Veranderen. Hoe?


balk2.jpg (42734 bytes)

Google


Veranderen. Hoe?

Deel I

‘Voer voor psychologen!’


Axioma: ‘Hoe sterker een probleem genetisch is bepaald, hoe moeilijker het is om te veranderen’. Waar of niet-waar?

Axioma: ‘De neiging tot bepaald gedrag zal niet veranderen, maar je kunt wel leren je in te houden’. Waar of niet-waar?


Inleiding
Ieder jaar meestal rond de jaarwisseling nemen we ons voor ons leven te verbeteren; te veranderen, of op zijn minst te ‘vernieuwen’. We zeggen dat we gezonder willen gaan leven, dat we voor de 5e keer willen stoppen met roken, of dat we minder bot zullen reageren als iemand kritiek geeft, dat we willen voorkomen niet meer op die foute mannen of vrouwen te vallen, én dat we meer willen genieten van het nieuwe leven: dus simpelweg breken met oude, vastgeroeste gewoontes. Toch blijkt het moeilijk om de goede voornemens lang vast te houden. Het blijkt soms al na enige weken of maanden, dat we terugvallen in ons oude patroon. De vraag die we ons zelf kunnen stellen, is hoe komt dat nu eigenlijk? Wat kunnen we hier zelf aandoen?

Uit onlangs gehouden onderzoeken blijkt, dat veel psychiatrische klinieken – psychotherapeuten - worden benaderd met de vooringenomen gedachte: ‘Ik heb een psychosomatisch probleem; de psycholoog of psychiater lost dat wel binnen een weekje voor mij op’. Zijn we daadwerkelijk belandt in een PIN-cultuur?

De remmende factoren

Er zijn een aantal factoren die het proces van verandering of vernieuwen van het menselijk denken tegen werken of ons volledig blokkeren in onze verdere (innerlijke) ontwikkeling. De kernvraag bij iedere veranderings- of behandelingsproces is: ‘Hoe kan ik de manier waarop ik denk, veranderen?’ Want juist daar ligt de kern van ons probleem; het denken. Jouw identiteit, jouw zelfbeeld, jouw eigenwaarde, jouw imago staat centraal in jouw denken. Het beeld dat de ander van jou heeft, staat centraal. Dat wat je van jezelf, van de ander en van jouw omgeving vindt, is bepalend voor jouw hele functioneren in de maatschappij. Althans, zo wordt er door velen gedacht in onze huidige consumptiemaatschappij.

De eerste hindernis of remmende factor, die overwonnen moet worden is van biologische aard. Een groot deel van de psychologische eigenschappen heeft een erfelijk component, althans zo wordt er gedacht in de wetenschap. Hoe sterker een probleem genetisch bepaald is, hoe moeilijker het te veranderen zal zijn. Depressie heeft een erfelijk component, maar ook gevoeligheid voor verslavingen blijkt voor een groot deel erfelijk bepaald te zijn. Iemand met een psychose kan wel zeggen: ‘ik wil niet meer hallucineren’, maar daar heeft hij niets over te zeggen. De biologische werking van het fysieke lichaam regeert in dit geval! Vaak wordt op basis van deze gedachte de keuze bepaalt tussen medicijnen of therapie. Zit er bijvoorbeeld een ernstige depressie in de familie, dan kan het lastiger zijn om het te behandelen met bijvoorbeeld een gesprekstherapie.

………… ‘Althans, dat is wat ons wordt verteld, ons wordt uitgelegd of ons wordt geleerd! De wijze waarop de wetenschap tegen een persoonlijkheidsprobleem aankijkt. M.a.w. hoe een wetenschappelijk idee of concept ons wordt aangereikt of zelfs wordt opgedrongen!’

Een tweede hindernis of rem is je persoonlijkheid; datgene wat een persoon karakteriseert. De manier waarop iemand met uiteenlopende situaties omgaat of het karakteristieke gedragspatroon dat iemand in verschillende situaties vertoond, noemen we persoonlijkheid.

In de afgelopen tientallen jaren is veel onderzoek naar persoonlijkheidsdimensies verricht. Oorspronkelijk kwamen Amerikaanse onderzoekers uit op de vijf centrale persoonlijkheidsdimensies, die nu onder de naam Big Five bekend geworden zijn. Tegenwoordig is de Big Five onder psychologen algemeen geaccepteerd als hét belangrijkste persoonlijkheidsmodel in zijn soort. Het is de basis van veel psychologische onderzoeken die als leidraad gebruikt wordt bijvoorbeeld bij het bepalen van de juiste studie- of schoolkeuze of zelfs bij personeelsselecties. Een belangrijk kenmerk van de Big Five is, dat de scores op de karaktertrekken normaal verdeeld zijn. Dat wil zeggen, dat je volgens de test niet perse óf extravert óf introvert bent. Dus niet het één of het andere, maar je kunt er ook tussenin zijn.

De volgende karaktertrekken worden onderscheiden:


* Extraversie (tegenover introversie): de mate waarin een persoon behoefte heeft aan contact met anderen;

* Inschikkelijkheid (tegenover vriendelijkheid): gedraagt iemand zich meegaand, tolerant en hulpvaardig? Of juist meer competitief en weinig meewerkend?
* Zorgvuldigheid (tegenover laksheid, gebrek aan motivatie): gaat een persoon georganiseerd en doelgericht te werk of ongestructureerd en doelloos? Geeft informatie over hoe iemand zichzelf en zijn omgeving onder controle heeft en wil hebben.
* Emotionele stabiliteit (tegenover Neuroticisme): deze factor drukt uit wat mensen laten zien in emotionele en stressvolle situaties. Neurotische mensen maken zich veel zorgen, zijn onzeker en nerveus. Emotionele, stabiele mensen zijn tevreden met zichzelf, ontspannen en weinig emotioneel.
* Openheid voor ervaring/ ideeën: Behoudend tegenover vernieuwend. Mensen die hoog scoren op vernieuwend staan open voor veranderingen, zijn nieuwsgierig, avontuurlijk en rijk aan fantasie. Mensen die meer aan de behoudende kant scoren, zijn nuchter en praktisch. Zij zullen alles graag bij het oude en vertrouwde willen houden.

Voor een groot deel wordt onze persoonlijkheid (de vijf persoonlijkheidsdimensies) erfelijk bepaald. Een introvert persoon kan wel bepaalde vaardigheden aanleren waarmee hij zich in bepaalde (sociale) situaties kan redden, maar het zal nooit een extraverte persoonlijkheid worden.

Ook eigenschappen als tevredenheid, en optimisme zijn voor zo’n 50% biologisch bepaald, zo blijkt uit een tweelingonderzoek. Zelfs de mogelijkheid tot veranderen ligt ten dele genetisch vast. Of je kunt veranderen, ligt dus voor een deel al besloten in je persoonlijkheid.

