Benzodiazepinen (slaappillen, kalmeringsmiddelen)
kunnen het zelfmoordrisico vergroten bij patiënten met
COPD en PTSS
Volgens recent onderzoek, online gepubliceerd in de
Annals of the American Thoracic Society, kan langdurig
gebruik van benzodiazepine-medicatie bij chronische
zieken met obstructieve longziekte of COPD, evenals
posttraumatische stress stoornis (PTSS), leiden tot een
verhoogd zelfmoordrisico.
Lees verder
Door milieufactoren veroorzaakte genetische
veranderingen gelinkt aan risico zelfmoord
Onderzoekers hebben genetische veranderingen in het
zogenaamde CRH gen, dat de regulering van het stress
systeem van het lichaam beïnvloedt, gerelateerd aan
suïcide risico’s en psychiatrische stoornissen. Uit het
onderzoek naar epigenetische veranderingen in het op
hormonen gebaseerde stress systeem in het lichaam bleek
dat stress gerelateerde veranderingen in het CRH gen in
verband staan met serieuze zelfmoordpogingen bij
volwassenen en psychiatrische ziektes bij jongeren.
Lees verder
113Online:
hulp aan suïcidale mensen via internet en telefoon
Jan
Mokkenstorm, Lucy Stut, Jan Martijn Bakker
Suïcidaliteit is een omvangrijk
gezondheidsprobleem, een ijsberg waarvan de reguliere eerste- en tweedelijns
gezondheidszorg slechts het topje ziet. Dit is niet alleen een kwestie van capaciteit of
aandacht. De helft van de suïcidale mensen denkt dat hulpverlening hen niet kan helpen
(Pagura et al, 2009). Dit kan worden verklaard door feitelijke en ervaren drempels die
mensen met suïcidaliteit tegenkomen op de weg naar effectieve hulpverlening. Deze mensen
schamen zich vaak en vrezen de gevolgen van hulp zoeken: stigma, verlies van autonomie,
gedwongen opname, en onthulling van hun suïcidale geheim.
Om deze drempels te verlagen en het bereik van de
hulpverlening te vergroten, is sinds september 2009 de website www.113Online.nl geopend.
Zowel via de site als via de gekoppelde telefonische hulplijn (0900-1130113) wordt mensen
hulp geboden. Dit artikel geeft een overzicht van dit aanbod en de eerste ervaringen
hiermee op basis van de eerste gegevens over het gebruik van de site en indrukken uit de
praktijk.
Achtergrond
113Online is een landelijk werkende instelling
die suïcide en pogingen daartoe wil voorkómen; suïcidale mensen, hun naasten en
nabestaanden wil ondersteunen; en suïcide maatschappelijk bespreekbaar wil maken.
113Online is een initiatief van hulpverleners, cliëntvertegenwoordigers,
ervaringsdeskundigen, wetenschappers en maatschappelijke organisaties.113Online werkt op
beleidsniveau intensief samen met de Ivonne van der Ven Stichting en Stichting Ex6, en in
de uitvoering met intensief getrainde en begeleide vrijwilligers van Ex6, Sensoor en het
Fonds Psychische Gezondheid. Hierdoor kan een continu beschikbaar vrijwilligersnetwerk van
zon 200 mensen worden gerealiseerd. Binnen kantooruren wordt de mogelijkheid van
doorschakeling naar professionals gewaarborgd door directe medewerkers van 113Online
(psychologen en psychiaters), daarbuiten door één van de crisisdiensten van GGZ inGeest.
Online hulp
De centrale gedachte van 113Online is dat online
hulp laagdrempelig is en met een grote mate van autonomie en anonimiteit voor de
hulpzoeker, grootschalig kan worden aangeboden tegen bescheiden kosten. Daarnaast is het
internet een "vindplaats" voor suïcidale mensen, die daar kunnen worden
gemotiveerd om zich te wenden tot (reguliere) hulpverlening.
