Nieuwe studie over pathologische werking bij ME door onderzoeksgroep in Bergen (Noorwegen)


Een nieuwe studie, gedeeltelijk gefinancierd door de Kavli Trust, suggereert dat bij patiënten met ME/CVS het PHD enzym wordt geremd. Dit zou zowel het energiegebrek als de verhoogde melkzuurproductie kunnen verklaren bij deze patiënten. De uitkomsten zijn nu gepubliceerd in het Journal of Clinical Investigation Insight.

Door Øystein Fluge, Karl Johan Tronstad en Olav Mella.

Sinds 2011 steunt de Kavli Trust onderzoek naar ME bij de afdeling oncologie van de Haukeland University Hospital. De samenwerking met de Kavli Trust heeft het mogelijk gemaakt voor de onderzoeksgroep om nieuwe projecten aan te gaan en wetenschappelijke vorderingen te maken op het gebied van biomedisch onderzoek naar ME/CVS.

Al eerder heeft de groep klinische studies gepubliceerd over het onderzoek naar het gebruik van het immuunmedicijn Rituximab door patiënten met ME/CVS ([i], [ii], [iii]). Rituximab is een kunstmatig geproduceerde antistof die het aantal B-lymfocyten verlaagt, een type witte bloedlichaampjes dat zich kan ontwikkelen tot immuuncellen met een aantal functies, waaronder antistoffen-producerende cellen. Deze studies laten een symptoom-verbetering zien bij ca. 60% van de met dit medicijn behandelde patiënten. We veronderstellen dat ME bij een subgroep van patiënten een bepaalde immunologische ziekte zou kunnen ziijn, waarbij B-cellen, en mogelijke nadelige effecten van antistoffen, een rol spelen.

Bevestigen of weerleggen

Vijf Noorse ziekenhuizen werken nu samen aan een klinische test met als doel het bevestigen of weerleggen dat Rituximab nuttig kan zijn bij de behandeling van ME patiënten. Bij Haukeland is de onderzoeksgroep ook bezig met het organiseren van een test met bescheiden doses van het chemotherapeutische medicijn Cyclophosphamide, dat immuunsysteem onderdrukkende effecten heeft en meer delen van het immuunsysteem treft dan het meer specifieke Rituximab. Het doel van deze klinische studies is om mogelijke behandelmethoden te ontdekken, en tegelijkertijd de onderliggende symptoomwerking bij ME te belichten.

Biochemische veranderingen

Meer dan 200 patiënten zijn betrokken bij onze studies na een zorgvuldige medische beoordeling volgens de internationaal geaccepteerde («Canadian») criteria. Deze patiënten worden onderworpen aan een systematische en gestandaardiseerde follow-up van de studies, en geven regelmatig bloedmonsters af aan een bio-bloedbank. Gebaseerd op het verzamelde materiaal van deze biobank, heeft de onderzoeksgroep het metabolisme van 200 patiënten en 100 gezonde controlepersonen uitgebreid en gedetailleerd in kaart gebracht. Het project werd geleid door de auteurs (Karl Johan Tronstad, Øystein Fluge en Olav Mella), en georganiseerd in samenwerking met Bevital AS en Per M. Ueland.

Door deze metabolische analyses signaleerden we specifieke biochemische veranderingen in het bloed van ME/CVS patiënten. Deze uitkomsten zijn nu gepubliceerd in het Journal of Clinical Investigation Insight.

De analyse van de bloedmonsters van de ME/CVS patiënten toonden aan dat de gehaltes van bepaalde aminozuren verlaagd waren ten opzichte van de gezonde controlepersonen. Het patroon van de veranderingen in aminozuren gaf ons belangrijke informatie over de symptoomwerking, en vooral over het energiemetabolisme van de patiënten.

Mogelijke verklaring energietekort

Onder normale omstandigheden gebruiken onze cellen koolhydraten, vetten (lipiden) en proteïnen (aminozuren) als energiebronnen, door katabolische processen in de mitochondriën, de "krachtcentrales" van de cel. Echter, bij intensieve lichamelijke inspanning wordt er te weinig zuurstof naar de spiermitochondriën aangevoerd (anaerobe inspanning), waarop glucose omgezet wordt in melkzuur. Aangezien melkzuur accumuleert en er een lagere energie opbrengst is, zegt het lichaam kort daarna "stop". Het enzym pyruvaat dehydrogenase (PDH) speelt een belangrijke rol bij het regelen van deze processen, omdat het bijdraagt aan de coördinatie van het gebruik van koolhydraten, aminozuren en lipiden (vetten) als energiebronnen. Deze nieuwe studie suggereert dat het PDH enzym wordt onderdrukt bij ME/CVS patiënten, wat zowel het energiegebrek als de verhoogde melkzuurproductie bij deze patiënten zou kunnen verklaren.

PDH enzym disfunctie

In eerdere internationale studies werd al melding gemaakt van verlaagde specifieke aminozuurgehaltes in het bloed van ME patiënten. In onze nieuwe studie analyseerden we alle 20 standaard aminozuren in het bloed van 200 klinische testpatiënten, alsmede 100 gezonde controlepersonen.

