Naar de webwinkel Hoofdmenu Privacy Vrijwilligers Therapeuten Leden menu

Dieet met veel vezels en volkoren vermindert risico niet-overdraagbare ziekten

Dick Schrauwen [1]

Mensen die veel voedingsvezels en volkorenproducten eten hebben percentueel minder niet-overdraagbare ziekten dan mensen die weinig vezels en volkoren eten. Het verband tussen een dieet met een lage glycemische index en lading [2] en een betere gezondheid is minder duidelijk.

The Lancet [3]

INLEIDING

Bij mensen die meer voedingsvezels en volle granen eten, komen minder niet-overdraagbare ziekten voor vergeleken met mensen met minder vezels en volle granen in hun dieet. Dit verband is minder duidelijk bij diëten met een lage glycemische belasting.

Dit wordt onthuld door observationele studies en klinische onderzoeken die gedurende bijna 40 jaar zijn uitgevoerd. Het eten van ten minste 25 g tot 29 g of meer voedingsvezels per dag biedt duidelijke gezondheidsvoordelen volgens een reeks van systematische reviews en meta-analyses die zijn gepubliceerd in The Lancet [3].

De resultaten van het onderzoek suggereren een afname van 15 tot 30% in mortaliteit [4] ten gevolge van cardiovasculaire aandoeningen bij mensen die de grootste hoeveelheid vezels eten in vergelijking met mensen die de minste vezels eten. Het eten van vezelrijk voedsel verminderde ook de incidentie van coronaire hartziekten, beroertes, diabetes type 2 en colorectale kanker met 16-24%. Per 1.000 deelnemers vertaalt dit effect zich in 13 minder sterfgevallen en zes minder gevallen van coronaire hartziekten.

Daarnaast wijst een meta-analyse van klinische onderzoeken erop dat het verhogen van de inname van vezels geassocieerd is met een lager lichaamsgewicht en lagere cholesterol-waardes.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om nieuwe aanbevelingen voor optimale dagelijkse vezelinname te formuleren en om te bepalen welke soorten koolhydraten de beste bescherming bieden tegen niet-overdraagbare ziekten (NCD's) en overgewicht.

Wereldwijd eten de meeste mensen minder dan 20 g voedingsvezels per dag. In 2015 adviseerde het Wetenschappelijk Adviescomité voor Voeding in het Verenigd Koninkrijk een dieet met minimaal 30 g voedingsvezels per dag [A]. Maar slechts 9% van de Britse volwassenen krijgt dit ook daadwerkelijk binnen. In de VS eten volwassenen gemiddeld 15 g vezels per dag [B]. Belangrijke bronnen van voedingsvezels zijn volle granen, peulvruchten, groenten en fruit.

"Eerdere beoordelingen en meta-analyses onderzochten meestal een enkele indicator van de kwaliteit van koolhydraten en een beperkt aantal ziekten. Daardoor was het niet mogelijk was om vast te stellen welke voedingsmiddelen beschermen tegen een reeks aandoeningen", zegt de auteur die verantwoordelijk is voor de externe communicatie, professor Jim Mann werkzaam aan de Universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland.

Mann: "Onze bevindingen leveren overtuigend bewijs dat voedingsrichtlijnen zich dienen te concentreren op het verhogen van voedingsvezels en op het vervangen van geraffineerde granen door volle granen. Dit vermindert het risico op het krijgen van en het overlijden door een breed scala van belangrijke ziekten."

OBDERZOEKSOPZET

De onderzoekers bekeken 185 observationele studies met gegevens over 135 miljoen persoonsjaren. Daarnaast analyseerden ze 58 klinische onderzoeken met in totaal 4635 volwassen deelnemers. Ze concentreerden zich op de incidentie van en het voortijdig overlijden door coronaire hartziekten, hart- en vaatziekten, beroerten, diabetes evenals de van type 2, colorectale kanker en met obesitas geassocieerde kankers zoals borst-, endometrium-, slokdarm- en prostaatkanker.

De auteurs namen alleen studies op met gezonde deelnemers. Daarom gelden de bevindingen niet voor mensen die al chronisch ziek zijn.

RESULTATEN

Bij een toename van voedingsvezels 8 gram per dag daalde de incidentie van en het aantal sterfgevallen door coronaire hartziekten, diabetes type 2 en colorectale kanker met 5 tot 27%. Ook de bescherming tegen beroerte en borstkanker nam toe.

De consumptie van 25 tot 29 gram voedingsvezels per dag bleek voldoende voor een betere bescherming. De gegevens suggereren dat nog meer voedingsvezels in het dieet een nog betere bescherming zouden kunnen bieden.

Elke 15 gram meer volle granen in het dagelijkse dieet namen de incidentie van en het aantal sterfgevallen door coronaire hartziekten, diabetes type 2 en colorectale kanker af met 2-19%.

Hogere innames van volle granen waren geassocieerd met een 13-33% reductie in NCD-risico (het risico op een niet-overdraagbare ziekte). Dit komt neer op 26 minder sterfgevallen per 1000 mensen in totaal en 7 per 1000 minder gevallen van coronaire hartziekten.

De meta-analyse van klinische experimenten (clinical trials) met volle granen lieten een vermindering van het lichaamsgewicht zien. Volle granen bevatten veel voedingsvezels wat de gunstige effecten kan verklaren.