Terwijl wetenschappelijk onderzoek naar de
effectiviteit van online therapie bij suïcidaliteit nog in de kinderschoenen staat
(Pietrzak en McLaughlin, 2009 en Krysinska, 2007) is wel duidelijk dat het mogelijk is om
online een goede werkrelatie te vestigen met suïcidale mensen (Knaevelsrud en Maercker,
2006) en is er gestaag groeiend bewijs voor de (kosten)effectiviteit van online
interventies (Riper et al., 2007 en Spek et al 2007).
Aanbod van 113Online
Het aanbod op de site is ingedeeld naar
doelgroep: suïcidale mensen, naasten, nabestaanden en informatiezoekers. Op de homepage
vinden bezoekers een overzicht van de diensten van 113Online en de werkwijze, waarbij zij
ook worden gewezen op nadelen en tekortkomingen van online hulpverlening. 113Online
presenteert zichzelf daarbij nadrukkelijk als aanvullend aan reguliere hulpverlening. Alle
hieronder genoemde diensten zijn anoniem en zonder kosten voor de hulpvrager.
De
geboden vormen van hulpverlening zijn:
- direct contact: chat of telefoon
- e-mail consultatie
- chat therapie op afspraak
- telefonisch spreekuur
- forum
- zelfhulpcursus
- mijn 113Online
- informatie en Help-o-Theek
Direct contact: chat of telefoon
Hulpzoekers in emotionele nood kunnen altijd gebruik maken van de
telefonische hulplijn en het grootste deel van de dag van de crisis-chat. Deze lijnen
worden door getrainde vrijwilligers bemand. Zij kunnen de hulpzoeker doorschakelen naar
een tweede lijn van professionele hulpverleners; tijdens kantooruren zowel per chat als
telefoon, daarbuiten alleen telefonisch. De professionals kunnen op hun beurt weer
doorverwijzen naar reguliere hulpverlening waaronder crisisdiensten van de GGZ.
E-mailconsultatie
E-mailconsultatie houdt in dat een hulpvrager na
indicatiestelling door een professional of zelftest, vijf keer kan e-mailen met een
deskundige. Over bijvoorbeeld gedachten aan zelfmoord, maar ook als hij of zij zich zorgen
maakt over een ander, of nabestaande is. De e-mails van de deskundige worden ontvangen
binnen de Mijn 113Online-omgeving, wat inhoudt dat ze via de site worden
gelezen, en dus niet direct op een eigen mailadres terechtkomen.
Chattherapie
Chattherapie bestaat uit een therapeutisch
contact met een vaste hulpverlener middels een serie geplande chatgesprekken, eveneens na
indicatiestelling.
Telefonisch spreekuur
Middels het telefonisch spreekuur (en e-mail)
kan professioneel advies en antwoord op kortere vragen worden ingewonnen.
Forum
Op gemodereerde fora kunnen bezoekers hun
gedachten en gevoelens delen met lotgenoten en betrokkenen.
Zelfhulpcursus
Bij de -onbegeleide- zelfhulpcursus "Leven
onder controle" krijgt de deelnemer gedurende zes weken iedere week informatie en
zelfhulpopdrachten gericht op het verminderen van suïcidale ideatie. Deze interventie is
selectief toegankelijk wegens randomisatie in het kader van een randomized controlled
trial (van de Vrije Universiteit) ter evaluatie van de effecten hiervan.
Mijn 113Online
Hulpzoekers kunnen tegelijkertijd gebruik maken
van verschillende diensten en onderdelen van de site. Een overzicht hiervan wordt
bijgehouden op de persoonlijke Mijn 113Online-pagina, die bezoekers na
anonieme registratie middels een nickname en wachtwoord, kunnen creëren.
Informatie en Help-o-Theek
Op de website wordt informatie over
suïcidaliteit geboden, hoe dit kan worden herkend en gehanteerd en welke
hulpmogelijkheden beschikbaar zijn. Via "hulp in mijn buurt" kunnen bezoekers de
dichtstbijzijnde hulpaanbieders lokaliseren. De Help-o-Theek geeft een overzicht van
informatie en (zelf)hulp die op het internet te vinden is.
Cognitieve en oplossingsgerichte therapie
Behandelinhoudelijk heeft 113Online gekozen voor
een oplossingsgerichte en cognitieve aanpak. De keuze voor dit referentiekader kwam tot
stand op basis van beschikbare evidence en de ervaring dat deze aanpak bij uitstek
geschikt is voor toepassing via het internet.
