Sommige videogames goed voor hersenen van ouderen

Als je tussen de 55 en 75 jaar oud bent zou je eens moeten proberen 3D games te spelen zoals Super Mario 64, om te voorkomen dat je last krijgt van milde cognitieve beperkingen of misschien zelfs Alzheimer ontwikkelt.

Dat is de bevinding uit een nieuwe Canadese studie van hoogleraren psychologie Gregory West, Sylvie Belleville en Isabelle Peretz van de Université de Montreal. De studie die in Plos One is verschenen, is uitgevoerd in samenwerking met het Institut Universitaire de Gériatrie de Montréal (IUGM), Benjamin Rich Zendel van Memorial University, Newfoundland en Véronique Bohbot van het Douglas Hospital Research Centre te Montreal.

In twee afzonderlijke studies uit 2014 en 2017 werd aan jongvolwassenen van in de twintig gevraagd om 3D logica- en puzzel-videospellen te spelen zoals Super Mario 64. Het bleek dat de grijze stof in de hippocampus van de deelnemers toenam na oefening.

De hippocampus is het hersengebied dat primair gerelateerd is aan het ruimtelijke en episodische geheugen (geheugen m.b.t. persoonlijke gebeurtenissen, vert.), het geheugen dat een sleutelrol speelt bij de langetermijn cognitieve gezondheid. De grijze stof die het bevat werkt als een marker voor neurologische aandoeningen die in de loop der tijd kunnen optreden, waaronder milde cognitieve stoornissen en Alzheimer.

West en zijn collega’s wilden weten of de resultaten herhaald konden worden met gezonde senioren.

Het onderzoeksteam rekruteerde 33 mensen van tussen de 55 en 75, die willekeurig werden ingedeeld in drie groepen. De deelnemers moesten vijf dagen per week, een half uur per dag Super Mario 64 spelen, of pianolessen nemen (voor het eerst in hun leven) met dezelfde frequentie en duur, of ze hoefden geen specifieke taak uit te voeren.

Het experiment duurde zes maanden en werd uitgevoerd bij de deelnemers thuis, waar de consoles en de piano’s, verschaft door het team van West, werden geïnstalleerd.

De onderzoekers evalueerden 6 maanden later de effecten van het experiment, door de verschillen tussen de aanvang en het eind van de oefenperiode te meten met behulp van tests voor de cognitieve prestaties en een MRI-scan, om de verschillen in het volume van de grijze stof te meten. Dit stelde het team in staat om de hersenactiviteit te meten plus eventueel optredende veranderingen, in drie hersengebieden: de dorsolaterale prefrontale cortex, betrokken bij planning, beslissingen nemen en remming; het cerebellum, dat een grote rol speelt bij motorische controle en balans; en de hippocampus, het centrum voor het ruimtelijke en episodische geheugen.

Volgens de testresultaten van de MRI-scan werd alleen bij de deelnemers aan het videospel een toename gezien in het volume van grijze hersenstof in de hippocampus en het cerebellum. Ook het kortetermijngeheugen was verbeterd.

Tevens bleek uit de tests dat de grijze stof toeneemt in de dorsolaterale prefrontale cortex en het cerebellum van degenen die pianolessen hadden gehad, terwijl er enige atrofie te zien was in alle drie de hersengebieden bij degenen uit de passieve controlegroep.

Welk mechanisme triggert een toename van grijze hersenstof, vooral in de hippocampus, na het oefenen van videogames? “3-D videogames zetten de hippocampus ertoe aan om een cognitieve kaart te maken, een mentale weergave van de virtuele omgeving die de hersenen aan het onderzoeken zijn,” zegt West. “Verscheidene studies suggereren dat stimulatie van de hippocampus zowel de functionele activiteit als de grijze stof activeert in dit gebied.”

Andersom, als de hersenen niet bezig zijn nieuwe dingen te leren, verschrompelt grijze hersenstof bij het ouder worden. “Het goede nieuws is dat we deze effecten kunnen omkeren en het volume kunnen vergroten door iets nieuws te leren, en games die de hippocampus stimuleren, zoals Super Mario 64, lijken enige potentie te hebben op dat gebied,” zegt West. Belleville voegt toe: “Deze bevindingen kunnen ook worden aangewend om aan te dringen op toekomstig onderzoek naar, want er is een link tussen het volume van de hippocampus en het risico om de ziekte te ontwikkelen.”

“Het valt nog te bezien,” concludeert West, “of het specifiek de hersenactiviteit in samenhang met het ruimtelijke geheugen is dat de plasticiteit beïnvloedt, of dat het gewoon een kwestie is van iets nieuws leren.”

Vertaling: A Zwart


 

Steun ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel


Naar het overige nieuws van vandaag