………… ‘Althans, dat is wat ons wordt verteld, ons wordt uitgelegd of ons wordt geleerd! De wijze waarop de wetenschap tegen een persoonlijkheidsprobleem aankijkt. M.a.w. hoe een wetenschappelijk idee of concept ons wordt aangereikt of zelfs wordt opgedrongen!’

Een derde hindernis of rem om succesvol te willen veranderen, is dat veranderingen juist angsten oproept bij de persoon. Dat wat bekend is, biedt een zeker gevoel van veiligheid, hoe destructief het oude gedrag voor de persoon ook kan zijn. Het nieuwe is onzeker, het oude is een veilige haven waar alle ins en outs bekend van zijn. Want zolang de angst voor het nieuwe gedrag groter is dan het lijden dat het oude gedrag oplevert, blijft men liever bij het oude. Je zult dus op één of andere manier moeten leren om naar je angsten te willen kijken. Leren verdragen dat je bang wordt of bent voor- of in bepaalde situaties. ‘Iemand met bindingsangst wil daar wel vanaf, maar het aangaan van een (nieuwe) relatie roept zoveel angst op, dat de persoon dat blijft ontlopen’.

Een vierde hindernis of rem waarom het niet lukt om te veranderen, is een zeker gebrek aan zelfinzicht, zelfkennis of zelfbeeld. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, wordt zelfbeeld genoemd en kan als een enorme belemmering voor veranderingen worden gezien. Mensen met een gebrek aan zelfinzicht zien zichzelf vaak als slachtoffer. En het aannemen van een dergelijke slachtofferhouding betekent vaak, dat zij niet hoeven te veranderen maar juist die ander. Ze leggen de verantwoordelijkheden voor hun gedrag en/ of hun problemen bij anderen neer. Mensen die geneigd zijn de verantwoordelijkheid neer te leggen bij die ander, willen eigenlijk helemaal niet veranderen. Zij vinden, dat de therapeut – de psychiater of de psycholoog – hun probleem maar moet oplossen en dat de mensen om hen heen maar moeten veranderen. En juist in deze consumptie- of PINmaatschappij – de meest recentelijke ontwikkelingen duiden erop – eisen de cliënten dat ze binnen enkele dagen van hun geestelijk of lichamelijk probleem zijn verholpen. Onlangs zag ik nog een opschrift bij een arts met de tekst: ‘Genezing vindt direct plaats, maar wonderen duren iets langer’.

Maar ja, aan de andere kant klagen wij wat af en dat kan ook bepaalde voordelen opleveren [Nieuwsbrief April 2009, ‘Is een optimist gezonder?’]. Wat denkt u bijvoorbeeld van iemand die maar blijft klagen over zijn of haar moeder. Dat zijn of haar moeder constant zich bemoeid met allerlei huiselijke omstandigheden; de strijk doen, de afwas doen, de kinderen naar school brengen etc. etc. Toch wil die persoon niet afhankelijk worden van zijn of haar moeder. Je kunt dan wel klagen bij anderen dat je de hete adem van je moeder steeds in je nek voelt, maar stiekem vind je het wel fijn dat ze regelmatig je komt helpen. Soms moet je prettige bij-effecten opgeven om werkelijk iets te veranderen aan je eigen onprettige situatie(s).


Een vijfde hindernis – en misschien wel de grootste hindernis die we ervaren in ons leven – is het niet-genetisch bepaalde deel van de persoonlijkheid dat in interactie met de omgeving is gevormd, zijn de diep ingesleten overtuigingen. Vaak onbewuste overtuigingen die gebaseerd zijn op overtuigingen van anderen. Denk bijvoorbeeld eens aan georganiseerde religies of (politieke) extremistische stromingen. Of de overtuigingen die van generatie op generatie – van vader op zoon – worden overgeheveld. Maar de meest hardnekkige overtuigingen zijn wel onze spirituele overtuigingen. Alle overtuigingen die betrekking hebben op God en het Leven. [www.nieuwespiritualiteitforum.com & Nieuwsbrief Augustus 2009, ‘Overtuigingen’]

Realiseer je, dat overtuigingen een essentieel onderdeel van onze gedachtewereld uitmaken. Want overtuigingen bepalen wat we wel en niet waarnemen én hoe we waarnemen. Overtuigingen bepalen tevens welke betekenis we aan de waarneming geven en bepalen onze gedachtestructuren. Overtuigingen zijn te beschouwen als ‘commando’s voor onze hersenen’.
Mede door diepgewortelde overtuigingen – neem bijvoorbeeld de gedachte ‘Ik ben niet in staat mezelf te genezen’ – hebben we sterk de neiging om steeds maar weer in bepaalde oude patronen te vervallen. Iemand die in zijn jonge levensjaren consequent is gekleineerd, vernederd en vertrapt of seksueel misbruikt is door zijn ouders en/of omgeving, kan een diepgewortelde onzekerheid ontwikkelen die heel moeilijk weggenomen kan worden. De psychiatrische klinieken kunnen wel proberen om u niet in bepaalde oude patronen terug te laten vallen – men kan bijvoorbeeld leren minder negatief over zichzelf te denken of ander gedrag proberen aan te nemen -, maar de neiging zal blijven bestaan. En juist dat roept weer angsten op, waardoor men geneigd is om toch het oude boven het nieuwe te verkiezen.

………… ‘Althans, dat is wat ons wordt verteld, ons wordt uitgelegd of ons wordt geleerd! De wijze waarop de wetenschap tegen een persoonlijkheidsprobleem aankijkt. M.a.w. hoe een wetenschappelijk idee of concept ons wordt aangereikt of zelfs wordt opgedrongen!’

Gedrag is veranderbaar!

Hoe?

Jarenlang heb ik me afgevraagd waarom veranderingen zo vaak mislukken. In feite was mijn gedachte in de beginfase van mijn zoektocht heel simpel. Ga op zoek naar de zwakke schakels in de ketting, kijk ernaar en ‘verwerk’ het. Maar is dat wel zo? Kun je simpelweg stellen: ‘Ik heb mijn zwakke schakel(s) gevonden en ik elimineer deze obstakels met één of andere (alternatieve) genezingsprocedure?’ Ja, maar denk dan bijvoorbeeld eens aan al die onverklaarbare, moeilijk te definiëren psychische ziektebeelden: van manisch-depressief tot schizofrenie. Als het ziektebeeld niet goed kan worden gediagnosticeerd, dan wordt er maar een ‘sticker’ opgeplakt. Op die manier wordt alsnog het ziektebeeld gedefinieerd, waardoor jij dan terecht kan zeggen: ‘Ik ben ziek, want ik draag toch een herkenbare sticker’!
Of zit er nog ergens in mijn diepe onbewuste één of meerdere obstakels verborgen, die ik niet herken of niet weet? Zou dat onverborgen, onzichtbare deel soms te maken hebben met zingeving en spiritualiteit? Of ben ik bezig voor een groter geheel: ‘Waar doe je het allemaal voor!’ [Nieuwsbrief Mei 2010, ‘Zingeving’]. Of zou de aangereikte nieuwe strategieën en nieuwste behandelingsmethoden voldoende zijn om tóch te kunnen veranderen?

