Walnoten beïnvloeden genexpressies die verband houden met borstkanker

MARSHALL UNIVERSITY JOAN C. EDWARDS SCHOOL OF MEDICINE.

HUNTINGTON, W.Va. - Nieuw onderzoek aan de Marshall University vindt dat het eten van walnoten kan bijdragen tot het onderdrukken van de groei en overleving van borstkanker.

Geleid door W. Elaine Hardman, Ph.D., professor in de afdeling Biomedische Wetenschappen aan de Marshall Universiteit Joan C. Edwards School of Medicine, onthulde een team dat de consumptie van 50 gram walnoten per dag gedurende ongeveer twee weken significant de genexpressie veranderde bij borstkanker. Deze klinische proef is de nieuwste van een reeks studies aan de Marshall Universiteit met betrekking tot de invloed van het eten van walnoten op de groei van tumoren, overleving en uitzaaiing bij borstkanker. Het werk werd in maart gepubliceerd in het tijdschrift Nutrition Research.

"Consumptie van walnoten en/of verminderde de groei vanborstkanker vertraagd het risico op borstkanker bij muizen," zei Hardman." Voortbouwend op dit onderzoek stelde het team als hypothese dat de consumptie van walnoten wel eens de genexpressie zou kunnen veranderen bij pathologisch bevestigde borstkankers bij vrouwen hetgeen de groei en de overleving van borstkanker zou verminderen."

In dit eerste klinische onderzoek werden vrouwen gerekruteerd met borstknobbels groot genoeg voor biopsieën en pathologie en gerandomiseerd in een studie van walnootconsumptie- of controlegroep. Onmiddellijk na biopsieverzameling begonnen de vrouwen in de walnootgroep vijftig gram walnoten per dag te consumeren tot aan de operatie. Pathologische studies bevestigden dat de knobbels borstkanker waren. Bij de operatie, ongeveer twee weken na de biopsie werden extra kankerknobbels uit de borst genomen.

Veranderingen in genexpressie in het chirurgisch specimen in vergelijking met baseline werden bepaald bij elke vrouw: walnoot consumerende (n = 5) en controle groepen (n = 5). RNA-sequentie bepalende expressieprofilering onthulde dat de expressie van 456 geïdentificeerde genen in de tumor significant was veranderd als gevolg van walnootconsumptie. Ingenuity Pathway Analysis toonde activering van routes die apoptose en celadhesie bevorderen en remming van routes die celproliferatie en migratie bevorderen.

"Deze resultaten ondersteunen de hypothese dat, bij mensen, walnoot consumptie de groei en overleving van borstkanker zou kunnen onderdrukken," zei Hardman. "Aanvullend onderzoek door een grootschaligere studie is nodig om klinisch te bevestigen dat walnotenconsumptie inderdaad werkt voor het verminderen het risico op borstkanker of borstkanker herhaling."

Deze studie is een voorbeeld van de cruciale rol van een team in modern onderzoek. Borstchirurgen Mary Legenza, M.D., van Marshall University Joan C. Edwards School of Medicine en Edwards Comprehensive Cancer Center, en James Morgan, M.D., voorheen van St. Mary's Medical Center, verzamelden biopsieën van patiënten voor de klinische proef. Donald A. Primerano, Ph.D., Jun Fan, Ph.D., en James Denvir, Ph.D., van de kernfaculteit voor genomica en bio-informatica aan de Marshall-universiteit Joan C. Edwards School of Medicine voerden de RNA-expressie profilering, bioinformatische en statistische analyses uit.

Vertaling: Andre Teirlinck