Naar de webwinkel Hoofdmenu Privacy Vrijwilligers Therapeuten Leden menu


Omega-3 en Omega-6 hebben een tegengesteld effect op astma bij kinderen

Dick Schrauwen [1]

Twee vetzuren in de voeding, omega-3 en omega-6, kunnen een tegenovergestelde rol spelen wat betreft hun invloed op de ernst van astma [2] bij kinderen en daarmee ook op hun reactie op luchtvervuiling binnenshuis. Dit rapporteert een nieuwe studie die online is gepubliceerd in het tijschrift `American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine` van de American Thoracic Society [3].

In "Omega-3 and Omega-6 Intake Modifies Asthma Severity and Response to Indoor Air Pollution in Children", melden Emily P. Brigham, MD, MHS en de andere auteurs dat kinderen met hogere omega-3-waarden in hun dieet minder ernstige astma hebben en minder ernstige symptomen vertonen in hun reacties op hoge fijnstofconcentraties binnenshuis. Omgekeerd hadden kinderen met hogere omega-6-waarden in hun dieet juist een ernstiger vorm van astma en vertoonden zij meer symptomen in hun reacties op hogere niveaus van luchtvervuiling door fijnstof in de woonomgeving.

"Er zijn steeds meer aanwijzingen dat voeding en dan vooral de omega-3 en omega-6-vetzuren daarin een belangrijke rol spelen in de gezondheid van de longen," zegt dr. Brigham, hoofdonderzoeker en universitair docent geneeskunde aan de Johns Hopkins Universiteit.

Omega-3 zit in vis, sojabonen en bepaalde noten en zaden worden als gezond beschouwd omdat ze de afweer tegen ontstekingen in het lichaam kunnen bevorderen. Omega-6-vetzuren die voornamelijk in plantaardige oliën te vinden zijn, hebben een minder duidelijk effect op de gezondheid maar hebben over het algemeen een stimulerend effect op ontstekingen.

"Veel kinderen in de VS waaronder de kinderen in Baltimore City (Maryland) waar we ons onderzoek hebben uitgevoerd, hebben een voedingspatroon dat sterk afwijkt van de nationale richtlijnen. In de praktijk betekent dit dat ze weinig omega-3 en veel omega-6 binnenkrijgen", zegt Dr. Brigham. Die voegt daaraan toe dat astma bij kinderen in Baltimore meer dan twee keer zoveel voorkomt dan het nationale gemiddelde. "Omdat kinderen met astma vatbaarder zijn voor ontstekingen en problemen met hun luchtwegen wilden we nagaan in hoeverre de vetzuren bijdragen aan de ernst van hun ziekte en hun symptomen als reactie op luchtvervuiling binnenshuis. Fijnstofniveau’s binnenshuis zijn vaak sterk verhoogd in de Amerikaanse binnensteden."

Bij de studie waren 135 kinderen met astma betrokken in de leeftijd van 5 tot en met 12 jaar met een gemiddelde leeftijd van 9,5 jaar. Zesennegentig procent van de kinderen was van Afrikaans-Amerikaanse afkomst, 53 procent jongens en 47 procent meisjes. Ongeveer een derde van de kinderen had een milde vorm van astma, een derde van de groep had matige astma en een derde van de groep had ernstige astma. Hun voedingspatroon, hun dagelijkse astmasymptomen en hun gebruik van astmamedicatie werden vastgesteld gedurende een week bij de start van het onderzoek en later – ook gedurende een week – na drie maanden en na zes maanden.

In dezelfde weken maten de onderzoekers ook de hoeveelheid fijnstof binnenshuis bij de kinderen thuis. Daarbij namen ze twee soorten fijnstof onder de loep: fijnstof met PM2.5 en fijnstof met PM10. Daarvan is bekend dat ze astma aanjagen en tot ernstiger symptomen leiden bij kinderen met astma. Fijnstof met PM2.5 is onzichtbaar voor het blote oog en dringt diep door in de longen zodat het de longblaasjes bereikt. PM10-deeltjes zijn iets groter dan PM2.5 maar ze zijn nog steeds klein: ze hebben een diameter die kleiner is van een zesde van de dikte van een mensenhaar. Bij inademing worden deze iets grotere deeltjes afgezet in de luchtwegen.

De studie vond dat hogere niveaus van omega-6 in het voedingspatroon van de kinderen correleerden met hogere percentages neutrofielen [4] (een type witte bloedcellen dat gekoppeld is aan ontstekingen) als reactie op de fijnstofvervuiling.

De studie had een aantal beperkingen. Zo was de meting van de omega3/6-vetzuren gebaseerd op wat de kinderen en hun ouders de onderzoekers hadden verteld. Daartoe werd een voedingsvragenlijst gebruikt die specifiek was ontworpen voor inwoners van Baltimore City. Omdat het een observationele studie was in plaats van een gerandomiseerde, gecontroleerde studie, konden de onderzoekers alleen een coïncidenteel verband vaststellen en geen oorzaak-gevolg-relatie. Ze konden ook geen storende factoren uitsluiten die mogelijk ook bijdroegen aan het effect op astma.

Desondanks zijn de onderzoekers van mening dat hun onderzoek wijst op het potentiële belang van voeding in bevolkingsgroepen waar astma veel voorkomt.

Brigham: "Als er een oorzakelijk verband bestaat tussen voeding en astma kan een gezonder voedingspatroon kinderen met astma - en dan vooral van kinderen uit minderheidsgroepen in de Amerikaanse binnensteden - beschermen tegen enkele van de schadelijke effecten van luchtverontreiniging. We kunnen constateren dat een betere voeding het grootste effect heeft bij kwetsbare bevolkingsgroepen wat betreft de relatie tussen luchtverontreiniging, astma en gezondheid."

Deze studie werd ondersteund door het National Institute for Environmental Health Sciences, het National Center for Advancing Translational Sciences en de Environmental Protection Agency.

Verwijzingen

[1] Bewerking van onderstaand persbericht
- http://www.thoracic.org/about/newsroom/press-releases/journal/2019/omega-3-and-omega-6-fatty-acids-may-play-opposite-roles-in-childhood-asthma.php

[2] Publicatie
- http://www.thoracic.org/about/newsroom/press-releases/resources/ashtma-and-fatty-acids.pdf

[3] Astma
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Astma
- http://www.thoracic.org/patients/patient-resources/resources/asthma.pdf

[4] Neutrofiel
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Neutrofiele_granulocyt


Op zoek naar een natuurlijke multivitamine?


 

Disclaimer

Raadpleeg bij medische klachten altijd eerst een arts of medisch specialist. De informatie op deze site is niet bedoeld als vervanging van de diensten of informatie van medische professionals en/of zorgverlenende instanties, noch kunnen bezoekers diagnostische of therapeutische waarde hechten aan deze informatie voor de eigen medische situatie of die van anderen.