Gedrag kun je eenvoudigweg veranderen door bijvoorbeeld je omgeving aan te passen; dus geen chocoladekoekjes meer in huis halen of toch van baan veranderen. Maar de vraag is of datgene wat maakte dat je zo verslaafd was – één pakje sigaretten per dag rookte – ook daadwerkelijk is veranderd. Ik denk van niet.
Misschien ligt dan het niveau van verandering wel op een heel ander niveau; het niveau van gedachten. De algemene (leer)gedachte van psychologie (psychoanalyse of cognitieve therapie) is, leer de obstakels – de gesignaleerde probleemsituaties - vanuit een ander perspectief te bekijken! Bekijk het probleem vanuit een ander gezichtspunt; met een andere gekleurde bril op. Dit is vooral geschikt voor mensen die te hoge eisen aan zichzelf stellen, onzeker zijn of faalangsten hebben. Maar toch blijkt uit allerlei psychologische onderzoeken, dat het meest ingrijpende en het moeilijkste niveau van verandering is het sleutelen aan de persoonlijkheid.

Leuk om dit zo te mogen lezen - in gedachte nemend dat wij het hierover tenminste één eensluidende mening over hebben - , maar waar ligt nu de kern van het gesignaleerde probleem? Ja, persoonlijkheid dat is nu wel duidelijk genoeg. Maar wat wordt er dan precies met die persoonlijkheid bedoeld. In de psychologie noemt men de combinatie van iemands karakter en zijn gewoontes – de combinatie van aangeboren en aangeleerde eigenschappen – de persoonlijkheid. Van invloed op het karakter zijn ‘opgedane ervaringen’, die samen met het karakter bepalend zijn voor het uiteindelijke, herkenbare gedrag of de manier van uitingen. Met het karakter of inborst wordt meestal de combinatie van vaste innerlijke eigenschappen (karaktertrekken) van een persoon bedoeld.

Het karakter

Karakter of aard is een combinatie van innerlijke eigenschappen van een persoon [Nieuwsbrief September 2010, ‘Ziel en Geest’]. Deze combinatie van eigenschappen onderscheidt de ene persoon van de anderen en bepaalt hoe een persoon met bepaalde dingen omgaat. In de psychologie gaat men ervan uit dat het om min of meer stabiele eigenschappen zijn die moeilijk te veranderen zijn, mits men blijft volharden in training of therapie. Daardoor onderscheidt de karaktertrek zich van de gewoonte; het automatisch grijpen naar een sigaret. Gewoonte is meer dan een aangeleerde manier van reageren op zijn omgeving, maar die wel kan worden afgeleerd. Vermoedelijk ligt een deel van je karakter vast in je erfelijke eigenschappen, die op een onnavolgbare wijze wordt beïnvloed door je directe en indirecte omgeving; bijvoorbeeld je ouders, de school en/of de werkomgeving - de buitenwereld.

………… ‘Althans, dat is wat ons wordt verteld, ons wordt uitgelegd of ons wordt geleerd! De wijze waarop de wetenschap tegen een persoonlijkheidsprobleem aankijkt. M.a.w. hoe een wetenschappelijk idee of concept ons wordt aangereikt of zelfs wordt opgedrongen!’

Dus eenvoudigweg zou je kunnen stellen, dat de totale som van karaktereigenschappen de identiteit van het wezen of een persoon omhult en karakteriseert. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, wordt ook wel zelfbeeld of zelfconcept genoemd. Maar in het geval van identiteit ligt de nadruk op de totale som of op de éénheid die je bent. Je bent namelijk een drieledig wezen, dat bestaat uit een ziel, een geest en een lichaam. En juist die unieke verschijning van menszijnde wordt miskent door de psychologie. Vandaar dat dit vooringenomen standpunt van ‘het zit in je erfelijk materiaal’ altijd heeft geleid tot onbegrip bij cliënten, het verkeerd vaststellen van een diagnose met de bijbehorende behandelingsmethode en een ‘gefaalde’ behandelingsmethode.
Indien een behandeling toch succesvol is verlopen, bestaat er de mogelijkheid dat er een tijdelijke ‘aanpassing’ van het geestelijk gestel heeft plaats gevonden en dat bijvoorbeeld het verslavingsprobleem na enkele maanden al weer is teruggekeerd, omdat de persoon in kwestie wordt ‘getriggerd’ – in aanraking komt met zijn of haar oude patroon of verleden. Vaak omstandigheden en/ of situaties, die zelf door de persoon zijn of worden gecreëerd.


De vraag is nu als toch de karaktereigenschappen van een persoon maatgevend zijn voor (gedrags-)veranderingsprocessen of het dan zinvoller is om naar de mens in zijn geheel of naar de deelaspecten, zoals de ziel en de geest te gaan kijken.
Om het enigszins begrijpbaar en niet te gecompliceerd te maken, lijkt het me verstandiger om slechts twee deelaspecten eruit te lichten, en wel de ziel en de geest.

De kernidentiteit, de ziel

Jouw kernidentiteit of jouw ziel, is jouw ware identiteit. Diep van binnen bepalen jouw drijfveren, bepaalt jouw bezieling – jouw passie – het waarom van jouw handelen. Mijn opvatting is: je zult het meest succesvol in een veranderingsproces zijn én jezelf het meest succesvol voelen, als je handelt conform jouw innerlijke drijfveren en conform jouw bezieling; handelen en nadien ervaren wat de diepste innerlijke gevoelens zijn van de ziel. Jezelf leren kennen én ervaren, is gelijk een verandering in innerlijke groei; een proces dat uiteindelijk zal of kan leiden tot meesterschap-in-wording!

Genetische identiteit
Professor Dr. K. Dierickx schrijft over de genetische identiteit: ‘Geen enkele wetenschap lijkt de laatste jaren zo beladen te zijn met verwachtingen en vragen als het gaat over medische genetica. In het dagelijks leven en uit verschillende hoeken wordt vaak verwezen naar genen, DNA en erfelijkheid. Het gen is een soort cultuur icoon geworden; een magische kracht!
Én volgens Nelkin en Lindee functioneert het DNA in onze cultuur in vele opzichten als een seculier equivalent van de middeleeuwse christelijke ziel. Zoals de christelijke ziel is het DNA een onzichtbare maar materiële entiteit. Fundamenteel voor de identiteit lijkt het DNA individuele verschillen te verklaren, evenals de morele orde en het lot. Het DNA lijkt de vindplaats te zijn van het ware Zelf, en in die zin relevant voor de problemen van persoonlijke authenticiteit. [Wikipedia]

………… ‘Althans, dat is wat ons wordt verteld, ons wordt uitgelegd of ons wordt geleerd! De wijze waarop de wetenschap tegen een persoonlijkheidsprobleem aankijkt. M.a.w. hoe een wetenschappelijk idee of concept ons wordt aangereikt of zelfs wordt opgedrongen!’