De meeste e-health interventies zijn gebaseerd op
toepassing van cognitief therapeutische principes (Riper et al 2007). Verschillende vormen
van cognitieve therapie lijken suïcidaliteit significant te kunnen verminderen (Tarrier
et al, 2008). Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van online therapie bij
suïcidaliteit staat nog in de kinderschoenen (Pietrzak en McLaughlin, 2009 en Krysinska,
2007).
Oplossingsgerichte Therapie (OT) is een vorm van
cognitieve therapie die de afgelopen decennia in opkomst is in de GGZ (Bannink, 2006). OT
helpt de cliënt de aandacht te verplaatsen naar wat hij wél wil in plaats van wat hij
niet of minder wil (het probleem). Problemen hoeven niet te worden opgelost voordat
verbetering kan worden verwacht, en de gewenste uitkomst (c.q. het gedrag) kan
rechtstreeks worden nagestreefd. OT is hierdoor diagnoseoverstijgend en biedt
snel hoop. Dat maakt het bij uitstek geschikt voor settings waar soms weinig gelegenheid
is voor diagnostiek, zoals crisiswerk of online hulpverlening (Bakker en Bannink, 2008).
Wetenschappelijk onderzoek naar OT wordt in een
meta-analyse van 21 effectstudies door Stams e.a. (2006) samengevat. Zij concluderen dat
OT een even groot effect laat zien als andere vormen van therapie, en dat deze effecten
gepaard gaan met een kortere behandelduur en meer garanties voor de autonomie van de
cliënt.
De effectiviteit van oplossingsgerichte therapie in
het verminderen van suïcidaliteit is in één studie aangetoond (Rhee et al, 2005). De
praktijk van de behandeling van suïcidaliteit met OT is uitgebreid beschreven in twee
handboeken (Fiske, 2008 en Henden, 2008).
Oplossingsgerichte internettherapie wordt sinds
enkele jaren naar tevredenheid toegepast bij depressieve, angstige en suïcidale jongeren
die anonieme kortdurende chat therapie aangeboden krijgen bij PratenOnline.nl, een
initiatief van de Jeugdriagg (verzorgingsgebied Noord-Holland Zuid). Binnenkort start een
onderzoek (RCT) om de effecten hiervan te objectiveren. Deze interventie staat model voor
de chat therapie zoals die door 113Online wordt verricht.
De keuze voor het oplossingsgerichte en cognitieve
referentiekader vertaalt zich in het taalgebruik van de geboden informatie en
voorlichting, en in de therapeutische grondhouding van de professionals. Wanhoop,
psychische pijn en grote moeilijkheden worden gevalideerd in combinatie met veel
expliciete waardering en complimenten voor wat de cliënt nog wél doet. Waar
demoralisatie leidt tot een focus op dat wat niet goed gaat, wil 113Online uiteindelijk
het hele verhaal van de cliënt belichten: de duisternis én de hoopvolle kanten van het
leven van een cliënt, diens moeilijkheden én diens talenten.
Resultaten
Voorafgaand aan de opening van 113Online.nl is
er een ruwe schatting gemaakt van het bezoek en het gebruik van de hulpverlening. Verwacht
werd per maand 5000 unieke bezoekers ; 500 crisis chats, 50 afgeronde chat therapieën en
50 verwijzingen naar de reguliere GGZ. Uit de eerste resultaten blijkt dat 113Online in
grote lijnen aan deze verwachtingen voldoet met uitzondering van het aantal
doorverwijzingen.
Bezoek website
Uit huidige cijfers blijkt dat van september tot
en met december 2009 35.420 unieke personen de website van 113Online hebben bezocht. Zij
verbleven gemiddeld 4:47 minuten op de site, en komen uit alle delen van Nederland.