Men observeerde een specifieke vermindering van aminozuren, die onafhankelijk van het PDH enzym werden gekataboliseerd. Deze bevinding suggereert dat het PDH enzym bij ME patiënten niet functioneert zoals het zou moeten, met als gevolg dat de cellen als brandstof de consumptie van bepaalde aminozuren verhoogt in plaats van glucose.

De vermindering van specifieke aminozuren die in energie omgezet worden werd voornamelijk ontdekt bij vrouwen met ME. Bij mannelijke ME patiënten waren de verschillen in aminozuurgehaltes minder uitgesproken vergeleken met gezonde mannen. We ontdekten echter verhoogde gehaltes van een bepaald aminozuur dat de afbraak van proteïnen in het spierweefsel van mannelijke ME patiënten reflecteert. Omdat mannen over het algemeen een grotere spiermassa hebben dan vrouwen, kunnen proteïnen in spierweefsel dienst doen als een extra energievoorraad, daarmee de beschikbaarheid van aminozuren als energiebron verhogend.

Energietekort

Het PHD enzym heeft een sleutelfunctie in een van de belangrijkste netwerken voor omzetting van koolhydraten in energie - een proces dat zich in de mitochondriën afspeelt. Als de activiteit van het PHD enzym is verstoord, kunnen de cellen reageren door de consumptie van alternatieve brandstoffen te verhogen, wat een verklaring kan zijn voor de veranderingen die we zagen in het aminozuurprofiel in het bloed van ME patiënten. Ondanks de pogingen van het lichaam om te compenseren, zou deze situatie het vermogen van de cel - het aanpassen van de metabolische processen aan de immer veranderende behoefte aan energieproductie - in gevaar brengen.

Lichamelijke inspanning zou bijvoorbeeld kunnen resulteren in een plotseling gebrek aan energie in de spieren, gekoppeld aan een ophoping van melkzuur. Dit zijn normale effecten die we zien bij gezonde mensen tijdens een zware oefening, maar bij ernstig zieke ME patiënten kunnen we deze symptomen al zien na een minimale inspanning, zoals uit bed komen en een paar stappen lopen. Feedback van studiepatiënten toont aan dat zij deze bevindingen herkennen in hun symptomen, inclusief een fundamenteel gebrek aan energie, algehele malaise en verzuringspijn na lichamelijke inspanning.

Toen we verder gingen met het meten van de gen expressie (mRNA) in witte bloedcellen voor een aantal factoren die het PDH enzym reguleert, ontdekten we dat verschillende belangrijke factoren die de PDH functie remmen waren verhoogd bij ME patienten. Opmerkelijk was dat deze veranderingen in gen expressie aanwezig waren bij zowel vrouwelijke als mannelijke ME patiënten. Deze bevindingen tonen aan dat de PDH remming zelf bij vrouwen èn mannen hetzelfde is, maar het effect op het metabolisme kan gedeeltelijk gender-specifiek zijn.

Nader onderzoek

Naar alle waarschijnlijkheid omvat ME ook reguleringsproblemen in andere delen van het metabolisme, bijv. in de verwerking van lipiden (vetten). Dit is nu het onderwerp voor nader onderzoek. Gebaseerd op de resultaten van de metabolismestudie, veronderstellen we dat ME patiënten lijden aan een PHD remming met als gevolg een verminderd vermogen om energie te produceren en een abnormale productie van melkzuur in de spieren, zelfs na minimale inspanning. Een belangrijke focus voor het lopende onderzoekswerk is om inzicht te krijgen over hoe een vermoedelijk foutieve immuunrespons na een infectie zo'n remming in het cellulaire metabolisme kan garanderen.

We speculeren dat de geteste immuunmedicijnen (Rituximab en Cyclophosphamide) het foutieve signaal van het immuunsysteem op zo'n manier beïnvloeden dat de remming van het PDH enzym wordt verminderd. Zodat de normale afbraak van glucose hersteld kan worden en de productie van de "energiestroom" van het lichaam, ATP, zich beter kan aanpassen aan het activiteitsniveau van de patiënt.

We geloven dat de uitkomsten van de studie belangrijk zijn om ME/CVS als ziekte te begrijpen, en consistent met twee recentelijk gepubliceerde rapporten over metabolische veranderingen bij ME/CVS. De geanticipeerde consequenties van de geobserveerde metabolische veranderingen zijn verenigbaar met het klinische beeld, aangetoond door ME patiënten.

[i] http://bmcneurol.biomedcentral.com/articles/10.1186/1471-2377-9-28
[ii] http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0026358
[iii] http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0129898

Vertaling: Ellen Lam


Nuttige links

- Bezoek ook eens de Leefbewust natuurwebwinkel
- Ontdek onze honderden thema pagina's
- Overzicht lezingen en lesdagen - Edusana.nl
- Overzicht evenementen, beurzen en uitjes in Nederland

- Leden : download nu alle thema dossiers



Terug naar het hoofdmenu

 

 

Volg onze nieuwtjes en videos via de RSS of de sociale media