Het dogma van genetische bepaaldheid
Bij het grote publiek heerst de gedachte of het idee, dat onze genen [1] alles bepalen, vanaf onze lichamelijke kenmerken tot ons gedrag. Zelfs veel wetenschappers gaan nog altijd van de veronderstelling uit, dat onze genen een onveranderlijke blauwdruk vormen waaraan onze cellen zich altijd moeten conformeren. Zelfs de leer van het genetisch determinisme maakt(e) tientallen jaren deel uit van het curriculum van medische faculteiten. Zo verkondigde een nieuwsbrief voor de studenten Gezondheidswetenschappen in Zuid-Californië: ‘Uit onderzoek is gebleken dat 1 op 40 vrouwen onder Asjekenaziem in twee genen een defect heeft dat erfelijke borst- en eierstokkanker veroorzaakt’. De Los Angeles Times vertelde op 11 augustus 2007: ‘Onderzoekers hebben twee gemuteerde vormen van een enkel gen gevonden die verantwoordelijk zijn voor 99% van alle gevallen van een veel voorkomende vorm van glaucoom (groene staar)’. Zo meldde op 28 oktober 2005 een omroeper van National Public Radio (VS): ‘Wetenschapsonderzoekers hebben vandaag wereldkundig gemaakt dat zij een gen voor dyslexie hebben gevonden. Het is een gen op chromosoom 6, dat bekend is als DCDC2’.
De volgende dag bracht The New York Times een overeenkomstig verhaal onder de kop:’Bevindingen bevestigen dat dyslexie genetisch is’. Andere media namen het verhaal al snel over en zo werd de mythe van het DNA-primaat weer eens flink bevestigd. Er kleeft maar één klein gebrek aan die mythe: ze is onwaar!

Het dogma van genetische bepaaldheid heeft zich vanuit het laboratorium zo wijd verbreid, dat het diep is ingesleten in onze publieke cultuur. Toch beginnen steeds meer wetenschappers zich te realiseren dat genen slechts een kleine bijdrage aan onze eigenschappen leveren; dat onze genen slechts voor 35 % verantwoordelijk zijn voor onze levensspanne, terwijl de manier van leven, de eetgewoonten en andere factoren van buitenaf de voornaamste factoren zijn die bepalen of we wel of niet lang leven. De correlatie tussen enerzijds de instrumenten van ons bewustzijn – zoals overtuigingen, gebeden, gedachten, intenties of ons geloof – en anderzijds onze gezondheid, levensduur en levensgeluk, is veel sterker dan de invloed van onze genen!

Uit verscheidene onderzoeken is gebleken, dat wát wij over onze gezondheid denken één van de meest accurate voorspellers van een lange levensduur is die ooit is ontdekt. Volgens schattingen van onderzoekers ‘is ongeveer 90% van alle genen betrokken bij wisselwerking met signalen uit de omgeving!’ [5de remmende factor; overtuigingen die gebaseerd zijn op gedachte én overtuigingen van anderen]

Genen [1] zijn het medium waarin organismen informatie opslaan; de energie is het medium waarmee ze informatie overdragen. Het bestuderen van genen zonder aandacht voor de energiecomponent van het DNA [2] komt overeen met het bestuderen van de harde schijf van je computer zonder de stekker in het stopcontact te steken. De harde schijf bestaat uit duizenden sectoren; substructuren die informatie kunnen bewaren.
Wij beschikken over massa’s informatie op onze harde schijven, maar op willekeurige momenten wordt er slechts een deel van benut. Daar komt bij dat we de data telkens veranderen, zoals het herschrijven van een e-mail voordat we die versturen. Of …. het ongebruikte softwareprogramma niet of nauwelijks meer toepassen. We zijn het vergeten te gebruiken en nadien weten we niet meer hoe het ‘werkt’.

[ Harde schijven of psychologische diskettes met hun softwareprogramma’s = bewustzijnsniveaus= de7-hoofd chakra-niveaus. Iedere chakra-niveau kan worden vergeleken met een bepaald, ‘bereikt’ bewustzijnsniveau in dit leven; overleven (1e niveau of staartbeenchakra), seksualiteit (2e), macht (3e, plexus solaris), liefde (hartchakra, 4e niveau), communicatie (keelchakra, 5e), intuïtie/ verbeeldingskracht (voorhoofdchakra, 6e niveau), spiritualiteit/ kosmisch bewustzijn (7e niveau, kruinchakra). Op ieder bewustzijnsniveau of chakra-niveau zijn ontelbare gegevens/ informatie opgeslagen die betrekking hebben op dat ene specifieke bewustzijnsniveau. Het aanspreken van de opgeslagen informatie vereist inzicht in toepassen van het juist ‘softwareprogramma’.]

Eén van de factoren die invloed hebben op welke genen er actief zijn, is onze ervaring met de buitenwereld – een feit dat volstrekt onverenigbaar is met het dogma van genetische bepaaldheid. Toch zijn ervaringen maar een deel van het totaalbeeld. We nemen feiten en ervaringen in ons op en kennen er betekenissen aan toe. Welke betekenissen we er mentaal, emotioneel, of spiritueel aan toekennen, is vaak even belangrijk voor de activering van genen als de feiten op zich. Onze heersende gedachten en -overtuigingen zijn dus in staat om sets van genen aan of uit te zetten.
Iedere keer als we iets bedenken of creëren, zal de snelweg in onze hersenen – de kortste verbinding van A naar B – dat ene (computer)bestandje activeren. Een andere route zal vermoedelijk teveel ‘milliseconden’ in beslag nemen en het kost teveel ‘energie’ om de paden vrij te houden van energieblokkades; versperringen. De energiebanen raken op den duur verstopt en op die manier blijven we steeds maar weer in oude denkpatronen terugvallen.


Samengevat kunnen we stellen, dat onze genen te beschouwen zijn als hét medium waar informatie wordt opgeslagen! Informatie, die we in principe te allen tijden tot onze beschikking staat. Echter we kunnen ons niet alles meer herinneren. We kunnen niet bij alle informatie die waar dan ook opgeslagen ligt, komen [Nieuwsbrief,’Ziel en Geest’]. Denk bijvoorbeeld maar eens aan onze jeugdervaringen; de prettige en de pijnlijke momenten. Wie kan ze nog in details beschrijven? Toch ligt die informatie wel degelijk ergens opgeslagen en juist daar gaat het om. Zeker als we de wens hebben te willen veranderen in ons gedrag.

