Hersenen rijpen tijdens de kindertijd sneller door
stress
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN
Stress in de vroege kinderjaren leidt tot snellere
rijping van bepaalde hersenregio's tijdens de
adolescentie. Stress later in het leven leidt
daarentegen tot een langzamere rijping van het brein van
de adolescent. Dit is het resultaat van een onderzoek op
lange termijn door wetenschappers van de Radboud
Universiteit, waarbij 37 proefpersonen bijna 20 jaar
zijn gevolgd. De bevindingen werden op 15 juni
gepubliceerd in Scientific Reports.
In 1998 werd de groep - die toen 129 éénjarigen en
hun ouders omvatte - voor de eerste keer getest.
Gedurende 20 jaar hebben onderzoekers o.a. hun
spelsessies en interacties met ouders, vrienden en
klasgenoten bestudeerd. De kinderen werden ook
onderworpen aan MRI-scans. Deze schat aan gegevens heeft
Karin Roelofs, hoogleraar Experimentele
psychopathologie, haar promovendus Anna Tyborowska en
andere collega's van de Radboud Universiteit in staat
gesteld te onderzoeken hoe stress in verschillende
levensfasen de adolescente hersenen van deze kinderen
heeft beïnvloed.
Meer in het bijzonder keken ze naar de effecten op de
hersenveroudering. Tijdens de adolescentie ervaart ons
brein een natuurlijk zuiveringsproces waarbij eerder
gemaakte verbindingen tussen hersencellen worden
verfijnd, waardoor er bruikbaardere en efficiëntere
netwerken ontstaan.
Meer snoeien als gevolg van stress in het vroege
leven.
De onderzoekers onderzochten twee soorten stressoren
- negatieve gebeurtenissen in het leven en negatieve
invloeden vanuit de sociale omgeving - in twee
levensfasen: vroege kinderjaren (0-5 jaar) en
adolescentie (14-17 jaar). Ze brachten deze
stressniveaus in verband met de rijping van de
prefrontale cortex, amygdala en hippocampus. Deze
hersengebieden spelen een belangrijke rol bij het
functioneren in sociale en emotionele situaties en staan
bekend als gevoelig voor stress.
Stress als gevolg van negatieve ervaringen tijdens de
kindertijd, zoals ziekte of echtscheiding, lijkt tijdens
de adolescentie verband te houden met snellere rijping
van de prefrontale cortex en amygdala. Stress als gevolg
van een negatieve sociale omgeving tijdens de
adolescentie, zoals een lage quotering op school, hangt
samen met een langzamere rijping van de hippocampus in
het hersengebied en een ander deel van de prefrontale
cortex. 'Helaas kunnen we in deze studie niet met
zekerheid zeggen dat stress deze effecten veroorzaakt.
Op basis van dierstudies kunnen we echter
veronderstellen dat deze mechanismen inderdaad causaal
zijn, 'zegt Anna Tyborowska.
Verlies van flexibiliteit.
'Het feit dat stress in de vroege kindertijd het
volwassen worden tijdens de adolescentie versnelt,
strookt met de theorieën van de evolutionaire biologie',
zegt Tyborowska. 'Vanuit een evolutionair perspectief is
het nuttig om sneller volwassen te worden als je
opgroeit in een stressvolle omgeving. Het voorkomt
echter ook dat de hersenen zich op een flexibele manier
aanpassen aan de huidige omgeving. Met andere woorden,
de hersenen worden te snel 'volwassen'. ' De
onderzoekers waren verrast te ontdekken dat sociale
stress later in het leven lijkt te leiden tot een
langzamere rijping tijdens de adolescentie. Tyborowska:
'Wat dit interessant maakt, is dat een sterker effect
van stress op de hersenen ook het risico op het
ontwikkelen van antisociale persoonlijkheidskenmerken
verhoogt'.
Tyborowska voert nu de elfde meetronde uit, waarbij
de personen nu in de twintig zijn. 'Nu we weten dat
stress de rijping van hersenregio's beïnvloedt die ook
een rol spelen in de beheersing van emoties, kunnen we
onderzoeken hoe deze ontwikkeling zich later in het
leven voortzet'.
Longitudinaal onderzoek vanuit Nijmegen.
De Nijmeegse Longitudinale Studie (Nijmegen
Longitudinaal Onderzoek) is in 1998 gestart. Deze studie
wil onderzoeken hoe de ontwikkeling en het functioneren
van kinderen op verschillende leeftijden wordt beïnvloed
door hun interacties met ouders en leeftijdsgenoten en
hoe dit zich verhoudt tot hun aard en persoonlijkheid.
Verschillende onderzoeksgroepen hebben toegang tot de
verzamelde gegevens van de onderwerpen (momenteel
ongeveer 100). Andere onderzoeksthema's zijn
moeder-kindrelaties, pesten en risicogedrag. Deze
langetermijnstudie is één van de weinige wereldwijd
waarin zo veel metingen worden verricht over zo'n lange
periode.
Vertaling: Andre Teirlinck