Figuur
1: Geografische spreiding
bezoek www. 113Online.nl
In
de maand september van 2009 opende 113Online de site "stil", zonder enige
publiciteit. Dit veranderde door de officiële opening op nationale televisie op 8 oktober
2009 (BNN, 2009), die door 660.000 mensen werd bekeken. Het bezoek aan de site piekte naar
6000 unieke bezoekers per dag. Het websitebezoek in de maanden november en december
schommelde vervolgens rond de 250 unieke bezoekers per dag. Hierbij zij opgemerkt dat de
site jong is, waardoor zoekmachines 113Online.nl een lage ranking geven. Bovendien
zijn er nog weinig andere sites die naar 113Online doorlinken. Hierdoor is de vindbaarheid
van de site nog groeiende.
Gebruik hulpaanbod
In de periode september tot en met december
voerden de vrijwilligers circa 1800 chat gesprekken en 2800 telefoongesprekken. Tabel 1
geeft het aantal personen die in deze periode gebruik hebben gemaakt van de professionele
hulpverlening van113Online.
Tabel
1. Gebruik professioneel hulpaanbod 113Online
september december 2009
Hulpaanbod 113Online |
Aantal
personen |
Direct contact (telefoon of chat) |
166 |
Geplande chattherapie en e-mailconsultatie |
405 |
Zelfhulpcursus |
17 |
Doorverwijzing |
4 |
Hulpzoekers
hebben bij 113Online gemiddeld 8 à 9 contacten met een professional.
Gebruikers van de zelfhulpmodule nemen deel aan het
onderzoek naar de effectiviteit hiervan. Doordat dit onderzoek zich in de opstartfase
bevindt, zijn er nog relatief weinig mensen geselecteerd voor daadwerkelijke deelname.
Opmerkelijk is dat er bijna geen sprake is van
doorverwijzing van de hulpzoeker naar de reguliere GGZ. Slechts 0,8% van de in totaal 527
mensen die de afgelopen maanden door 113Online geholpen zijn, is doorverwezen. Wij hebben
geen onderzoek gedaan naar de oorzaak van dit lage getal, maar vermoeden dat diverse
factoren van invloed zijn. Ten eerste is een aantal hulpzoekers al cliënt in de reguliere
GGZ. Verder hebben veel hulpzoekers negatieve ervaringen in (of associaties met) de GGZ,
en slaan zij een aanbod tot verwijzing af. Ook denken wij te merken dat zodra een
hulpzoeker zich, net als in de reguliere GGZ, hecht aan een hulpverlener, hij
liever niet meer wil worden doorverwezen. Tot slot is mogelijk een factor dat 113Online
nog maar kort bestaat, en omdat het voorkomt dat cliënten pas na een aantal sessies
klaar zijn om te worden verwezen, zou het zo kunnen zijn dat de verwijsstroom
nog op gang gaat komen.
Vignet
Tanja is circa 30 jaar oud en heeft in de
afgelopen 10 jaar veelvuldig aan suïcide gedacht en verschillende suïcidepogingen
ondernomen. Zij vertelt stelselmatig te zijn misbruikt en mishandeld. Door dreigementen
van de dader durfde Tanja eerder geen hulp te zoeken.
Tanja logt in op de crisis chat waar zij een gesprek
heeft met een vrijwilliger. Deze draagt het gesprek over aan een van de professionals.
Tijdens dit gesprek wordt Tanja gestimuleerd om chat therapie te starten. Er volgen een
aantal geplande chats, waarin het Tanja onder andere lukt om voor het eerst sinds negen
jaar weer te huilen. Ze besloot om naar de andere kant van het land te verhuizen om zo aan
de mishandeling te ontsnappen. In een teamoverleg van 113Online werd besloten af te wijken
van de norm van vijf gesprekken omdat er sprake is van vooruitgang. Op een gegeven moment
durft Tanja het aan om ook een huisarts in vertrouwen te nemen, en later een crisisdienst
van de lokale GGZ. Inmiddels heeft zij een intakeafspraak bij een grote GGZ instelling.
Fragmenten uit de chats:
Tanja: als ik geen motivatie meer had had ik toch
nooit de crisis dienst gebelt dan was ik hier niet eens geweest
Therapeut: Ja dat heb je nu wel gedaan! Hoe
is je dat gelukt?
Tanja: een is ik had een afspraak met jou wou
jou niet laten zitten en de tweede ik wil door vechten alleen het lukt mij niet meer
Therapeut: Wanneer je problemen voldoende
afgenomen zouden zijn, wat zou er dan anders zijn?