De vraag is nu: ‘Waar heb ik al die informatie opgeslagen en hoeveel informatie en waarom zoveel informatie en hoe kan ik bij die opgeslagen informatie komen? En ja, wat is informatie eigenlijk?’


Omschrijving: Wij zijn energiewezens; samengeklonterde energievormen. Wij zijn drieledige wezens met drie karakteristieke kenmerken, te weten een ziel, een geest en een lichaam. Gedachte is informatie, is een energievorm met een bepaalde trillingsfrequentie, een bepaalde golflengte, een bepaalde geluidsgolf, en samenvallende ritmische patronen die opgeslagen liggen in alle lichaamscellen, geprojecteerd en leesbaar is in ons elektromagnetisch energieveld of aura!
Kortweg: alle, alle informatie is opgeslagen in onze cellen! En nu komt het allerbelangrijkste aspect van de ware zin van het leven aanbod – het feit dat eens duidelijk onder de aandacht van therapeuten, artsen, psychologen en psychiaters dient te worden gebracht – en wel, dat wij informatie uit het heden, het verleden én het verre verleden in al onze lichaamscellen hebben opgeslagen. Het verre, verre verleden kan ook gevangen worden in het begrip ‘vorige levens’! Ja, ja vorige levens.
‘Is dit waarin ik dan ‘moet’ graven om daadwerkelijk te kunnen veranderen? Is dit hét waarlijk?’

[1] Genen zijn onderdeel van chromosomen en bestaan uit stukken DNA. Een gen is niets anders dan een klein chromosoomaal fragmentje opgebouwd uit DNA; het bevat de genetische informatie die nodig is voor het maken van een eiwit. Genen zijn stukjes code van het DNA. De genen bevinden zich (net zoals de chromosomen) in de kern van onze lichaamscellen. Ze bevatten de informatie die nodig is voor het normaal functioneren van de cel (je zou ze kunnen vergelijken met de software van een computer). Het genetisch materiaal bij de mens bevat 46 chromosomen.

[2] DNA (voluit: desoxyribonucleïnezuur) is de chemische substantie van ons erfelijk materiaal. DNA is de draadachtige stof waaruit chromosomen onder andere zijn opgebouwd. DNA is de drager van erfelijke informatie. Op het DNA liggen de afzonderlijke genen. Het DNA heeft de vorm van een spiraalvormige draad die met een andere DNA-draad een dubbele helix vormt; een soort wenteltrap die gedraaid is om zijn lengteas. De treden worden gevormd door de base. Telkens zijn er twee basen met elkaar verbonden, die samen een trede van de trap vormen.
[*] DNA= Devine Natural Awareness = het Goddelijke Natuurlijk Bewustzijn! Hét bewustzijn waar de kerninformatie over |Wie-we-werkelijk-zijn| ligt opgeslagen.

Slot
Uit allerlei psychologische onderzoeken is gebleken, dat het moeilijkste niveau van verandering het ‘sleutelen’ is aan de persoonlijkheid. Want zo wordt er nog steeds gedacht, dat een deel van je karaktereigenschappen ‘vastliggen’ in je erfelijk materiaal; de genen.
Nú blijkt dat genen – het medium waarin organismen informatie opslaan – slechts voor een beperkt deel verantwoordelijk zijn voor bijv. onze levensverwachtingen én dat ons denken en overtuigingen (de informatiestroom die verantwoordelijk is voor het aan- en uitzetten van genen) de grootste factoren zijn die wel in staat zijn om (gedrags)veranderingen daadwerkelijk te bewerkstellingen.

Dus waarom dan geen aandacht besteden aan de opgeslagen informatie uit het heden, het verleden en vorige levens?


Veranderen! Hoe?

Deel II

‘Voer voor psychologen’

Axioma: ‘Hoe sterker een probleem genetisch is bepaald, hoe moeilijker het is om te veranderen? Waar of niet-waar?

Inleiding

‘Wat bekend is, biedt een zeker gevoel van veiligheid – zelfs als het slecht voor je is’.


Het proces van verandering begint bij zelfkennis; het (h)erkennen van het probleem. Het gaat niet alleen om het verstandelijk begrijpen dat je een probleem hebt, maar vooral om ‘doorvoeld weten’; werkelijk inzien dat het niet anders kan of moet. Erkennen dat je zelf onderdeel bent van het probleem is misschien wel het belangrijkste. Zodra je begint te beseffen dat je vastzit in een patroon, krijg je inzicht. Het inzicht dat je deel hebt aan het probleem geeft ook de mogelijkheid om controle erop uit te oefenen. Afhankelijk zijn van de gedachten – heersende overtuigingen - van anderen is een onderdeel van het inzicht! Als je met je eigen gedrag of gedachtepatroon een probleem in stand houdt, kan je het immers ook aanpakken door bijvoorbeeld anders te reageren. Zodra je in staat bent om anders te reageren, ontstaat er een gevoel van autonomie dat het gevoel van hulpeloosheid vervangt. Op dit punt aangekomen ben je in staat om een nieuw gedrag of nieuwe gedachten door te voeren. Nieuwe gedachten leiden namelijk tot nieuwe vaardigheden, die nadien kunnen worden ‘verankerd’ in het nieuwe bestaan. Verankering van nieuwe gedachten vindt plaats op cellulair niveau!


Kosmische identiteit, de ziel

Jouw kernidentiteit, jouw energetische identiteit of jouw wezenlijke energievorm is jouw ziel, die in samenspraak met de geest en het lichaam - de entiteit die jij bent - formeert! De ziel is jouw innerlijke krachtbron; jouw bron die voor de essentiële levensenergie zorgt. Het doel van een menselijke ziel is dan ook alles te ervaren, zodat zij alles kan zijn.

De ziel verlangt ernaar om alle individuele aspecten van Zijn Goddelijkheid te ervaren. Het wil zich volledig kennen, empirisch, en zichZelf uitbreiden en ‘overnieuw’ re-creëren – een alsmaar grotere versie van zichZelf worden. Het innerlijke groeiproces middels verandering en vernieuwing leidt tot een evolutieproces! Dit doet ze door haar verlangens aan te geven in elke besluitvorming van de geest. De geest zal keuzes maken uit het aanbod! Maar de ziel legt niet haar wil op aan de geest en/ of het lichaam. Neen, ze geeft de geest de gelegenheid om te kiezen uit haar alternatieven. De functie van de ziel is dan ook te creëren; nieuwe gedachte over zichzelf te scheppen en deze aan te reiken aan de geest en het lichaam, zodat ook zij zich verder kunnen ontwikkelen!

