotransmitters die stemming en emoties reguleren – verstoort in de amygdala, het hersengebied dat betrokken is bij de verwerking van angst en emotie. Ook bleek dat de activiteit van het ERK-signaalmolecuul (dat betrokken is bij emotionele regulatie) sterk was verminderd. Deze veranderingen in hersenchemie zijn vermoedelijk het gevolg van aanpassingen van hersencellen aan het natriumtekort, waarbij essentiële stoffen zoals neurotransmitterprecursors worden verloren.
Opmerkelijk is dat deze veranderingen omkeerbaar bleken. Toen de natriumwaarden van de muizen werden hersteld, normaliseerde hun gedrag, en ook de chemische balans in de hersenen herstelde zich. Dit geeft aan dat CHN niet alleen angstachtige symptomen kan veroorzaken, maar dat behandeling van het natriumtekort deze symptomen ook kan verlichten.