De studie toonde ook aan dat diëten met een lage glycemische index en een lage glycemische lading alleen een beperkt positief effect hebben op bescherming tegen diabetes type 2 en het krijgen van een beroerte. Voedingsmiddelen met een lage glycemische index of een lage glycemische lading kunnen ook toegevoegde suikers, verzadigde vetten en natrium bevatten. Dit kan verklaren waarom het verband tussen een lagere glycemische belasting en een betere gezondheid minder duidelijk is.

Professor Jim Mann: “Meer dan 100 jaar onderzoek naar de chemie, fysische eigenschappen, fysiologie en effecten op de stofwisseling van voedingsvezels ondersteunen de gezondheidsvoordelen van een vezelrijk dieet. Vezelrijke voeding met veel volkoren vereist kauwen vereist en behoudt veel van hun structuur tot in het darmkanaal. Dat verhoogt verzadigingsgevoel en helpt daardoor bij gewichtsbeheersing. Dit type voeding kan ook de vet- en suikerspiegels gunstig beïnvloeden. De afbraak van vezels in de dikke darm door darmbacteriën heeft additionele positieve effecten zoals de bescherming tegen colorectale kanker. "

KANTEKENINGEN

Hoewel hun onderzoek geen risico’s liet zien in verband met voedingsvezels, merken de auteurs op dat een vezelrijk dieet nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor mensen met een laag ijzer- of mineraalgehalte omdat een dieet met veel volle granen de ijzerconcentraties verder kan verlagen.

Ze merken ook op dat de studie voornamelijk betrekking heeft op natuurlijke vezelrijke voeding en niet op synthetische en geëxtraheerde vezels zoals poeders die aan (industriële) levensmiddelen worden toegevoegd.

COMMENTAAR

In een commentaar op de implicaties en beperkingen van het onderzoek zegt professor Gary Frost verbonden aan het Imperial College (London, UK) het volgende.

"De studie rapporteert resultaten van zowel prospectieve doelgroep studies [5] als gerandomiseerde experimenten met een controlegroep. Deze aanpak stelt ons in staat om te begrijpen hoe de variatie in kwaliteit van koolhydraten in de experimenten van invloed is op de risicofactoren voor niet-overdraagbare ziekten en hoe de variatie in de kwaliteit van het dieet bij de prospectieve doelgroep studies samenhangt met het optreden van deze ziekten.

Deze samenhang komt goed tot uiting bij de hoeveelheid voedingsvezels in het dieet. In de longitudinale observationele studies [5] zien we een afname van de totale en cardiovasculaire mortaliteit (bij een vezelrijk dieet, DS) die gepaard gaat met een afname van het lichaamsgewicht, alle cholesterol, LDL-cholesterol en systolische bloeddruk die gerapporteerd wordt in de klinische experimenten.

Er zijn enkele belangrijke overwegingen die voortvloeien uit deze publicatie.
Ten eerste, de totale inname van koolhydraten werd niet meegenomen in de systematische review nog in meta-analyse.

Ten tweede, hoewel de afwezigheid van een verband tussen de glycemische belasting met het risico op niet-overdraagbare ziekten consistent is met een andere recente systematische review, blijft voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van deze gegevens. Het aantal studies is immers klein en de bevindingen zijn heterogeen.

Ten derde, de afwezigheid van kwantificeerbare en objectieve biomarkers voor het meten van dieetsamenstelling betekent dat dieetonderzoek afhankelijk is van wat de proefpersonen er zelf over rapporteren. Deze aanpak is gevoelig voor fouten en onjuiste informatie. Daarom is verbetering van de nauwkeurigheid van het vaststellen van het voedingspatroon een prioriteit voor voedingsonderzoek.

De analyses gepresenteerd door Reynolds en collega's bieden overtuigend bewijs dat voedingsvezels en volle granen leiden tot een betere gezondheid en dat het stimuleren van een vezelrijk dieet onderdeel moet uitmaken van het volksgezondheidsbeleid.

VERWIJZINGEN

[1] Bewerking van onderstaand persbericht
- https://www.eurekalert.org/pub_releases/2019-01/tl-pss011019.php

[2] Glycemische index / glycemische lading
- https://supersnelgezond.nl/glycemische-lading/

[3] Publicatie: `Carbohydrate quality and human health: a series of systematic reviews and meta-analyses`; Andrew Reynolds en anderen.
- https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(18)31809-9/fulltext

[4] Mortaliteit
- https://www.encyclo.nl/begrip/mortaliteit

[5] Prospectieve doelgroep studie (prospective cohort study); Longitudinale studie
- https://www.statisticshowto.datasciencecentral.com/cohort-study/
- https://www.encyclo.nl/begrip/Longitudinaal%20onderzoek

[A] Scientific Advisory Committee on Nutrition https://www.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/445503/
SACN_Carbohydrates_and_Health.pdf
[B] https://www.ucsfhealth.org/education/increasing_fiber_intake/

 


Op zoek naar een natuurlijke multivitamine?


 

Disclaimer

Raadpleeg bij medische klachten altijd eerst een arts of medisch specialist. De informatie op deze site is niet bedoeld als vervanging van de diensten of informatie van medische professionals en/of zorgverlenende instanties, noch kunnen bezoekers diagnostische of therapeutische waarde hechten aan deze informatie voor de eigen medische situatie of die van anderen.