De ziel schept hier op Aarde situaties en omstandigheden voor haar eigen hoogste bestemming. Tijdens het scheppingsproces zal de ziel trachten duidelijk te maken, dat er slechts één overweging kan meespelen, namelijk: ‘Is dit een uitspraak over |Wie-ik-werkelijk-ben?|’. ‘Is dit een mededeling over |Wie-ik-kies-te-zijn?|’
De gedachten van de ziel komen allemaal tot uitdrukking in het zuivere gevoel. De communicatie van de ziel tot de geest en het lichaam – het bewustzijn - vindt via het gevoel of intuïtie plaats! [Meer informatie over de ziel; Nieuwsbrief Augustus 2010].

Kosmische sub-identiteit, de geest

De geest is het submoleculaire deel van het etherlichaam; het energielichaam dat een deel is van de Goddelijke Levensenergie - de ziel - is! De geest is een submoleculair deel dat uit allerlei energieën bestaat, te weten gedachten en herinneringen aan gevoelens uit het verleden die opgeslagen zitten in cellen; alle lichaamscellen. Van teennagel tot hoofdhaar! [Nieuwsbrief September 2010].

De ziel is de totale som van alle gevoelens die je ooit eens hebt gehad of hebt opgeslagen op de harde schijf; informatie uit het heden, het verleden én vorige levens! De geest (je celgeheugen, het verstand – niet de breinmassa) bestaat uit herinneringen aan die opgeslagen gevoelens. De geest is een substantieel deel van allerlei gevoelens die in specifieke situaties ter herinnering gebracht kunnen worden, om dat deel van de wens van de ziel in dit leven te verwezenlijken en te ervaren. Denk bijvoorbeeld aan herkenbaar gedragvormen, die de ziel wenst te veranderen. En dat kan alleen maar door te ervaren!


De geest is de ‘sluier der vergetelheid’; een uniek filtersysteem dat de ziel als het ware omhult. De geest ontvangt en interpreteert alle binnenkomende informatie in iedere energievorm en activeert op deze wijze het bewustzijn; het verstand en de lichaams-cellen. De geest is de ‘heerser van alle gedachten’. Alle gedachten zijn zeer subtiele, maar uiterst krachtige energievormen, die ervoor kunnen zorgen dat wij ‘bewust’ of onbewust’ door het leven gaan.


Wat is nu nog eenvoudiger om (gedrags)veranderingen te bewerkstelligen door de informatie – de gedachten en herinneringen aan situaties en omstandigheden, die ooit eens opgeslagen zijn op de harde schijf – eens aan een diepgaand ‘onderzoek’ te onderwerpen of een verhelderende diagnose vast te stellen.

De wetenschappelijke axioma’s

Hoe sterker een probleem genetisch is bepaald, hoe moeilijker het is om te veranderen’. ‘De neiging tot bepaald gedrag zal niet veranderen, maar je kunt wel leren je in te houden’, kunnen we simpelweg verwerpen omdat we nú weten dat de erfelijkheidsfactor nauwelijks een rol speelt bij veranderingsprocessen. Want de correlatie tussen enerzijds de instrumenten van ons bewustzijn – zoals overtuigingen, gebeden, gedachten, intenties en ons geloof [het denkproces] – en anderzijds onze gezondheid, levensduur en levensgeluk, is veel sterker dan de invloed van onze genen.

De overheersende tunnelvisie van gerenommeerde wetenschappers - dat verandering in onze genen en ons DNA (dr. Berrenda Fox en Patricia Resch hebben nieuw bewijs van veranderingen in het DNA – andere vormen van DNA-helixen dan een dubbele DNA-helix - en cellen geleverd) niet mogelijk is, is nu zo blijkt door andere wetenschappelijk onderzoeken van tafel geveegd. Daarom wordt het nú eens tijd een volkomen nieuwe gedachte en nadien een nieuwe behandelmethode (bijv. Epigenetische heelkunde *) te introduceren. We gaan als het ware de geest ‘oefenen’, anders leren denken!

Ernest Rossi heeft ooit gezegd: ‘Alles wat je gelooft, wordt biologie – in onze hormoonstelsels, neurale netwerken, genetische sets en elektromagnetische systemen, compleet met de complexe wisselwerkingen daartussen’.


Dr. Ironson stuitte in zijn onderzoek op twee bijzondere indicatoren voor de snelheid waarmee het HIV zich in het lichaam van haar proefpersonen verspreidde. De eerste daarvan was hun persoonlijke kijk op God. Zo schrijft ze: ’ Bij mensen die God zien als een veroordelende God, loopt het aantal CD4 (T-helpercellen) twee keer zo snel terug als bij hen die God niet als een veroordelende God zien; en hun viraal gehalte vermeerdert zich meer dan drie keer zo snel’. Zo verklaarde een patiënt uit de eerste categorie letterlijk: ’Ooit zal God streng over mij oordelen’. [www.nieuwespiritualiteitforum.com & Nieuwsbrief April 2009, ‘Is een optimist gezonder?’]
Zo verklaarde dr. Ironson, dat veel patiënten na het stellen van de diagnose melding maakten van een spirituele transformatie.

[*] De epigenetica onderzoekt de signaalbronnen buiten het DNA die de genexpressie reguleren. Het is het onderzoek naar de signalen die de genen aan en uit zetten. Sommige van deze signalen zijn van chemische aard; andere hebben een elektromagnetisch karakter. Sommige komen van binnen het lichaam; andere zijn de reacties van ons lichaam op signalen van buiten het lichaam.

Hoe kun je het denken veranderen?

Psychologie Magazine [jan. 2005] vroeg lezers wat zij zouden willen veranderen. De deelnemers gaven de volgende antwoorden:

26% mijn angsten [Nieuwsbrief januari 2010, ‘Angst en Liefde’]
13% mijn uiterlijk

12% mijn inkomen

9 % mijn beroep

8 % mijn karakter

7 % niets

‘Blijvende verandering bereik je niet door in één keer alles om te gooien’, stelt de Japanse leer van Kaizen. Met kleine stapjes lukt het wel’ [Psychologie Magazine, 2007]. Je kunt grote veranderingen bewerkstellingen door telkens kleine stapjes in de richting van je doel te zetten. Deze klein-stappenmethode werkt ook uitstekend bij het oplossen van persoonlijke problemen zoals blijkt uit het volgende voorbeeld van een gescheiden moeder met twee kinderen. Ze was depressief, behoorlijk gestrest en ongeveer 15 kilo te zwaar. Mede daardoor had deze vrouw een verhoogde kans op diabetes, hart- en vaatziekten en een zwaardere depressie. De oplossing leek voor de hand te liggen: door meer lichaamsbeweging zou ze beter bestand zijn tegen de stress van alledag en zou haar humeur verbeteren. Maar de vrouw kon zich er niet toe zetten. Gaan sporten was een te grote stap; ze had het al zo druk en ze kreeg vast vreselijke spierpijn van. [‘Klagen is niet constructief’, Nieuwsbrief April 2009]
Tot iemand haar voorstelde om klein te beginnen: elke dag één minuut lang voor de televisie gymnastische oefeningen te doen. Dát leek de vrouw een haalbare doelstelling. Ze oefende een week lang. Een week later werd het oefenschema uitgebreid; drie, vier en al gauw vijf minuten per dag werd er geoefend. Na een maand oefenen, was ze haar weerstand tegen sporten helemaal kwijt. De vrouw ging nadien enthousiast aerobicslessen volgen en haar klachten verdwenen al spoedig.