Tanja: dan zal ik me zelf niet meer zoveel
snijden woede aanvallen zal weg zijn dan kan ik beetje normaal leven net als een
ander".
(
)
Therapeut: Wat heb je ervoor nodig om toch naar
de GGZ te durven gaan?
Tanja: denk dat ik veel moet er voor nodig
heb
Therapeut: Veel moed. Ja dat zou je denk ik
goed kunnen gebruiken.
Therapeut: Hoe kun je daar aan komen?
Tanja: weet ik niet het is net dat er geen
moed meer in mij zit
Therapeut: Dus je hebt meer moed nodig?
Tanja: ja indd
Therapeut: Waardoor merk jij dat je moed kunt
verzamelen?"
Ervaringen
Uit contact met hulpzoekers blijkt veel
waardering voor de opening van 113Online. Bij 113Online mogen hulpzoekers anoniem zijn en
blijven. Dit beperkt de mogelijkheid van fysieke veiligheidsmaatregelen. Van veel
hulpzoekers wordt teruggehoord dat anonimiteit en autonomie de stap naar (online) hulp
verkleint. Bij hen heerst een gevoel van angst voor gedwongen opname en verblijf in de
separeercel of is sprake van weinig vertrouwen in de GGZ omdat zij het idee hebben daar
niet echt over hun suïcidale gedachten te kunnen praten.
Hulpzoekers en bezoekers zijn echter niet
uitsluitend en onverdeeld positief. Door kinderziektes veroorzaakte gebreken in de site,
in de bereikbaarheid en chat-capaciteit kreeg 113Online snijdende kritiek in e-mails en op
het forum, zoals: "Met jullie miljoenen subsidie valt niet te snappen dat je forum
der zo waaaardeloos uit ziet. Ik wil dat dit snel veranderd, ik heb al genoeg aan mijn
hoofd!!!!!". Inmiddels zijn veel technische problemen gelukkig opgelost.
Een ervaring van andere orde betreft de samenwerking
tussen 113Online en de reguliere GGZ. Over het algemeen kan 113Online rekenen op sympathie
van professionals en bestuurders van GGZ instellingen, maar krijgt lang niet overal een
plaats in de regionale crisisketen. Het blijkt niet altijd zo eenvoudig te zijn om
concrete samenwerkingsafspraken te maken, informatie te krijgen, of hulpzoekers door te
verwijzen naar een lokale crisisdienst. Sommige instellingen zien in samenwerking met
113Online een kans om suïcidale mensen snel te helpen, andere zijn hierin terughoudend.
Zij vrezen (naar wij nu weten ten onrechte) een oncontroleerbaar groot aantal
aanmeldingen. Daarnaast weerspiegelt hun terughoudendheid wellicht een professionele
houding van de GGZ die veel hulpzoekers van 113Online observeren: hulpverleners zijn erg
bezig met procedures en dit weerhoudt hen ervan gewoon eerst te luisteren naar het verhaal
van de cliënt.
Tenslotte de ervaringen van professionals. Om te
beginnen is online en telefonisch werken met anonieme hulpzoekers die je niet kunt zien,
horen of ruiken natuurlijk iets heel anders dan face-to-face contact. Desondanks is er
vaak sprake van intens menselijk contact, waarin hulpzoekers vaak sneller, directer en
openhartiger zijn dan wat professionals in reguliere contacten gewend zijn. Dit geeft veel
voldoening. Daarnaast biedt het online werken meer gelegenheid tot nadenken over de inhoud
en de woordkeuze van de communicatie met de hulpzoeker. Het woord
groepstherapie lijkt er een nieuwe betekenis bij te hebben gekregen, namelijk:
real-time behandeling van een hulpzoeker door een groep collegas die tijdens
het gesprek met elkaar kunnen overleggen.
Het dagelijks werken met suïcidale mensen lijkt
zwaar, is dat soms ook, maar de druk kan worden opgevangen door de mogelijkheid tot direct
teamoverleg, goede werkbegeleiding en intervisie. Hierbij biedt het oplossingsgerichte
kader specifiek handvatten om hoop te bevorderen en de therapeutische relatie helder te
houden.
