Contact bij sport kan leiden tot verschillen in de hersenen
van jonge, gezonde atleten
ST. MICHAEL'S HOSPITAAL
Volgens een nieuwe studie passen sporters die contactsport
uitoefenen hun hersenstructuur en -functie aan naargelang het risico
op lichaamscontact.
Onderzoekers aan het ziekenhuis van St. Michael voerden
voorseizoensonderzoeken uit bij 65 universitaire atleten - 23 deden
aan botssport (met routinematig doelgericht lichaamscontact), 22
deden aan contactsporten (waar contact is toegestaan, maar geen deel
uitmaakt van het spel) en 20 deden aan sporten waarbij geen
lichaamscontacten zijn.
Zij vonden dat de atleten in bots- en contactsport verschillen
vertoonden in de hersenstructuur, functie en chemische markers die
meestal verband houden met hersenletsel, in vergelijking met atleten
uit contactloze sporten.
Hun bevindingen werden online gepubliceerd in het tijdschrift
Frontiers of Neurology.
Hoofdauteur Dr. Nathan Churchill, een postdocent in het
onderzoeksprogramma Neuroscience aan St. Michael, zei dat er steeds
meer bezorgdheid is over hoe deelname aan contactsporten de hersenen
kan beïnvloeden.
Het grootste deel van het onderzoek op dit gebied is gericht op
de effecten op lange termijn voor atleten in botssporten, zoals
voetbal en ijshockey, waar spelers in één enkel seizoen worden
blootgesteld aan honderden contacten. Minder is bekend over de
gevolgen van deelname aan contactsporten waar niet doelbewust
contact is toegestaan, zoals voetbal, basketbal en veldhockey.
In deze studie werd gekeken naar mannen en vrouwen uit allerlei
sporten en men vond er progressieve verschillen tussen de hersenen
van atleten in contactloze, contact- en botssporten.
Men vond verschillen in de structuur van de witte stof in de
hersenen - de vezelkanalen die verschillende delen van de hersenen
verbinden en hen in staat stellen om met elkaar te communiceren.
Atleten uit sporten met een hoger niveau van contact toonden ook
tekenen van verminderde communicatie tussen hersengebieden en
verminderde activiteit, met name in gebieden die betrokken zijn bij
de visie en de motoriek, in vergelijking met die uit contactloze
sporten, zoals volleybal.
Deze verschillen weerspiegelen echter geen significant verminderd
dagelijks functioneren, zegt Dr. Tom Schweizer, hoofd van het
Neuroscience Research Program en mede-auteur van de studie. Hij
merkte verder op dat de atleten in deze studie geen significante
gezondheidsproblemen meldden en allen actieve vrije tijdsatleten
waren.
Hij zei dat deze studie een belangrijke kloof vult in het
begrijpen hoe contact invloed heeft op gezonde hersenen en een stap
is naar beter begrip waarom een klein aantal atleten in
contactsporten negatieve gezondheidsgevolgen hebben op lange
termijn.
Vertaling: Ellen Lam