Sociale hersennetwerken veranderen op jonge
leeftijd bij autisme
Wetenschappers van UNIGE hebben vroege veranderingen
in het brein ontrafeld die bepalen hoe peuters met
autisme reageren op sociale signalen. Hun onderzoek kan
de weg vrijmaken voor nieuwe therapeutische interventies
in vroege stadia, wanneer neurale plasticiteit nog
mogelijk is.
UNIVERSITÉ DE GENÈVE
Naarmate baby's zich ontwikkelen, bewegen ze zich bij
voorkeur naar en reageren ze op sociale signalen - zoals
stemmen, gezichten en menselijke gebaren. Tegelijkertijd
ontwikkelen hun hersenen een netwerk van regio's die
zijn gespecialiseerd in het vertalen van deze signalen,
het 'sociaal brein'. Een veel voorkomende waarneming bij
baby's die later worden gediagnosticeerd met Autism
Spectrum Disorders (ASS), is verminderde gevoeligheid en
aandacht voor deze sociale signalen gedurende het eerste
levensjaar. Deze schijnbare onverschilligheid ten
opzichte van sociale signalen wordt verondersteld
uiteindelijk de normale ontwikkeling van het sociaal
brein in de vroege ontwikkelingsstadia te belemmeren.
Een team van onderzoekers aan de Universiteit van Genève
(UNIGE), Zwitserland, brengt nu direct bewijs van deze
gehinderde ontwikkeling naar de peuterjaren toe bij
autisme. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het
tijdschrift eLife.
De resultaten van hun onderzoek suggereren dat
interventies gericht op het vermogen van kinderen om te
reageren op sociale signalen op deze kritieke jonge
leeftijd, de hersenen kunnen herbedraden terwijl het nog
mogelijk is om dit te doen, wat mogelijk de sociale
hersenontwikkeling kan herstellen. Dr Holger Sperdin,
postdoctoraal onderzoeksmedewerker bij de UNIGE's
Faculteit Geneeskunde en hoofdauteur van de studie, legt
uit wat hij en zijn team van plan waren te ontdekken:
"Aangezien peuters met ASS minder voorkeur hebben voor
sociale signalen, stelden we als hypothese dat wanneer
we hen bewegende sociale beelden zouden tonen, ze
verschillen zouden laten zien in zowel de manier waarop
ze deze beelden visueel verkennen als op de manier
waarop hun hersennetwerken sociale informatie verwerken.
"
Eye-tracking-technologie
Het team gebruikte een elektrofysiologische
monitoringmethode genaamd elektro-encefalografie (EEG)
om de hersenactiviteit van de kinderen te bestuderen en
krachtige eye-trackingtechnologie om hun blik te
observeren terwijl ze films met menselijke sociale
interacties bekeken. Ze ontdekten dat de kinderen met
ASS verschillende blikpatronen hadden tijdens het kijken
naar de films van zich normaal ontwikkelende baby's en
dat dit gepaard ging met veranderingen in de
connectiviteit van zenuwcellen en de informatiestroom in
de hersenen.
Bij die met ASS heeft het team ook ‘increased
driving’ Sociale hersennetwerken veranderen op jonge
leeftijd in autisme.
Deze bevindingen vormen het eerste bewijs dat
verschillen in de visuele verkenning van beelden
samenvallen met veranderingen in connectiviteit tussen
sleutelgebieden van het sociaal brein bij zeer jonge
kinderen met ASS. Hersengebieden die deze
hersengolffrequenties genereren, kunnen zich daarom
anders ontwikkelen bij kinderen met ASS.
"Onze resultaten tonen voor de eerste keer de
aanwezigheid aan van veranderingen in de
informatiestroom van hersengebieden die betrokken zijn
bij sociale signaalverwerking bij peuters en kleuters
met Autism Spectrum Disorders (ASS)," concludeert senior
auteur Professor Marie Schaer, universitair docent aan
de universiteit van Genève, Zwitserland. "Deze
veranderingen in regio's van het sociaal brein zijn
aanwezig in de vroege stadia van ASS en rechtvaardigen
nader onderzoek naar de vraag of therapeutische
interventies gericht op sociaal oriënterende
vaardigheden kunnen helpen om sociale hersenontwikkeling
te remediëren in dit kritieke stadium waarin neurale
plasticiteit nog mogelijk is in twee specifieke
frequenties van hersengolven - alfa en theta - evenals
hoge niveaus van connectiviteit tussen zenuwcellen in
bepaalde regio's in de hersenen. De theta hersengolf
frequentie en de regio's van de getroffen hersenen zijn
beide bekend als belangrijke componenten van het
'sociale brein', en de alfa-frequentie is belangrijk
voor visuele aandacht.
Deze bevindingen vormen het eerste bewijs dat
verschillen in de visuele verkenning van beelden
samenvallen met veranderingen in connectiviteit tussen
sleutelgebieden van het sociaal brein bij zeer jonge
kinderen met ASS. Hersengebieden die deze
hersengolffrequenties genereren, kunnen zich daarom
anders ontwikkelen bij kinderen met ASS.
"Onze resultaten tonen voor de eerste keer de
aanwezigheid van veranderingen in de informatiestroom
van hersengebieden die betrokken zijn bij sociale
signaalverwerking bij peuters en kleuters met Autism
Spectrum Disorders (ASS)," concludeert senior auteur
Professor Marie Schaer, universitair docent aan de
universiteit van Genève, Zwitserland. "Deze
veranderingen in regio's van het sociaal brein zijn
aanwezig in de vroege stadia van ASS en rechtvaardigen
nader onderzoek naar de vraag of therapeutische
interventies gericht op sociaal oriënterende
vaardigheden kunnen helpen om sociale hersenontwikkeling
te remediëren in dit kritiek stadium waarin neurale
plasticiteit nog mogelijk is."
Vertaling: Andre Teirlinck