Vermindering van blootstelling aan lood in de vroege kindertijd aanzienlijk verantwoordelijk voor daling van criminaliteit

PRINCETON UNIVERSITEIT, WOODROW WILSON SCHOOL OF PUBLIC AND INTERNATIONAL AFFAIRS.

PRINCETON, N.J. - Volgens onderzoek aan de Princeton- en Brown University verhoogt blootstelling aan lood tijdens de kleutertijd de kans dat kinderen tijdens hun schooljaren moeten worden geïnterneerd. Omgekeerd leidt een daling van de blootstelling tot minder antisociaal gedrag en kan dus de laatste decennia een belangrijke factor zijn voor de daling van de misdaad.

Aangezien kinderen die geïnterneerd waren meer kans hebben om als volwassene bij criminaliteit betrokken te worden, is de hypothese van de dalende criminaliteit in de afgelopen decennia grotendeels het gevolg van een sterke daling van de blootstelling aan lood tijdens de vroege kindertijd. Het lood werd in 1976 verboden in huisverf en loodolie werd tussen 1979 en 1986 uitgefaseerd.

Jonge kinderen (tussen 0 en 6) die blootgesteld zijn geweest aan lood hebben meer kans op slechte denkvaardigheden en moeilijke impulscontrole, moeite met aandacht en agressief gedrag. Deze eigenschappen kunnen leiden tot antisociaal of crimineel gedrag bij volwassenheid. Uit onderzoek naar verband tussen volwassenencriminaliteit en blootstelling aan lood tijdens de kleutertijd heeft aangetoond dat de daling van de blootstelling tot 90 procent leidde tot een scherpe neerwaartse trend in de Amerikaanse misdaad die in het midden van de jaren negentig begon.

Maar ook andere verklaringen zijn geopperd. Bijvoorbeeld volgens Janet Currie - the Henry Putnam Profeesor of Economics and Public Affairs - is de criminaliteit gebonden aan een verhoogde mogelijkheid tot abortus, betere uitbouw van de politie, de groei van de gevangenisbevolking en het afnemen van de crack-cocaïne epidemie. Omdat deze fenomenen allemaal ongeveer hetzelfde zijn is het moeilijk om hun effecten van elkaar te onderscheiden. De onderzoekers trachtten het effect van blootstelling aan lood op schooldisciplinaire problemen en jeugdige opsluiting te vinden.

Currie en Anna Aizer, professor in economie en openbare orde in Brown, die postdoctoraal werk uitvoerden aan het Princeton’s Center for Health and Wellbeing (CHW) deed, baseerden hun studie op gegevens van 120.000 kinderen in Rhode Island. De studie verscheen als een werkdocument op de website van het National Bureau of Economic Research.

"Rhode Island is een ideale plek om de gevolgen van lood te bestuderen door het agressieve loodscreenprogramma van de staat," zei Currie. Bijna driekwart van de kinderen zijn er minstens één keer onderzocht op het moment dat ze de 18 maanden bereikten. Op zesjarige leeftijd werden de kinderen uit de studie gemiddeld driemaal onderzocht.

Het expansieve screeningsprogramma van de staat had twee voordelen voor de studie, merkte Currie op. Ten eerste, omdat zoveel kinderen in Rhode Island werden gescreend, waaronder veel die geen duidelijke tekenen van blootstelling aan lood vertoonden, omvatte het onderzoek een groot percentage kinderen met een laag gehalte aan lood in het bloed als vergelijking. Ten tweede, omdat zoveel kinderen meerdere screenings kregen, waren de onderzoekers gedeeltelijk in staat om compensaties uit te voor voor een inherent probleem met loodniveaus. Lood blijft niet lang in de bloedstroom maar wordt vlug door de organen zoals hersenen opgenomen; meerdere bloedonderzoeken vergroten de kansen om loodbelasting te detecteren.

De onderzoekers onderzochten kinderen die geboren waren vanaf 1990, kort na het niet meer toevoegen van lood in benzine dat liep tot 2014. Ze hadden toegang tot de loodtests van het Rhode Island Department of Health voor voorschoolse kinderen tussen 1994 en 2014. Zij verbonden die gegevens met de bevinding die begonnen in het schooljaar 2007-2008, evenals in het kader van de jeugdcriminaliteit sedert 2004.

Naast de bloedonderzoeken waren Currie en Aizer ook in staat om blootstelling aan lood in te schatten door hun gegevens te koppelen aan records van de woonstomgeving van de kinderen. Omdat het zwaar is, belandt het lood uit de uitlaatpijpen van de auto’s binnen 25 tot 50 meter van de weg in de bodem. Natuurlijk, hoe drukker de weg, hoe meer lood. Kinderen uit de nabijheid ademen het lood in de grond in.

In 1990 bleef het loodniveau in de bodem in de buurt van drukke wegen hoog. In 2014 waren de niveaus in de buurt van drukke wegen vergelijkbaar met lagere niveaus elders. Geografische informatie liet de onderzoekers toe om een maat van "gemiddeld verkeer" te creëren en daarmee een potentiële loodbelasting in de buurt van elk kind te bepalen als het gezin verhuisde in de tijd.

Met zo'n groot aantal monsters en meerdere soorten gekoppelde gegevens konden Currie en Aizer compensaties invoeren voor een aantal factoren die zouden kunnen leiden tot onder- of overschatting. Op het einde vonden ze dat de loodbelichting een krachtig effect had.

Een verhoging van het loodniveau met één eenheid, die gemeten wordt in eenheden van miljoenste van een gram per tiende liter bloed, verhoogde de kans dat een kind op school zou worden geschorst met 6,4 tot 9,3 procent. Onder de jongens, verhoogde één eenheid de kans op opsluiting met 27 tot 74 procent. Omdat er weinig jongeren, en bijna geen meisjes ooit opgesloten zijn geweest, waren de schattingen van het effect van lood op opsluiting minder nauwkeurig.

"Kinderen die van school zijn gestuurd hebben tien keer meer kans om als volwassenene betrokken te worden bij criminele activiteiten," zei Currie. Bovendien lopen jongeren, die zelfs voor een korte periode geïnterneerd zijn geweest, minder kans om weggestuurd te worden van de middelbare school maar meer kans om als volwassenene misdrijven te plegen. "Onze resultaten ondersteunen de hypothese dat de vermindering van het loodniveau in het bloed in de afgelopen decennia verantwoordelijk kan zijn voor een significant deel van de waargenomen afname van het antisociaal gedrag bij jongeren en jonge volwassenen”, besloot Currie.

Vertaling: Andre Teirlinck


Naar het overige nieuws en artikelen van vandaag


Omega 3 algen

Multivitamine

Spirulina

Probiotica