De onmogelijkheid van direct fysiek ingrijpen wordt
door de professionals gezien als een gegeven. Dit kan een machteloos makende kant hebben,
maar biedt tegelijkertijd de ruimte om te blijven luisteren, in plaats van in de
verleiding te komen te gaan "doen". Deze relatieve machteloosheid van de
professional kan het therapeutische contact ten goede komen. Het idee dat niet kunnen
ingrijpen zou kunnen leiden tot calamiteiten wordt enerzijds weersproken door het argument
dat hulpzoekers die anoniem willen blijven zich waarschijnlijk niet snel zullen blootgeven
in reguliere zorg. Anderzijds bestaat uiteraard de verwachting dat het therapeutisch
contact met de anonieme hulpzoeker de kans op suïcide kan helpen verkleinen.
Ontwikkelingen
113Online heeft voor 18 maanden subsidie
gekregen van het ministerie van VWS en het Innovatiefonds Zorgverzekeraars, en moet in die
periode haar bestaansrecht onderbouwen. De structurele financiering van 113Online na de
subsidietermijn is nog onduidelijk. De financiering van online hulpverlening is nog niet
uitgekristalliseerd. Anonieme hulpverlening past niet in huidige wet- en regelgeving en
kent hierin geen vergoedingsgrondslag.
Gebleken is dat de realisatie van het hulpaanbod
technisch en logistiek complex maar haalbaar is. Na het verhelpen van kinderziekten
ontstaat de situatie waarin het effect van de verschillende interventies op symptomen
(suïcidale ideatie en gedrag, angst, depressie) en op het algemeen functioneren kan
worden gemeten. Analyse hiervan moet leren of de veronderstelling juist is dat 113Online
een significante bijdrage kan leveren aan de preventie van suïcide en het ondersteunen
van iedereen die daarmee te maken heeft. Onderzoek hiernaar zal lopend dit jaar worden
gestart. Hierbij zal ook worden getracht boven water te krijgen waarom zo weinig
hulpzoekers willen worden verwezen naar reguliere hulpverlening en hoe stabiel hun wens is
om anoniem te blijven.
Conclusie
Als suïcidaliteit een ijsberg is waarvan de
reguliere hulpverlening slechts het topje ziet, krijgt 113Online ook een blik én enige
invloed onder de waterlijn. Hoewel het veel te vroeg is om te concluderen dat 113Online
effectief is in het voorkómen van suïcides in Nederland, kan op basis van de beschikbare
cijfers en de ervaringen wel worden gesteld dat zij lijkt te voorzien in een grote
behoefte. De autonomie voor de hulpzoeker en anonimiteit die samengaan met online
hulpverlening bevorderen een open therapeutisch contact waarin suïcidaliteit bespreekbaar
en beïnvloedbaar wordt.
De eerste ervaringen zijn hoopvol en duiden erop dat
het mogelijk en haalbaar is om suïcidale mensen via het internet te bereiken én te
behandelen. Nader onderzoek naar (gewenste en ongewenste) effecten van 113Online zal
moeten bevestigen in hoeverre dit leidt tot significante reductie van suïcidaliteit,
herstel van functioneren en tevredenheid.
Literatuur
Bakker, J. M., Bannink, F. P. (2008). Oplossingsgerichte therapie in de
psychiatrische praktijk. Tijdschrift voor Psychiatrie 50, 1, 55-59.
Ballegooijen, W. van, Spijker, B. en Kerkhof, A. (2009a). The quality of online
suicide prevention in the Netherlands and Flanders. Voordracht tijdens de First International E-mental
Health Summit, Amsterdam
Ballegooijen, W. van, Spijker, B.
en Kerkhof, A. (2009b). De kwaliteit van onlinesuïcidepreventie in Nederland en
Vlaanderen in 2007. Tijdschrift voor psychiatrie, 51, 117-122.
Bannink,
F. P. (2006). Oplossingsgerichte vragen. Handboek oplossingsgerichte
gespreksvoering. Amsterdam: Harcourt.
BNN (2009) Thema avond Zelfmoord
http://player.omroep.nl/?aflID=10169432.
