Mannen met zorgen lopen meer risico op hart- en vaatziekten en diabetes

Volgens nieuw onderzoek gepubliceerd in de Journal of the American Heart Association, een open access tijdschrift van de American Heart Association, lopen mannen van middelbare leeftijd die angstig zijn en zich meer zorgen maken, mogelijk een groter risico op het ontwikkelen van hartaandoeningen, beroertes en diabetes type 2, ook wel cardiometabolische ziekte genoemd, naarmate ze ouder worden.

“Hoewel de deelnemers voornamelijk blanke mannen waren, wijzen onze bevindingen erop dat meer angst of zorgen bij mannen verband houden met biologische processen die aanleiding kunnen geven tot hart- en metabole aandoeningen, en deze associaties kunnen veel eerder in het leven aanwezig zijn dan algemeen wordt aangenomen – mogelijk tijdens de kindertijd of jonge volwassenheid,” zei Lewina Lee, Ph.D., hoofdauteur van de studie, assistent-professor psychiatrie aan de Boston University School of Medicine, en onderzoeker en klinisch psycholoog bij het National Center for Posttraumatische Stressstoornis bij het Amerikaanse Department of Veterans Affairs, beide in Boston.

Om de relatie tussen angst en risicofactoren voor cardiometabole ziekten in de loop van de tijd te volgen, analyseerden de onderzoekers gegevens over deelnemers aan de Normative Aging Study, een longitudinaal onderzoek naar verouderingsprocessen bij mannen, opgericht door de polikliniek van US Veterans Affairs in Boston in 1961. Het onderzoek omvat zowel veteranen als niet-veteranen. Deze analyse omvatte 1.561 mannen (97% blank), met een gemiddelde leeftijd van 53 jaar in 1975. De mannen voltooiden baseline beoordelingen van neuroticisme en zorgen en hadden op dat moment geen hart- en vaatziekten of kanker. Een persoonlijkheidsinventarisatie beoordeelde neuroticisme op een schaal van 0-9. Daarnaast vroeg een tool voor het beoordelen van zorgen hoe vaak ze zich zorgen maakten over elk van de 20 items, waarbij 0 staat voor nooit en 4 voor altijd.

“Neuroticisme is een persoonlijkheidstoestand die wordt gekenmerkt door de neiging om situaties als bedreigend, stressvol en/of overweldigend te interpreteren. Personen met een hoog niveau van neuroticisme zijn geneigd om negatieve emoties – zoals angst, verdriet en woede – intenser en vaker te ervaren”, aldus Lee. “Zorgen verwijst naar onze pogingen om problemen op te lossen rond een toestand waarvan de uitkomst onzeker is en mogelijk positief of negatief. Zorgen kunnen adaptief zijn, bijvoorbeeld wanneer het ons naar constructieve oplossingen leidt. Maar zorgen maken kan ook ongezond zijn, vooral als ze onbeheersbaar worden en ons dagelijks functioneren verstoren.”

Na hun baseline beoordeling hadden de mannen elke 3-5 jaar lichamelijke onderzoeken en bloedonderzoeken totdat ze stierven of stopten met het onderzoek. Het onderzoeksteam gebruikte follow-up gegevens tot en met 2015. Tijdens follow-up bezoeken werden zeven cardiometabole risicofactoren gemeten: systolische (topnummer) bloeddruk; diastolische (onderste getal) bloeddruk; totale cholesterol; triglyceriden; zwaarlijvigheid (beoordeeld door body mass index); nuchtere bloedsuikerspiegel en de erytrocytsedimentatie snelheid (ESR), een marker van ontsteking.

Een risicofactor voor cardiometabole aandoeningen werd in het hoog risicobereik overwogen als de testresultaten voor de risicofactor hoger waren dan het door de nationale richtlijnen vastgestelde afkappunt, of als de deelnemer medicijnen gebruikte om die risicofactor te beheersen (zoals cholesterolverlagende medicijnen). Afgesneden punten voor ESR als risicofactor zijn niet gestandaardiseerd, dus de deelnemer werd gerangschikt als een hoog risico als ze tot de top 25% van de geteste personen behoorden. Elke deelnemer kreeg een score voor het tellen van risicofactoren, één punt voor elk van de zeven risicofactoren die als hoog risico werden geclassificeerd. De mannen werden vervolgens gestratificeerd op basis van het al dan niet ontwikkelen van zes of meer risicofactoren tijdens de follow-up periode.

“Het hebben van zes of meer cardiometabolische markers met een hoog risico suggereert dat een persoon zeer waarschijnlijk cardiometabole ziekten zal ontwikkelen of al heeft ontwikkeld”, zei Lee.

Vertaling: Andre Teirlinck