Plantenstof krachtiger dan AZT tegen HIV
Een plant die in heel Zuidoost-Azië gevonden wordt en in de
traditionele geneeskunst gebruikt wordt om artrose en reuma te
behandelen, bevat een krachtige anti-HIV-stof die sterker werkt dan
het medicijn AZT, aldus een nieuw onderzoeksverslag dat gepubliceerd
is en het Journal of Natural Compounds.
De stof, pantentiflorin A, is afkomstig uit de plant Justicia
gendarussa (Ned. malabarnoot) en werd gevonden in een screening van
meer dan 4500 plantenextracten die werden onderzocht op hun
werkzaamheid tegen het HIV-virus.
De ontdekking is een van de resultaten van het meerjarig
onderzoek van een samenwerkingsverband van wetenschappers van de
Universiteit van Illinois te Chicago, van de Hong Kong Baptist
University en de Vietnam Academy of Science and Technology, die
werkten als een zogenaamde ICBG (International Cooperative
Biodiversity Group). Deze groepen, die worden gefinancierd door de
Amerikaanse National Institutes of Health, de National Science
Foundation en het Amerikaanse Ministerie van Landbouw, zoeken naar
natuurlijke producten die toegepast kunnen worden in de
gezondheidszorg en geneeskunde. Ook ondersteunen ze daarbij het
duurzame gebruik van deze bronnen in arme landen.
Lijun Rong, hoogleraar microbiologie en immunologie aan het UIC
College of Medicine; Harry Fong, mededirecteur van de World Health
Organisation Program for Traditional Medicine en Doel Soejarto,
emeritus hoogleraar medicinale chemie en farmacognosie (studie van
natuurlijke geneesmiddelen), hadden de leiding over het UIC-team.
Rong is deskundige in het identificeren van antivirale middelen,
Soejarto is een vermaard plantenwetenschapper en Fong is een bekende
farmacoloog.
Het extract van de malabarnoot werd gehaald uit de bladeren,
stengels en wortels van planten die meer dan 10 jaar geleden door
Soejarto waren verzameld in Cuc Phyong Nation Park in Hanoi,
Vietnam. De ICBG-onderzoeksgroep analyseerde het extract, samen met
duizenden andere, als onderdeel van hun poging om nieuwe medicijnen
te vinden tegen HIV, tuberculose, malaria en kanker.
Rong en zijn collega’s richtten zich op patentiflorin A vanwege
het vermogen om een enzym te remmen dat het HIV-virus nodig heeft om
zijn genetische code in het DNA van een cel in te bouwen. AZT, het
eerst medicijn tegen HIV, dat in 1987 op de markt kwam, is tot nu
toe het hoofdingrediënt in anti-HIV medicijncocktails. Het remt dit
enzym, genaamd “reverse transcriptase”. In studies op met HIV
besmette menselijke cellen had patentiflorin A een aanzienlijk beter
remmend effect op dit enzym.
“Patentiflorin A kon de werkzaamheid van reverse transcriptase
veel effectiever remmen dan AZT en was in staat om dit te doen in de
beginstadia van de HIV-infectie, als het virus de macrofagen
binnengaat, en om de infectie te veranderen als het in de T-cellen
van het immuunsysteem zit,” aldus Rong.
Het bleek ook effectief tegen bekende medicijnresistente vormen
van het HIV-virus, waardoor het een veelbelovende kandidaat is voor
verder ontwikkeling in een nieuw HIV-medicijn.
“Patentiflorin A vertegenwoordigt een nieuwe anti-HIV-stof die
kan worden toegevoegd aan de huidige medicijncocktails om het virus
beter te onderdrukken en aids te voorkomen,” zegt Rong. De
onderzoekers waren ook in staat om patentiflorin A te synthetiseren.
“Als we het medicijn in het lab kunnen maken, hebben we geen
kwekerijen nodig om de plant te oogsten, wat een aanzienlijke
financiële investering zou vergen, nog afgezien van de impact op het
milieu,” zegt Rong.
Vertaling: Astrid Zwart