Intensieve training vertraagt voortgang Parkinson

Drie keer per week trainen is veilig en zorgt ervoor dat symptomen minder snel verergeren

“Training is een geneesmiddel” aldus wetenschapper

CHICAGO – Drie keer per week intensieve lichaamsbeweging is veilig voor mensen met een vroeg stadium van Parkinson; het vertraagt de achteruitgang van motorische vaardigheden, aldus een nieuw fase 2 onderzoek, geleid door wetenschappers van Northwestern Medicine en de University of Colorado School of Medicine.

Voor het eerst zijn de effecten van intensieve lichaamsbeweging getest op patiënten met de ziekte van Parkinson, de op een na vaakst voorkomende neurodegeneratieve aandoening en de vaakst voorkomende aandoening van het bewegingsapparaat. De ziekte treft meer dan een miljoen mensen in de VS.

Voorheen dacht men dat intensieve oefening een te grote fysieke inspanning zou vergen van mensen met de ziekte van Parkinson.

Het onderzoek is verschenen in JAMA Neurology op 11 december 2017.

De symptomen van Parkinson zijn onder andere een voortschrijdend verlies van de spiercontrole, trillen, stijfheid, traagheid en verstoord evenwicht. Naarmate de ziekte voortschrijdt kan het moeilijk worden om te lopen, praten en eenvoudige handelingen uit te voeren. De meeste mensen met Parkinson zijn boven de 60.

“Als je de ziekte hebt en je wilt de voortgang van de symptomen vertragen, zou je drie keer per week moeten oefenen met een hartfrequentie van ten hoogste 80-85 procent van het maximum. Zo simpel is het,” aldus een van de hoofdauteurs Daniel Corcos, hoogleraar fysiotherapie en bewegingswetenschappen aan de Northwestern University Feinberg School of Medicine.

Omdat medicijnen voor Parkinson nadelige bijwerkingen hebben en na verloop van tijd minder effectief worden, zijn er nieuwe behandelmethoden nodig.

Aan het gerandomiseerde klinische SPARX-onderzoek (Study in Parkinson Disease of Exercise) deden 128 mensen mee van tussen de 40 en 80 jaar oud, met een vroeg stadium van de ziekte, waarin nog geen medicijnen tegen Parkinson werden gebruikt. Zo kon ervoor gezorgd worden dat de resultaten gerelateerd bleven aan de training en niet beïnvloed werden door medicatie.

“Hoe eerder je intervenieert in de ziekte, hoe waarschijnlijker het is dat je de voortgang ervan kunt vertragen,” zegt Crocos. “We konden de verslechtering van de symptomen met 6 maanden vertragen; om te kunnen bepalen of deze periode langer dan zes maanden kan worden is meer onderzoek vereist.”

Er werd gekeken naar de veiligheid en de effecten van drie keer per week, zes maanden lang intensieve training op 80 tot 85 procent van de maximale hartslag en naar de effecten van training met matige intensiteit op 60 tot 65 procent van de maximale hartslag. De resultaten werden vergeleken met die van een controlegroep die niet trainde. De deelnemers werden na zes maanden door artsen beoordeeld en ingedeeld op een schaal van 0 tot 108; hoe hoger de score, hoe ernstiger de symptomen.

De deelnemers scoorden voor de training rond de 20. Degenen in de intensieve trainingsgroep bleven op 20 staan. De groep met gematigd intensieve training verslechterde met 1,5 punt. De groep die helemaal niet trainde verslechterde met drie punten. Drie punten op een score van 20 is een verandering van 15 procent in de eerste symptomen van de ziekte, wat van klinisch belang wordt geacht voor patiënten. Het maakt een verschil in hun kwaliteit van leven.

“We zorgen ervoor dat de mensen zich niet slechter gaan voelen, wat significant is, vooral omdat we al vroeg in de ziekte ingrijpen,” zegt Corcos.

Wat deze studie onderscheidt van andere is dat er veel deelnemers aan meededen en dat zij een relatief lange tijd trainden. De meeste studies duren 12 weken, aldus Corcos. “We geven ze een echte workout,” zegt hij. “Het is niet gewoon maar een beetje rekken en strekken. Het is echt intensief; gebaseerd op het idee dat training een medicijn is.”

Corcos en zijn collega’s bevestigen dat het veilig was om intensief te trainen doordat ze de deelnemers een inspanningstest lieten doen onder toezicht van cardiologen, waarbij de reactie van het hart op de oefeningen werd beoordeeld.

Eerdere studies suggereerden dat intensieve training de motorische symptomen verminderde, maar was niet genoeg bewijs om te bepalen of de intensiteit van de training van invloed was op de symptomen of de ziekteprogressie. Bovendien werd in de meeste onderzoeken de intensiteit van de training niet precies gemeten of gecontroleerd en geen ervan werd uitgevoerd bij een hartslag van 80-85 procent van het maximum.

“Verschillende lijnen in de bewijsvoering wijzen uit dat training een gunstig effect heeft op de ziekte van Parkinson,” zegt dr. Codrin Lungu, programmadirecteur van het National Institute of Neurological Disorders and Stroke. “Toch is het nog onduidelijk welke soort van training het effectiefst is. Het SPARX-onderzoek probeert dit probleem rigoureus aan te pakken. De resultaten zijn interessant en geven aanleiding tot verdere verkenning van de optimale trainingsschema’s voor Parkinson.”

Vertaling: A. Zwart


 

Steun ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel


Naar het overige nieuws van vandaag