Fiske, H. (2008). Hope in action.
Solution-focused conversations about suicide. New York: Routledge.
Henden, J. (2008). Preventing Suicide. The
solution focused approach. Chichester: Wiley.
Knaevelsrud, C. and Maercker, A. (2006). Does the
quality of the working alliance predict treatment outcome in online psychotherapy for
traumatized patients? Journal of Medical Internet Research. (4) p. e31.
Krysinska, K. E. and Leo, D. de (2007). Telecommunication
and suicide prevention: hopes and challenges for the new century. Omega - Journal of
Death & Dying, (3) 237-53.
Pagura, J., Fotti, S., Katz, L. Y. and Sareen, J. (2009). Help seeking and perceived need for mental health care among
individuals in Canada with suicidal behaviors. Psychiatric Services, 60, 943-949.
Pietrzak,
E. and McLaughlin, R. (2009). The effectiveness of online suicide prevention programs.
A literature review
Centre for Military and Veterans Health/
University of Queensland Node
www.cmvh.org.au/index.html?page=120407&pid=0
Riper, H., Smit, F., Zanden, R. van der, Kramer, J.
en Mutsaers, K. (2007). Programmeringsstudie E-Mental Health. High Tech, High Touch,
High Trust. Utrecht: Trimbos-instituut.
Rhee, W. K., Merbaum, M., Strube, M. J. and Self, S.
M. (2004). Efficacy of Brief Telephone Psychotherapy with Callers to a Suicide
Hotline. Suicide and Life-Threatening Behavior, 35, 317-328.
Spek, V., Cuijpers, P., Nyklicek, I., Riper, H.,
Keyzer, J., and Pop, V. (2007). Internet-based cognitive behaviour therapy for symptoms of
depression and anxiety: a meta-analysis. Psychological Medicine, 37, 319-328.
Stams, G. J., Dekovic, M., Buist, K. en Vries, L. de
(2006). Effectiviteit van oplossingsgerichte korte therapie: een meta-analyse. Gedragstherapie,
39, 2, 81-94.
Tarrier, N., Taylor, K. and Gooding, P. (2008).
Cognitive-Behavioral Interventions to Reduce Suicide Behavior: A Systematic Review and
meta analysis. Behavior Modification,32, 77-108.
Auteurs
Jan Mokkenstorm werkt als directeur
behandelzaken en psychiater bij GGZinGeest en is daarnaast lid van de Raad van
Bestuur/directeur van 113Online.
Lucy Stut is psycholoog en orthopedagoog bij
113Online.
Jan Martijn Bakker is psychiater bij GGZinGeest en
bij 113Online.
Biologische veranderingen in
patiënten met zelfmoordneigingen
Dokter Daniel Lindqvist van de
psychoimmunologische afdeling van de "Lund" Universiteit in Zweden: depressieve-
en personen met zelfmoordneigingen hebben een laag niveau van het stresshormoon cortisol
in hun bloed en een laag speeksel niveau. Ze hebben ook stoffen in hun ruggemerg vloeistof
die aangeven, dat er een verhoogd ontstekingsniveau is in de hersenen. Deze bevindingen
geven hulp om nieuwe methodes te ontwikkelen m.b.t. diagnoses en behandelings methodes van
patienten met zelfmoord- neigingen. Dokter Daniel lindqvist van de psychoimmunologische
afdeling van de Lund Universiteit te Zweden presenteert deze resultaten in zijn doctoraal
scriptie.Hij maakt deel uit van een onderzoeksgroep geleid door dr.Lena Brundin die een
ontsteking in de hersenen beschouwd als een sterk toevoegende factor aan depressie. Dit is
een nieuwe theorie die een uitdaging vormt voor de gangbare visie dat depressie alleen te
wijten is aan een gebrek aan de stoffen serotonine en noradrenaline. Echter de huidige
medicatie die gebaseerd is op serotonine geneest lang niet alle behandelde patiënten.Wij
menen, dat ontsteking de eerste stap is in de ontwikkeling van depressies en dat dit
verschijnsel een effect heeft op serotonine en noradrenaline zegt Daniel Lindqvist.
Lees verder
Vertaling: Koos