Volgens R. Maurer, hoogleraar psychologie aan de medische faculteit van UCLA (Los Angeles), kiezen we, als we iets in ons leven willen veranderen, normaal gesproken voor een drastische aanpak. We willen snel veel resultaat zien. Daarom volgen we liefst een crashdieet of stoppen we ineens met roken. Soms slaagt zo’n aanpak. Maar meestal vallen we al snel terug in onze oude gewoonten. Elke verandering die van onze veilige routine afwijkt, roept namelijk een stressreactie op. Deze reactie (actie=reactie) belemmert ons vermogen om met de nieuwe situatie om te gaan.
De ‘truc’ is volgens Maurer je niet blind te staren op het uiteindelijke doel, maar ‘stappen voorwaarts te zetten die zo klein en weinig bedreigend zijn, dat creatieve, negatieve blokkades worden vermeden’. In de woorden van Lao-Tse: ’Een reis van duizend kilometer begint met de eerste stap’. Vermijd dus zelfsabotage en denk klein, is het advies van professor Maurer! Maar is dat werkelijk zo? Kleine stapjes nemen in plaats van een geheel andere benaderingswijze te hanteren?

De geest onder controle krijgen

Veel gehoorde opvatting is ‘Hoe kan ik de manier waarop ik denk veranderen? Mijn gedachten, attitudes en ideeën zijn niet binnen één minuut ontstaan. Ik neem aan, dat ze het resultaat zijn van jarenlange ervaring; een leven vol ontmoetingen’. Ja, dat is inderdaad waar. De gebruikelijke scheppingsmethode is voor de meeste mensen een proces in drie stappen, waarbij gedachte, woord en daad of handeling elkaar in deze volgorde opvolgen.

  1. Eerst komt de gedachte, het vormende idee of het concept in je op.
  2. Dan volgt het woord. De meeste gedachte nemen uiteindelijk de vorm aan van woorden, die dan opgeschreven of uitgesproken worden. Dit voegt energie toe aan de gedachte, waardoor deze de wereld wordt ingeduwd en door anderen worden opgemerkt.
  3. Uiteindelijk worden woorden in daden omgezet en dan krijg je wat wij noemen een resultaat.

Alles in de door mensenhanden gemaakte wereld is ontstaan op deze manier of een variant daarvan. Deze handelwijze in ieder creatief (scheppings)proces wordt gevoed door de kerngedachte van ieder persoon, die scheppende is. De kerngedachte is: ‘Je bent wie je denkt dat je bent’! Dit is een vicieuze cirkel, wanneer die gedachte negatief is. Je moet een weg vinden om los te breken uit die cirkel. Want veel van je huidige ervaringen zijn gebaseerd op voorafgaande gedachten. Gedachten die leiden tot ervaringen die leiden tot gedachten, die leiden tot ervaringen. Leer te beseffen dat je geest (niet je ziel) gevuld is met afgeleide gedachten. Gedachten die ontsprongen zijn aan de ervaring van anderen! Besef, dat slechts erg weinig van je gedachten voortkomen uit zelfbedachte gegevens, nog minder uit zelfbedachte voorkeuren [Nieuwsbrief ‘Overtuigingen’].


* Heb jij enig idee hoe je geest aan de gedachten is gekomen, die hij nu heeft? Weet je dan niet dat jouw wereld je geest heeft gemanipuleerd te denken zoals je nu doet? Zou het niet beter zijn, dat jij je geest manipuleert in plaats van dat de wereld dat doet? Ben je niet beter af wanneer je gedachten denkt die jij wilt denken in plaats van die van anderen? Kun je niet beter uit de voeten met oorspronkelijke gedachten dan met afgeleide gedachten …………. van anderen?

* Heb jij enige idee hoe al deze gedachten van vorige levens bewaard zijn gebleven en op een wonderbaarlijke wijze grote invloed uitoefenen op jouw vermogen om te willen veranderen?

De vraag die nu centraal staat in een veranderingsproces, is hoe verander je dan de ondersteunende gedachte of de achterliggende gedachte van jouw gedachte? Wel, heel simpel gezegd: de ‘truc’ om de ondersteunende gedachte te veranderen is door simpelweg het paradigma van gedachte-woord-daad om te keren! Dat is het enige wat je hoeft te doen! Niet meer en niet minder. Maar misschien herinner je het oude spreek woord nog: ‘Bezint eer ge begint?’ Wel vergeet dat maar. Als je een kerngedachte wilt veranderen, moet je handelen vóórdat je ergens over nadenkt!


Je loopt over straat en komt een oude dame tegen die om geld bedelt. Je beseft dat zij een zwerfster is, die van dag tot dag leeft. Tegelijkertijd begrijp je dat hoe weinig geld je ook bezit, je altijd genoeg hebt om iets met haar te delen. Je eerste reactie is haar wat kleingeld te geven. Er is zelfs een deel van jou – het innerlijke gevoel, de ziel – dat bereid is haar wat meer te geven, vijf euro of tien euro. Wat maakt het uit, maak die oude dame eens blij. Schenk haar ook eens een fijn moment.
Dan gaan de gedachten meespelen. Wat doe je? Ben je gek geworden? We hebben maar twintig euro om ons deze dag door te helpen. Wil jij haar tien euro geven? Je gedachten weer: ‘’ He, he, vooruit. Je hebt niet genoeg geld om alles maar weg te geven! Geef haar in hemelsnaam een paar eurocent en laten we verder gaan’.
Je tast snel in je zak en probeert toch een paar euro’s te vinden. Je vingers voelen alleen maar stuivers en dubbeltjes. Je voelt je ineens opgelaten. Daar sta je dan, goedgekleed, doorvoed en je scheept die arme vrouw die niets heeft af met een aalmoes.
Je probeert tevergeefs een paar euro’s te vinden. Oh, daar zit er één, diep in een plooi van je broekzak. Maar ondertussen ben je haar al voorbijgelopen, flauwtjes glimlachend, en het is te laat om je om te draaien. Ze krijgt niets! In plaats van de vreugde je overvloed te kennen en te delen, voel je je nu even arm als de oude vrouw.

