Slechte conditie gekoppeld aan zwakker hersenweefsel, hoger risico op dementie

Er is meer bewijs gevonden dat de hersengezondheid verbetert door beweging; wellicht een levensreddend ingrediënt voorde preventie van alzheimer.

Een nieuwe studie van het O’Donnell Brain Institute (OBI) van UT Southwestern wijst uit dat hoe slechter de lichamelijke conditie is, hoe sneller de meest cruciale zenuwvezels in de hersenen achteruitgaan. Deze aftakeling resulteert in cognitieve achteruitgang, met onder andere geheugenverliesproblemen die kenmerkend zijn voor dementiepatiënten.

“Dit onderzoek ondersteunt de hypothese dat een verbetering in de lichamelijke conditie de hersengezondheid kan verbeteren en het verouderingsproces kan vertragen,” aldus dr. Kan Ding, neuroloog in het OBI en auteur van de studie.

De studie, verschenen in het Journal of Alzheimer’s Disease, richt zich op een type hersenweefsel genaamd witte stof, die bestaat uit miljoenen bundels hersenvezels die door neuronen worden gebruikt voor de communicatie tussen alle delen van de hersenen.

Het team van dr. Ding onderzocht ouderen met een hoog risico op de ziekte van Alzheimer die vroege tekenen van geheugenverlies vertoonden, of tekenen vertoonden van “milde cognitieve stoornis” (MCI; mild cognitive impairment). De onderzoekers ontdekten dat een slechtere conditie geassocieerd was met een zwakkere staat van de witte stof, wat vervolgens weer correleerde met een slechtere hersenfunctie.

In tegenstelling tot eerdere studies, die afgingen op zelfrapportage van de deelnemers, werd in dit onderzoek de cardiorespiratoire (hart- en longsysteem) conditie gemeten met een wetenschappelijke formule genaamd “maximale zuurstofopname” (VO2Max). Daarna kregen de patiënten geheugentaken en andere cognitieve tests om de hersenfunctie te meten, wat erin resulteerde dat er sterke correlaties konden worden vastgesteld tussen lichaamsbeweging, hersengezondheid en cognitie.

De studie draagt bij aan een groeiende stapel bewijzen, die wijzen in de richting van een simpele doch cruciale opdracht om gezond te blijven: regelmatige lichaamsbeweging.

De studie laat echter ook heel wat vragen onbeantwoord over hoe fitheid en alzheimer aan elkaar gekoppeld zijn. Welk conditieniveau is bijvoorbeeld nodig om het risico op dementie merkbaar te verlagen? Is het te laat om te interveniëren als patiënten al symptomen beginnen te krijgen?

Sommige van deze onderwerpen worden al onderzocht in een vijf jaar durende nationale klinische proef, geleid door het OBI.

Deze proef, waaraan zes medische centra uit het hele land (VS) meedoen, is erop gericht te bepalen of regelmatige aerobe lichaamsbeweging (wandelen, fietsen, zwemmen) en het nemen van specifieke medicijnen tegen hoge bloeddruk en hoog cholesterol kan bijdragen aan het behoud van een goede hersenfunctie. Er doen meer dan 600 ouderen met een hoog risico op het ontwikkelen van alzheimer aan mee.

“Er zijn aanwijzingen die erop duiden dat wat slecht voor je hart is, ook slecht is voor je hersenen. We hebben behoefte aan dit soort studies om erachter te komen hoe de twee met elkaar verbonden zijn en hopelijk vinden we de juiste formule om alzheimer te helpen voorkomen,” zegt dr. Rong Zhang van UT Southwestern, die de klinische proef leidt. Hij is directeur is van het Cerebrovascular Laboratory in het Institute for Exercise and Environmental Medicine van het Texas Health Presbyterian Hospital Dallas, waar onderdelen van de studie worden uitgevoerd.

Het onderzoek bouwt voort op eerdere studies die een gezonde leefstijl verbinden met een betere hersenfunctie, zoals een studie van dr. Zhangs team uit 2013, waarin werd geconstateerd dat neuronale boodschappen efficiënter worden doorgegeven in de hersenen van ouderen die aan lichaamsbeweging doen.

Bovendien zijn andere teams van OBI bezig met het ontwerpen van tests voor de vroege opsporing van patiënten die dement zullen worden en met het zoeken naar manieren om de verspreiding van toxische eiwitten te remmen of te stoppen, zoals bčta-amyloďde en tau, die verantwoordelijk zijn voor het vernietigen van bepaalde groepen neuronen in de hersenen.

“Er is nog veel werk te doen voordat we dementie begrijpen en het kunnen behandelen,” zegt dr. Ding, universitair docent Neurologie en Neurotherapie. “Maar uiteindelijk hopen we dat onze onderzoeken mensen zullen overtuigen dat ze meer zouden moeten bewegen.”

Vertaling: A. Zwart


 

Steun ons kenniswerk, winkel eens in de Leefbewust winkel


Naar het overige nieuws van vandaag