Waarom gaf je niet gewoon tien euro? Dat was je eerste reactie, maar je gedachten staken daar een stokje voor. Besluit de volgende keer te handelen voordat je ergens over nadenkt. Geef het geld, want wanneer je een kerngedachte wenst te veranderen, handel dan overeenkomstig het nieuwe idee dat je hebt. Maar je moet snel handelen, want anders smoort je geest het idee nog voordat je het weet. Het idee, de nieuwe waarheid zal dood in je zijn voordat je een kans hebt gehad het te kennen. Handel daarom snel wanneer zich een mogelijkheid voordoet, en als je dit vaak genoeg doet, zal je geest het idee spoedig vatten. Het zal je nieuwe ondersteunende gedachte worden.

Nieuwe gedachten zijn je enige kans. Het is je enige mogelijkheid je verder te ontwikkelen, te groeien, te veranderen, echt te worden |Wie-je-werkelijk-bent|.

Met andere woorden, niet ‘wat-ga-je-doen?’ maar ‘wat-ga-je-Zijn?’ Dit is het wezenlijke antwoord op het ware veranderingsproces: de ziel – en niet de geest – is alleen geïnteresseerd wat je gaat Zijn. Wanneer je over een langere periode bepaalde zijnstoestanden – bijvoorbeeld vrijgevigheid, goedheid, vergevingsgezindheid, medeleven, begripvol etc. etc. ……..een verhevener zijnstoestanden - bereikt, is het inderdaad zo dat succes in wat je doet erg moeilijk te voorkomen is. Want het Zijn trek Zijn aan en produceert nieuwe ervaring(en), en nieuwe mogelijkheden.

Maar onthoudt: je kunt niet alles hebben wat je wilt, maar je kunt altijd alles ervaren wat je hebt!

Het nieuwe Veranderstappenplan

Belangrijk is te beseffen, dat veranderingen wel degelijk mogelijk zijn zonder professioneel of ondersteunende hulpmethoden. Het gaat erom dat je ook daadwerkelijk bewust kiest voor verandering. Start daarom in het Nú-moment: ‘wat wil ik nu veranderen?’ Maar realiseer je dat veranderingen die heel moeilijk te bewerkstellingen zijn en dat oude patronen die steeds maar weer terugkomen, vaak hun oorsprong hebben in het verre, verre verleden en die kunnen alleen door een vernieuwende benaderings- en behandelingsmethode worden opgelost. Want hier geldt, dat er een ‘reis’ gemaakt moet worden in het verre, verre verleden!

Het plan

  1. Helder worden in de wijze waarop je nú denkt:
  1. Ga eerst naar je hoogste gedachte over jezelf:
  2. Stel je voor wie je zou zijn als je iedere dag volgens die gedachte probeert te leven;
  3. Stel je voor wat je zou denken, doen en zeggen en hoe je zou reageren op wat anderen doen en zeggen;
  4. Denk dus na over wie je wilt zijn, wat je wilt doen en hoe je het wilt hebben;
  5. Begin dan direct ermee je voor te stellen hoe je wilt dat je leven moet zijn en probeer je daarin te verplaatsen;
  6. Vraag: zie je enig verschil tussen die projectie en wat je nu denkt, zegt en doet?
  7. Nu je de verschillen hebt gezien tussen |Wie-je-bent| en |Wie-je-zou-willen-zijn|, moet je bewust je gedachten, woorden en daden beginnen aan te passen aan je meest verheven visie over jezelf. Dat vergt een enorme mentale en fysieke inspanning. Behalve een constant toezicht over al je gedachten, woorden en daden, brengt het onophoudelijk maken van bewuste keuzes mee.
  1. Breng je gedachten onder controle
    1. Denk dan aan niets anders.

2. Ga alle gedachten, woorden en daden na die hiermee niet harmoniëren. Neem hier afstand van.

3. Stel geen andere mogelijkheden voor. Verwerp alle negatieve gedachten. Bevrijd je van pessimisme. Laat alle twijfels los. Wijs je angsten af.
4. Breng je verstand (de geest) de discipline bij vast te houden aan het oorspronkelijke plan.

C. Gedachten zijn stabiel en volkomen duidelijk voor je.

1. Begin deze unieke gedachten uit te spreken als een waarheid.
2. Spreek en bekrachtig de nieuwe waarheid met de zin: ‘Ik ben………….’ Bijvoorbeeld: ‘Ik ben de allergrootste creatieve kracht in dit Universum’.

D. Het scheppingsproces
Het scheppingsproces vindt plaats op drie niveaus, te weten op lichaam-, geest-, en zielenniveau. De hulpmiddelen voor het scheppen zijn: gedachte, woord en daad. Het is onmogelijk over iets te denken en te spreken of om iets te doen, waarin je niet werkelijk gelooft. Het scheppingsproces moet het absolute geloof inhouden!

E. Met zekerheid weten
Met zekerheid weten is het absolute geloof! Dit gaat verder dan hoop.

F. Dankbaarheid vóóraf
Dankbaarheid vooraf is het meesterschap van het scheppingsproces.

G. Passie
Passie is de motor van het scheppingsproces. Celebreer en geniet van alles dat je schept en hebt geschapen. Een deel ervan verwerpen is als een deel van jezelf verwerpen. Iets veroordelen, is jezelf veroordelen!

Wil jij werkelijk dat je leven opnieuw ‘van start’ gaat?

Zorg er dan voor dat je er daadwerkelijk bewust voor kiest. Zodra je bewust hebt gekozen, verander je het idee bijvoorbeeld over het leven of over het gesignaleerde, hedendaagse probleem. Denk, spreek en handel dan als een kind van God.

Het hele proces is een intensieve aanzet tot bewustwording. Wat je zult merken als je deze uitdaging aangaat, dat je je halve leven onbewust hebt doorgebracht. Dat wil niet zeggen niet op een bewust niveau van wat je kiest aangaande je gedachten, woorden en daden tot je de werking daarvan ervaart.
Het is een uitdaging waartoe je ziel je vanaf het begin der tijden heeft opgeroepen!

Verander, verander nu het (nog) kan.

Hoe kan ik mijn zuivere Geest – mijn ziel – vinden?

Niet door te denken.
Niet door te doen.

Alleen door te Zijn.

‘Zonder tegenwind stijgt geen vlieger op’, Chinese wijsheid.

Ruim 2500 jaar geleden verklaarde Boeddha: ‘Wij worden gevormd en geconditioneerd door onze gedachten. Zij wier geest is gevormd door onzelfzuchtige gedachten, verbreiden vreugde als zij spreken of handelen’.

Hans Zevenboom

www.millennium-visie.org

www.hetnieuweinzicht.nl

www.nieuwespiritualiteitforum.com


 

 


 


View My Stats